Eerst wandelden we rond, aangetrokken door de immense schaalvergrotingen en ontdekten pas aan het eind het begin van de tentoonstelling: de kabinetten met tekeningen en een supertransparante huis-kas.
Toen hadden we al de enorme tafelhoek en borden stapels achter ons gelaten, waar we nog driftig hadden gediscussieerd over de overeenkomsten en verschillen met het werk van Claes Oldenburgh.
Omdat de sfeer van de kas zo totaal anders was dan die van het eerder geziene meubilair, hadden we eerst niet door dat dit ook een beeld was van Robert Therrien. Al pratend en aan elkaar opnoemend wat we zagen, werden we ons de ongezonde steriele transparantie gewaar die niet alleen de kas betrof, maar ook alles wat er binnen aanwezig was.
Hier kijken we binnen door een openstaande deur, terwijl de foto is genomen door het met gaas versterkte glas aan de overzijde.
Uiteindelijk kwamen we door de combinatie tekeningen-reuzenmeubilair-doorzichtkas tot een redelijke interpretatie van wat we hadden gezien. Maar het was nog niet klaar en niet helemaal bevredigend: op de terugweg naar huis heeft ieder van ons nog wel wat gedachten aan deze tentoonstelling gewijd. Want het werk blijft voor een deel raadselachtig of 'vervreemdend', het meest gehoorde woord op deze tentoonstelling. Alledaagse voorwerpen, allemaal transparant gemaakt en opgesteld in een transparant huis, maken de band met hun vroegere eigenaren wel erg vergeestelijkt: een kijkje in het schimmenrijk van de overzijde van de Stix, de betonnen vloer waarop wij nog heel aards en levend stonden te kijken.