Binnen deelt een diagonale wand de witte White Cube in twee zichtbare ruimtes. Er valt een heleboel tegelijk op: dat een wasmachine de lange schuine wand draagt. Dat deze wand alleen vanaf de wasmachine tot het plafond reikt en de onderkant vrij laat. Dat je daaronder alleen benen en voeten ziet lopen of stilstaan. Dat een varen, in een pot op een uit de wand naar voren stekende ijzeren stang, heftig rondtolt, aangedreven door een motortje. Dat de bladeren nog even natrillen als hij na een paar seconden stopt. Dat er een rinkelend geluid van links komt, (daar staat, na later blijkt, een video van een ronddraaiende pijpenkast, die zich in een winkelvitrine bevindt en die stilvalt als de deur van de winkel opengaat of sluit, dat is buiten het beeld...)
Als de eerste indruk stokt, blijft ons oog hangen bij de zuil aan het eind van de ruimte.
Hij meet ongeveer 1.80 en staat met zijn ' voet ' in een koffiezetapparaat. Het hele ding is strak in plastic geseald, voet en zuil zijn daardoor ' versmolten'. De vergelijking met de eindeloze zuil van Brancusi dringt zich op. In tegenstelling daarvan, wordt deze zuil op de top bruut afgetopt door het stevig afgehechte plastic. Beknot in zijn vrijheid, staat de voet bekneld in het elektrische apparaat. Het maakt de zuil een beetje afgestorven. Door het plastic heen zie je de prachtige ellips, de structuur van het hout. Van enige afstand gezien, is het een lelijk plastic ding.
Om de hoek is iets geheel anders. Een plank met de korte kant bevestigd aan de muur, steekt op ooghoogte zeker 70 cm de ruimte in. Daarboven zweeft een kortere plank met daarop een rode waterpas. Nee, er zijn geen touwtjes, de plank met waterpas zweeft boven de lange plank. Hij draait zelfs een beetje. Fascinerend, hier werkt een magnetische veld. Met niemand om ons heen is het een betoverend gezicht. Blijft de waterpas daar hangen of volgt hij ons zo dadelijk als we de hoek omslaan naar de andere kant van de muur?
Bram de Jonghe, de Gentse kunstenaar, legt ons uit wat we al dachten. Hij vertelt dat hij is opgeleid als klassiek beeldhouwer, ' Rodin en zo'. Sindsdien experimenteert hij met ruimtes, met kunst die beweegt, zowel in de ruimte als op het platte vlak.
Een ander werk hangt om de hoek, tegen een rechte wand. Het is een TL buis, waar met kleefband 5 kleine tekeningen aan gehecht zijn.De TL-buis draait rond, om zijn eigen as en blijft licht geven, ondanks het draaien. De afstand tot de wand is zó, dat de tekeningen door het draaien van de buis tegen de wand botsen, daar even aarzelen terwijl de buis verder draait, totdat ze met een schokkerige beweging los vallen van de wand. Op dat moment kun je de afbeeldingen even goed bekijken, totdat ze weer verder draaien. De tekeningen lijken ideetjes voor sculpturen en projecten, maar zonder toelichting is niet precies duidelijk wat ze voorstellen. Het werk heeft ook geen titel waar je iets uit kunt opmaken. Trouwens, geen een werk in deze tentoonstelling heeft een titel, zelfs niet het beruchte ‘geen titel’. Met name dit werk met de tekeningetjes vinden we erg ‘Vlaams’. “Het doet me hier allemaal ook wel aan Kamagurka denken”, zegt Marlies.
Het gaat wel zeker over waarnemen allemaal, dat is duidelijk. Dat komt door de ongerijmdheden die er te zien zijn, raadselachtige dingen waarvan je denkt: heeft de kunstenaar het zo gezien, (gevonden, trouvé), of heeft hij het geënsceneerd? Er hangen een paar kleine beeldschermpjes op de diagonale wand. Ze hangen verticaal, en tonen een verticaal filmbeeld. ‘Portrait’ heet die stand in drukkerstermen, en dat valt op want ze zijn tegengesteld aan ‘Landscape’, het normale liggende formaat van onze films, televisietoestellen en mobiele telefoons. Op één van de schermpjes zie je een rond gat, waarachter water snel voorbij stroomt. Staat het gat stil en stroomt het water daarachter, of is het gat onderdeel van een snelle boot, die zich door het water klieft? Maar dan staat het eigenlijk ook stil. Dit is poëzie, een staand filmbeeld van een paar vierkante centimeter, waarop twee elementen, een stilstaand gaatje en stromend water, dat de vraag oproept naar wat beweging is, hoe die wordt opgeroepen, hoe die wordt waargenomen en hoe die tegelijkertijd feitelijk ondefinieerbaar is.
Poëtisch is ook de beweging hierboven. Achter deze tekening bevindt zich een kleine TL-lamp, waardoor we in tegenlicht naar het paar kijken, op papier dat enigszins doorschijnt. De verlichting achter het papier versterkt het gevoel dat ze zweven. Worden ze voortgedreven door de propeller? Rijden ze wel op de grond of is het een luchtfiets? Is dit de ideale Belgische twee-eenheid: de kunstenaar met zijn vriendin op een fiets, hét symbool van België? En dan ook nog beiden in dezelfde houding en de broek van de man even lang als de rok van de vrouw. Zelfportret van de kunstenaar, droom? Wat hangt daar boven het achterwiel?
Deze film maakte Bram in Portugal. Een fontein spuit een dichte waternevel. Dan, onverwacht, stopt de fontein en langzaam verdwijnt de nevel Je ontwaart scheepsmasten die bewegen in de haven. Er rijdt ook een trein voorbij, je ziet nog net de rand van het dak. Pas dan besef je dat je tegen de wand van een fonteinbekken aankijkt, en dat het vergezicht zich afspeelt, ver achter de fontein.
Tamelijk bizar is ook deze film. Deze constructie, waarvan je hier in de white cube zou kunnen denken dat het een kunstwerk is, blijkt een bestaande draaimolen te zijn. Hij slingert met hoge snelheid vissen in het rond, die daardoor gedroogd worden. Dat is nog eens iets anders dan de rekken stokvis die in het hoge noorden overal te zien zijn. Maar goed, dit is geen sculptuur, dit is een film van de ware werkelijkheid, vertelde Bram, die het hoorde van de visser die deze inrichting zelf gebouwd had. Wij hebben hem in P/////AKT in perspectief gefotografeerd, want de afstand tot de tegenoverliggende wand was te kort voor onze groothoeklens.
Humor en opmerkzaamheid gaan in deze tentoonstelling samen. Subtiel wordt de aandacht gevestigd op onze manier van kijken, of het nu een sculptuur betreft, een tekening of een video.
De concentratie om dat waarnemen zo goed mogelijk te laten slagen wordt ondersteund door de gewijzigde indeling van de ruimte. Architectuur aangepast aan sculptuur en kunst, met een duidelijke looprichting. Bovendien zijn alle installaties en sculpturen geruisloos.
Het kijken lokt nieuwe vragen uit. Een bezoeker vraagt aan Bram of de waterpas zich als een kompasnaald op het noorden richt, maar dat is niet het geval. (We controleren het met een kompas.) Het antwoord is echter niet belangrijk: het gaat om de vraag zelf, die het mediteren mogelijk maakt, over een mogelijk juist antwoord. Al die tijd bleef het plankje bewegen en langzaam ronddraaien, wat volgens Bram wordt veroorzaakt doordat de waterpas niet exact in het midden lag. Onverklaarbaar. Even onverklaarbaar als al die andere werken waar wonderlijke dingen te zien zijn, die niet vragen om een interpretatie, maar vooral om geaccepteerd te worden zoals ze zijn. Blije verwondering hoeft geen uitleg.
(Opmerkzaamheidsspanne; P/////AKT Amsterdam; nog tot 22 maart 2015; do-zo 14:00-18:00uur)
(Als u op de foto's hieronder klikt, ziet u een vergrote versie)
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties