Het werd in Arnhem voor de opening van de tentoonstelling door de stad gedragen en op de foto zie je hem op datzelfde onderstel staan in de bosrijke omgeving van het park. Het is niet gemakkelijk te beschrijven en het had ook niet veel beschrijving nodig, want de meeste mensen die ik rond het beeld heb aangetroffen waren er behoorlijk van onder de indruk. In dit geval zegt een foto meer dan 100 woorden.
In feite zag je op de draagbaar een standbeeld staan, vastgeklonken met allerlei banden over de schouders, om het tegen omvallen te behoeden. Het beeld zelf was opgebouwd, zo te zien, uit platen hardboard, piepschuim en gips en misschien ook nog wel uit klei, maar dat weet ik niet zeker. Zijn handen waren veel te groot in vergelijking met het lijf en het hoofd, en de rechterarm was afgebroken en provisorisch voor het beeld vastgemaakt. Het hoofd was volledig mismaakt, alsof het door een reusachtige machine geplet en verwrongen was. Het was nog zeker als hoofd te herkennen maar de uitdrukking, dat wil zeggen de emotie die het bij de toeschouwers opriep, was niet duidelijk. Ik heb interpretaties gehoord die verliepen van verschrikkelijk, via ongelukkig, naar beschouwelijk. Daar zal de titel niet vreemd aan zijn geweest, althans niet het woord Hermit, dat wil zeggen kluizenaar.
De verrassing kwam wanneer je om het beeld heen liep en zag dat hij op de achterkant, op zijn rug, een foto lijst meedroeg, waarop vraag een ongeschonden gezicht te herkennen was. Dit gaf onmiddellijk richting aan nieuwe interpretaties, want nu leek het alsof een mismaakte kluizenaar zijn eigen ongeschonden beeld, dat wil zeggen zijn vroegere ik, op zijn rug mee torste. In 2008 heb ik met acht groepen de tentoonstellingen in het Arnhemse stadspark bezocht, en elke keer werd dit beeld als een van de in dringendste ervaren.
Het wordt nog iets wranger wanneer je op de hoogte bent van het voormalige, Engelse gebruik, van enkele rijke grootgrondbezitters, die in hun Engelse tuinen achter hun immense buitenhuizen schuurtjes lieten optrekken, waarin zij (zogenaamde) kluizenaars huisvestten. Deze kluizenaars waren geen echte kluizenaars, maar werden ingehuurd om zich van tijd tot tijd in de tuin voeren optrekje te vertonen, voor het plezier van de landlord en zijn gasten. Dit excentrieke gebruik heeft niet echt gewoekerd, maar het heeft wel bestaan, en het is met name door vermeldingen in de literatuur bekend geworden.
Zo bekeken levert dit beeld van Matthew Monahan een nieuw commentaar op alle kunst op dat moment, in het park om hem heen. Het wordt nu wel erg dubbelzinnig wanneer je de vraag stelt of dit nu echt de kunst is of niet.
(Wordt vervolgd) Reageer !
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties