Keien kunnen niet knuffelen. Ze kunnen wel leunen tegen elkaar. Of naar elkaar, want het is niet helemaal duidelijk of deze twee elkaar wel echt raken. De linker leunt iets meer naar de rechter, die steunt, of klaar staat om steun te verlenen. Leunen is altijd een activiteit van twee, steunen en gesteund worden, je samen voelen, samen zijn. Miljoenen jaren oud. Een tijdspanne waarvan je geen innerlijk beeld kunt maken, een soort eeuwen overspannende brug. Hoe hebben ze elkaar gevonden, deze twee. Allebei gerond, maar ook geblutst, zelfs gekrast, nooit geheeld. Littekens, sporen van polijstkracht van water en wind, van vorst en zon. |
|
Als bij oude mensen is hun kleur vergrijsd. Er is nog samengeperst blad en groen in hen herkenbaar, zoals in de haag op de achtergrond, geplet en samengebald tot donkere spikkels. De haag is duizenden blaadjes, de steen ontelbaar blad en tak en twijg en groendiertjes -in kalk. Kalk is zozeer gebald dat vegetatie en fossielen niet meer herkenbaar zijn, alles wat ooit onderscheiden natuur was, is nu één. Sereen. Vrede met het natuurlijke verloop van het leven. Weer opgenomen in het niet-kenbare geheel, de eeuwige chaos. Het gekwebbel in de stoeltjes rond het perk ebt weg. Bewust zijn wordt zij twee samen, de warmte van de zon, de koelte van de nazomer, splinter in het universum, rust. Vrede is een vorm van liefde. Een knuffel, een kus. |
Deze keien zijn bijzonder. Hun vorm spreekt. De rechter neigt naar de ander maar geeft niet helemaal toe aan de druk, die de linker met zijn volle gewicht, - hij (denk ik) lijkt iets zwaarder -, op haar (wie weet?) uitoefent. Keien zijn gezocht, gevonden, bij elkaar gebracht en niet gekneed, gegoten of gehakt, door de kunstenaar. Ze zijn puur natuur. |
Erotiek van de mens zoals bij Brancusi, Rodin en Canova is afwezig. De keien zijn niet alleen dezelfde soort maar hun geslacht lijkt hetzelfde of is onkenbaar voor ons. |
Misschien zijn zij hermafrodiet, zowel man als vrouw, als de beroemde sculptuur uit het Louvre. In de natuur doen hermafrodieten ook aan de liefde. |
Deze twee gevonden stenen zijn een metafoor, een beeldspraak voor een eeuwig durende ontmoeting. Zonder de belangstelling voor de seksualiteit in ons tijdperk. Maar Lee Ufan brengt ons terug naar een natuurlijk rendez-vous . |
De keizer in de haag is jaloers. Afgunstig onder zijn laurierkrans, in zijn eigen nis op zijn gebogen sokkel, op het onpersoonlijke betonnen blok. Op zijn eentje. Gedwongen voortdurend te kijken naar het paar, zonder ooit nog zelf -, de ergste tantaluskwelling, onbereikbaar. Van hier af gezien is het duidelijk: het kan de keien niets schelen wie er kijkt. Ze gloeien.Ze zijn amechtig. Ze reiken met hun meest gevoelige punt naar elkaar. Ze overbruggen de afstand die de grond hen scheidt. Het gaat lukken, dat beloven ze elkaar. Geen keizer zal hen ooit nog scheiden. Liefde is eeuwig, als de kus van Brancusi, Rodin, Canova. |
Het gras is niet lang geleden gemaaid. Nauwelijks zichtbaar liggen twee kettingen van roestend ijzer in cirkelvorm, elk rond een kei. Het is niet te zien of de kettingen elkaar, in de opening onder de keien, overlappen. Elke kei een eigen territorium of gevangenis. Als de kettingen niet overlappen is er altijd nog de tragedie van de twee koninskinderen, daar onder het oog van de keizer. Het maakt de liefde nog eeuwiger, maar de blijdschap voorbij, het verdriet aan hen geklonken. |
Gelukkig is er een tekening, eigenhandig door de kunstenaar gemaakt. Wij hebben het niet kunnen zien, maar ergens in de vervlogen tijd zijn de twee keien, vanuit het midden van hun cirkel, opgeschoven naar de rand. En precies boven de overlapping van de kettingen, de overlapping die te klein is om elk van hen in zijn of haar of hun geheel toe te laten, precies daarboven raken hun snuiten elkaar echt. Ze zijn twee keien, zoals twee mensen twee mensen zijn, L, H, B, T, Q of anderszins, er is geen probleem. Dat wordt duidelijk in een andere tekening van Lee: |
Op de tekening dezelfde twee stenen, dezelfde stalen cirkels en een lichtbron in het midden, tussen de stenen in, precies boven de overlap. Linksboven in het handschrift van de Lee Ufan: “Relatum – Dialogue”. Rechts boven staat: ekstasis light 20W. De lamp tussen hen in verlicht hun aanzichten en werpt hun schaduw ruggelings naar buiten. Ook deze dialoog is een ontmoeting, een rendez-vous dat kan uitlopen op een kus of een knuffel. Maar eerst moeten de stenen de oversteek nog maken door de cirkels heen. Er is een mooie tekst van Lee die veel zegt over zijn werk, op de website van Kukje Gallery in Seoul. (**) Ik geef hem hieronder weer: |
|
Bronnen * ** https://static.frieze.com/files/event/press *** Alle foto’s, tenzij anders vermeld, © Mandarte. |
In the modern era we cannot function, as the world is haunted by the specters of 'God,’ 'Man,’ and now ‘Information.’ These ghosts shroud the whole world; the entireuniverse. Virtual reality cannot be made physical. It is unreachable and looks to be seen but is actually a closed world without substance or exterior. Humanity must beregenerated as one entity interacting with the external, moving beyond the ghost of the self-centered 'human,’ so that to encounter that which is beyond us becomes most important. My work is extremely simple but has a unique physicality. It is neither object nor information. Rather it acts as an intermediary, an open gate, through which to see both sides. In short, my work is a place to encounter oneself and others, both the internal and the external; suggesting a new reality. – Lee Ufan (***) |