(Leestijd: 3 - 6 minuten)
     Je moet het lef maar hebben. En dat is wat, na 10 jaren statische kunstgeschiedenis in de kelder. Niemand wist eigenlijk goed raad met de duistere en doodstille megakelder van Benthem Crouwel architecten. Rein Wolfs, de huidige directeur, kiest voor een tijdelijke tentoonstelling in de kelder en het tonen van de collectie in de oudbouw. Een verademing, vind ik, maar dat komt misschien wel omdat de installatie van Anne Imhof er zo goed past. En omdat de ‘oude’ nieuwe kunst zoveel beter thuis is in de oudbouw.
 

Wat is er te zien

Meteen bij binnenkomst in de kelder is het duidelijk: de kelder is weer één grote ruimte, dit keer in beslag genomen door één enorme installatie. Die bestaat uit stapelingen van grote vloeistoftanks in roestvrij stalen hekken, rijen opgestapelde autobanden waar de hele ruimte naar ruikt, gigantische luidsprekerzuilen waar onafgebroken geluid uit stroomt, lege plastic kratten, ijzeren manshoge lockers, archiefkasten, glazen ruiten en andere magazijnstellingen, alles op elkaar en tegen elkaar aan gestapeld. Er zijn slechts twee doorgangen, letterlijk gangen, van de ene lange kelderzijde naar de andere. Een andere route loopt om het geheel heen, langs de keldermuren. Neem je de lange route, dan ontwaar je nog een paar lege ruimtes binnen de stapelingen en een paar platformen met ladders, die net doen alsof je erop zou kunnen klimmen om alles van boven te overzien. Het belangrijkste: het staat allemaal ondoordringbaar mutvol tegen elkaar, maar buitengewoon netjes geordend. Je voelt bij wijze van spreken de sporen van de heftrucks nog op de vloer.

Wat kan het betekenen?

Al wandelend dringt de vraag zich op waar dit je aan doet denken. Er zijn meerdere opties, maar een ervan is dat je je bevindt in een levensgrote maquette van een grote stad, de ruimte volgebouwd met hoogbouw en enkele pleintjes ertussen. Het gaat onmiskenbaar over architectuur, maar dan wel eentje die is ontdaan van fantasie en alleen maar bestaat uit prefab blokken, kolommen en zuilen, platen en rechthoekige volumes. Saai gebruiksgoed in kubieke, doos, trommel- en schacht-vormen. Architectuur die niet meer de naam architectuur verdient, maar deprimerend werkt door zijn eenvormige karakter. Onpersoonlijk vooral.
Uiteindelijk beland je in de twee zijruimtes van de kelder. Hier kledinglockers in rijen met net iets te nauwe doorgangen. Een bredere midden gang die uitkomt tussen twee open ruimtes, links en rechts, waarop enorme videoschermen. Tegenover de videoschermen zitbanken van waaruit je de taferelen kunt zien, plat op de grond ervoor isolatieplaten (of iets dergelijks) voor de bouw. Zonder de afloop te verraden op het rechterscherm een paard, en vooral zijn ogen, en op het linkerscherm een vrouw in spijkerbroek en ontbloot bovenlichaam, die als een archaïsche, Grieks ‘korè’ door een vervallen fabriekscomplex dwaalt. In werkelijk maagdelijke, witte sneeuw. Beide ensceneringen zijn losgezongen van bestaande werkelijkheden en brengen de totale installatie op het niveau van beeldspraak. Architectuur, lockers, kisten, dozen, boxen en platen, paarden, halfnaakte vrouw, sneeuwlandschap, vervallen fabriekscomplex en niet te vergeten de overal aanwezige geur en indringende soundtracks zijn zinnebeelden die veel mogelijke betekenissen dragen. Wat vooral “aantrekkelijk” is en je laat blijven is de esthetiek van het geheel. Een sombere, vereenvoudigde schoonheid die diepere lagen doet vermoeden, een intellectueel vernis over een unheimlich gevoel.

     

`

 

 

 

 

 

 

 

 

Anne Imhof en Faust

IMGN MP INTERVIEW 01 RGB F1Dat Anne Imhof het lef heeft om grote installaties te organiseren, weten we van haar enscenering van het Duitse paviljoen op de Biënnale van Venetië in 2017. Daarvoor kreeg ze de Gouden Leeuw. Hoewel er indringende performances werden getoond was alleen al de manier waarop ze de architectuur van het gebouw had gestript en opnieuw ingericht, met een verhoogde glazen vloer, zeer indrukwekkend.

 

 

 

 

 

 

 (Foto Interview Magazine)

 

Faust 2017 Foto Le Monde
(Foto: Le Monde)

Het ‘interview magazine’ schreef daarover:

“Imhofs onbezonnen, in-your-face performance-endurance stuk, getiteld "Faust", werd tegelijkertijd gevierd en bekritiseerd vanwege zijn broeierige nihilisme, zijn gelijkenis met de beeldtaal van mode en reclame, zijn verheerlijking van jeugdculten, zijn oprechtheid en zijn wreedheid en zijn verveling.

https://www.interviewmagazine.com/art/anne-imhof-is-creating-hard-core-performance-pieces-that-speak-to-the-anxieties-of-a-new-generation
Photographed by Mark Peckmezian

 Interpretatie

Anne Imhof (Giessen 1978) is 44 jaar. Ondanks haar leeftijd draagt deze tentoonstelling de titel “Jeugd”. Veel krantenartikelen zijn het erover eens dat zij “de artistieke stem van een jonge generatie” is, aldus de tekst op de site van het Stedelijk Museum. Maar waarop baseren zij dat idee, hebben zij er alle jeugd naar gevraagd? En daar bovenop beweert het museum dat het haar gaat om ‘nihilisme’, “de overtuiging dat het leven eigenlijk zonder zin of doel is”. Als dat zo is, waar maak je je dan druk om, waarom vul je dan 1100 vierkante meter vol esthetische geordende beeldspraak?
Het is geen al te grote moeite om een rijtje op te stellen met verwijzingen van haar installatie naar de kunstgeschiedenis van het westen. Om te beginnen bij de archaïsche Griekse tijd, via de Architectuur van de ‘Modernen’ naar de Brillo Boxes en ‘Factory’ van Andy Warhol. Er zijn er nog meer en ik wil u vooral aansporen om er zelf te gaan kijken. Ik ging naar huis met een gevoel van ‘dit is zó Duits’ en de vraag ‘Waar zijn al die andere werelddelen, die in de ‘jonge’ kunst zo innig worden omarmd? Misschien slaat de titel Youth op een andere jeugd, dan die ik ken. En misschien is het wel juist aantrekkelijk, om een installatie te beleven die aansluit bij onze eigen, westerse ‘roots’. (‘Wortels’, bedoel ik, er is al genoeg nep-engels in onze taal geslopen. Hoewel deze Engelse titel duidelijk uit Duitsland komt en wie weet wat ze daar precies met deze term bedoelen?)

De belangrijkste elementen in de tentoonstelling wijzen op een tegenstelling tussen een benauwd claustrofobisch stedelijk gevoel en een verlangen naar ruimte en natuur. Alles wat de mens bouwt, suggereren de ruimtelijke installaties en de video’s, sluit ons in en beperkt onze ruimte. Alles wat herkenbaar is als natuur is nostalgisch, schept ruimte en een behaaglijk gevoel. De hele thematiek doet me denken aan de film Soylent Green. Deze sciencefiction uit 1973 speelt toevallig in het jaar 2022. Ik weet helemaal niet of Anne de film kent. Maar het gevoel in de film over een samenleving zonder hoop, die veel heftiger is dan deze installatie, raakt enerzijds aan de wanhoop die hier zichtbaar is en anderzijds aan de waarschuwing die het kunstwerk wil geven: zet de toekomst niet op het spel en spaar de wereld. Een boodschap die niet alleen bedoeld is voor de jeugd.

Stedelijk Museum Amsterdam, nog tot 29 januari 2023

1000 Resterende tekens