Al snel begrijpen we dat het ding een microfoon is die haar voetstappen omzet in een luidruchtig lopen. De kunstenares loopt in regelmatige pas, het geluid klinkt als een hartslag. We kijken haar na, zien haar de ruimte verlaten en blijven haar voetstap volgen. We horen haar de ijzeren trap afdalen en steeds klinkt haar voetstap. We horen een deur opengaan en weer sluiten. In een reflex kijken we naar buiten. Haar alleen te horen en niet te zien, werkt verwarrend. We turen naar buiten en zoeken. Dan verschijnt ze opeens op het schermpje en we controleren het, ook buiten loopt ze, op het pad aan de overkant, richting de rivier. Ze loopt steeds verder weg van ons terwijl het geluid van haar lopen even hard blijft.
Halverwege het pad draait ze zich opeens om.
We zien haar door een hek gaan, een grasberm inlopen. We horen ook het geruis dat haar voetstappen teweegbrengt. We zien haar even later door een ander hek naar ons bewegen, de weg oplopen, en uit het zicht verdwijnen. Onder ons horen we een deur opengaan en weer sluiten. We horen haar de ijzeren trap opklimmen. In afwachting van haar verschijning turen we naar de deur en daar is ze. Ze loopt naar ons toe. Het geluid van haar hakken registreren we live en via de microfoon. Haar schoenen blijken smalle zwarte brocques met stevige leren zolen, ze kunnen ideaal ' klakken.'
We praten na de performance een tijdje met haar. Is ze tevreden over haar werk? Nog niet helemaal, ze heeft het drie dagen uitgeprobeerd en morgen, zondag is de finale, tijdens de afsluiting van DordtYart 2014.
Ze was hier twee maanden in het kader van 'artists in residents ', werken en ontwikkelen op de plek waar je je werk tentoonstelt. Ze had graag nog wat meer tijd gehad. Het was een van de voorwaarden van DordtYart dat je aanwezig was voor het publiek. Dat was wel oké maar ook erg druk, zo dat je niet altijd productief kon zijn. Terwijl je als kunstenaar soms op heel andere tijden productief bent, ‘s avonds bijvoorbeeld, maar dan kon je hier niet bij je werk.
Wat maakt het werk de moeite waard?
Op de eerste plaats dat je de werkelijkheid naast de illusie ziet, zet het bewegend beeld op de monitor uit en er is niets meer. De werkelijkheid blijft. Dan is er de ruimte, buiten is het weids, je ziet meer dan op de monitor, daar op zie je slechts een fragment, een uitsnede.
Het verschijnen van Kay, samen met het geluid van haar voetstap is van wezenlijk belang in dit werk. Omdat je haar op de monitor ziet, en haar tegelijk hoort. In de werkelijkheid, zie je haar maar is ze te ver weg om te horen. Zo wordt het werk opeens filmisch.
We praten over het begrip ‘beeldhouwwerk’ of ruimtelijke kunst. Natuurlijk is haar werk geen beeldhouwwerk in de oude zin van het woord, maar het heeft er veel mee te maken, en het overschrijdt de grenzen van de beeldhouwkunst, die daardoor merkbaar worden. Zo is een sculptuur altijd een ding, en dit beeldscherm met koptelefoons is zeker ook een ding. Een sculptuur doet altijd iets met de ruimte en dit werk brengt de ruimte van buiten naar binnen en verandert daardoor ook de binnenruimte. Bovendien isoleert het je in de binnenruimte door de koptelefoon met voetstappen en buitengeluiden. Tegelijk neemt het je mee naar buiten terwijl je binnen blijft. Zo ben je jezelf gewaar in de binnenruimte terwijl je de buitenruimte waarneemt en ben je door de geluiden getuige van het gelijktijdig binnen en buiten zijn, van de driedimensionale binnenruimte en de tweedimensionale buitenruimte op het beeldscherm, een landschap, dat zich driedimensionaal voor je ontvouwt als je over de rand van het beeldscherm kijkt. Al deze waarnemingen hebben betrekking op de aanwezigheid die sculptuur altijd bewust veroorzaakt: het er-zijn van het ding dat het aanwezig zijn van jezelf bekrachtigt. Het werk van Kay is kunsthistorisch en filosofisch interessant, omdat het de illusie van het beeldscherm verbindt met de illusie van het landschapsschilderij, en dat wat elk schilderij doet: namelijk ons doen geloven dat er achter haar oppervlak écht iets is, ons nu ook nog eens echt laat ervaren, en dat nog wel in een tweevoudige ruimte. Onweerstaanbaar dringt het woord verdubbeling zich op, dat je naar grote filosofen brengt zoals Nietsche, Foucault en Merleau-Ponty. Over hen spraken we niet. Daarvoor is dit werk - gelukkig - te visueel, te opvallend zonder woorden. Je wilt het ook nog even zonder woorden houden, zonder zware theorieën beleven, zolang als de onverbiddelijke timer van Kay, die haar exact zeven minuten de tijd geeft voor haar wandeling, je toestaat.
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties