(Leestijd: 3 - 6 minuten)

 

We zien de laatste tien jaar een verschuiving in de kunstmusea, waarbij musea het steeds belangrijker vinden om bij de het maatschappelijk debat aan te sluiten, schijnbaar meer dan om kunst te bevragen op zijn kwaliteit als kunst. Verbinden, verhaal vertellen, internationaal en inclusiviteit zijn modetermen geworden. De omstandigheden waaronder een kunstwerk ontstaat worden bepalend, ook - en soms vooral - als wij in het westen die omstandigheden niet kennen. Het gevolg is dat de makers vaak meer in de spotlight staan dan hun werken. AI Weiwei dankt zijn populariteit voor een groot deel aan zijn vermogen, om de in China geldende maatschappelijke structuren te verbeelden met middelen uit de Westerse kunstgeschiedenis.

In de woorden van de Duitse filosoof Christoph Menke:

Noch nie war die Kunst sichtbarer, präsenter und prägender als heute, und noch nie war sie zugleich so sehr ein bloßer Teil der gesellschaftlichen Prozesse: eine Ware, eine Unterhaltung, eine Meinung, eine Erkenntnis, eine Handlung. Die gesellschaftliche Allgegenwart der Kunst geht einher mit dem zunehmenden Verlust dessen, was wir ihre ästhetische Kraft nennen können. [Menke Ch. (2013 Die Kraft der Kunst Suhrkamp taschenbuch wissenschaft; p11, These 1, 1e Alinea]

Nooit eerder was kunst zichtbaarder, meer aanwezig en vormend dan nu, en nooit eerder was het slechts een onderdeel van sociale processen: een handelsartikel, een gesprek, een mening, een kennis, een actie. De sociale alomtegenwoordigheid van kunst gaat hand in hand met het toenemende verlies van wat we de esthetische kracht ervan kunnen noemen.
Deze tekst is voelbaar geschreven door een filosoof die geschoold is in de Marxistische opvattingen: het kunstwerk is op de eerste plaats een product dat ontstaat binnen een bepaalde maatschappij op een bepaald moment. Ik beschouw Christoph Menke als een van de belangrijkste eigentijdse denkers om het werk van Ai Weiwei te ondervragen.

(zie ook mijn weblog uit 2012: https://www.mandarte.nl/weblog/282-ai-wei-wei-in-de-pont-tilburg)

 

Grapes (2010) houten krukken (uit de Qing Dynastie, 1644-1911) 193 x 202 x 191 cm

Voor Grapes gebruikte Ai Chinese krukken uit de periode van de Qing-dynastie (1644- 1911), die eeuwenlang door mensen uit de lagere klassen werden gebruikt.
Ze zijn allemaal van hetzelfde type, maar elke kruk heeft zijn eigen geschiedenis. De krukken werden op de traditionele manier gemaakt zonder het gebruik van spijkers of lijm en Ai heeft ze met dezelfde techniek aan elkaar verbonden. Om met elkaar een harmonieus geheel te vormen moest elke kruk een van zijn poten en daarmee zijn onafhankelijke bestaansrecht opgeven. In die zin staat dit werk ook symbool voor de dynamiek van het moderne China en de voortdurende spanning tussen individualiteit en maatschappij.
Bron: https://depont.nl/collectie/kunstenaar/ai-weiwei/grapes/info

Christoph Menke is hoogleraar praktische filosofie aan de Wolfgang Goethe Universiteit Frankfurt am Main, Duitsland.
Laatste publicaties in Suhrkamp Verlag:
De revolutie van de mensenrechten Teksten over een nieuw concept van de politiek (2011) (stw 1988, samen met Francesca Raimondi ),
Kracht: Een basisconcept van esthetische antropologie ( 2008 ) en
De aanwezigheid van de tragedie: Een poging tot oordeel en spel (2005) (stw 1649 )
(NB stw = suhrkamp taschenbuch wissenschaft)

Uit: Die Kraft der Kunst:

These 1 luidt:

1. Noch nie in der Moderne gab es mehr Kunst, war die Kunst sichtbarer, präsenter und prägender in der Gesellschaft als heute. Noch nie war die Kunst zugleich so sehr ein Teil des gesellschaftlichen Prozesses wie heute; bloß eine der vielen Kommunikationsformen, die die Gesellschaft ausmachen: eine Ware, eine Meinung, eine Erkenntnis, ein Urteil, eine Handlung.
Noch nie in der Moderne war die Kategorie des Ästhetischen so zentral für das kulturelle Selbstverständnis wie in der gegenwärtigen Epoche, die sich im anfänglichen Überschwang »postmodern« genannt hat und sich nun immer deutlicher als eine nachdisziplinäre »Kontrollgesellschaft« (Deleuze) erweist. Noch nie war das Ästhetische zugleich so sehr ein bloßes Mittel im ökonomischen Verwertungsprozeß – sei es direkt, als Produktivkraft, sei es indirekt, zur Erholung von den Anstrengungen der Produktion.
Die ubiquitäre Gegenwart der Kunst und die zentrale Bedeutung des Ästhetischen in der Gesellschaft gehen einher mit dem Verlust dessen, was ich ihre Kraft zu nennen vorschlage – mit dem Verlust der Kunst und des Ästhetischen als Kraft.

Nog nooit in de moderne tijd was er meer kunst, was kunst zichtbaarder, meer aanwezig en vormend in de maatschappij dan vandaag. Nog nooit was kunst tegelijk zozeer een deel van het maatschappelijk proces als vandaag; slechts een van de vele communicatievormen: een handelswaar, een mening, een inzicht, een oordeel,een handeling.
Nooit eerder in de moderne tijd was de categorie esthetiek zo centraal voor het culturele zelfbeeld zoals in het heden, in het tijdperk dat zichzelf, in de eerste uitbundigheid, “postmodern” heeft genoemd en zich nu steeds duidelijker als postdisciplinaire "controlemaatschappij" ( Deleuze ) toont. Nooit eerder was de esthetiek slechts een middel in het proces van economische uitbuiting - zij het rechtstreeks, als een productiekracht, zij het indirect, om te herstellen van de productie-inspanningen.
De alomtegenwoordige huidige aanwezigheid van kunst en het centrale belang van esthetiek in de maatschappij gaat hand in hand met het verlies van wat ik voorstel om haar kracht te noemen - met het verlies van kunst en esthetiek als kracht.

[NB: Een aangenaam boekje om je te verdiepen in deze toch wel ingewikkelde taal is geschreven door Christiaan Weijts met als titel Aanraken a.u.b., Please touch, Pleidooi voor kunst als kracht; Den Haag, Instituut voor Kunst en Kritiek; ISBN 978-90-79917-74-7]

Direct op These 1 volgt These 2:

2. Es ist kein Ausweg aus dieser Lage, die Kunst und das Ästhetische als Medien der Erkenntnis, der Politik oder der Kritik gegen ihre gesellschaftliche Absorption in Stellung zu bringen. Im Gegenteil: Versteht man die Kunst oder das Ästhetische als Erkenntnis, als Politik oder als Kritik, so trägt dies nur weiter dazu bei, sie zu einem bloßen Teil der gesellschaftlichen Kommunikation zu machen. Die Kraft der Kunst besteht nicht darin, Erkenntnis, Politik oder Kritik zu sein.

Het is geen uitweg uit deze situatie, om Kunst en het esthetische als medium van kennis, van politiek of van kritiek tegen haar maatschappelijke opslurping in stelling te brengen. In tegendeel: begrijp je de Kunst en het esthetische als kennis, als politiek of als kritiek, dan draagt dat er alleen maar toe bij, om ze louter een deel van de maatschappelijke communicatie te maken. De kracht van Kunst bestaat er niet uit Kennis, Politiek of Kritiek te zijn.

In aflevering 7 “Terug naar het beeld” gaan we op zoek naar wat die Kracht van Kunst zou kunnen zijn, maar eerst, volgende keer, in aflevering 6, gaan we wat mijmeren.

1000 Resterende tekens