De zwarte getekende wanden doen denken aan terracottamuren. Hun vormen als gebogen kleiplakken. Er zouden overhangen kunnen zijn. Ze zouden opnieuw in elkaar geschoven kunnen worden, of tegen elkaar, volgens een andere grondslag. Zodat de ruimte meer open wordt of juist meer ingekeerd. Al naar gelang de stemming van de beeldhouwer, of de dichter. Het verkennen schrijdt voort.
De ruimte is altijd onderdeel van een omvattende ruimte. Het huis van de dichter, dat de klanken van Bach’s cellosonates laadt ontsnappen, is gevestigd in een ruimte, waarheen die klanken ontsnappen. De vervormde accolades zijn het fundament van muren die de ene ruimte scheiden van de andere. Ruimtes zijn er altijd weer, binnen andere ruimtes en ervoor, ernaast, erachter en erboven. De kunstenaar heeft ze niet moedwillig geschapen maar hij heeft ze verkend, op zoek naar wat de ruimte het meest eigen is: ruimte.
De ruimte verkennen (Chillida 17)
- Gegevens
(Leestijd:
1 - 2 minuten)
Mijn reacties
Abonneren