De kunst waarop Tilroe haar betoog baseert is het spreekwoordelijke topje van de ijsberg: de kunstbeurskunst en verzamelaarkunst van kunstenaars die door alle musea worden aangekocht en waarover in alle kranten geschreven wordt. De kunst van de grote, internationale galerieën. Ze noemt ze zelf: Koons, Hirst, Van Lieshout. Ze betitelt ze als ‘marketeers’: marketing kunstenaars. Hun tegenhangers noemt ze ‘de subversieven’. Van hen noemt ze geen namen. Ik weet niet of ze degenen bedoelt die dagelijks, vanuit een innerlijk moeten, zonder rechtstreekse gerichtheid op de markt, met moreel besef, vol persoonlijke integriteit hun atelier betreden, om verder te timmeren aan hun dingen die nu eenmaal gemaakt willen worden. Het tweede echelon, dat vaak over het hoofd wordt gezien. Ik noem hen: het belemmerde vermogen.
Met belemmerd vermogen verwijs ik naar het enorme potentieel dat de ‘gewone’ kunstenaars bezitten, maar dat niet wordt aangeboord. Terwijl de kranten en de kritiek zich allemaal storten op de paar uitzonderingen - wie schreef het afgelopen jaar niet over Louise Bourgeois - krijgen talloze kunstenaars geen kans. Niet de kans om eens iets groters te maken dan hun eigen moeizaam verdiende geld mogelijk maakt. Niet de kans om eens spectaculair de krant te halen met een voltooid kunstwerk in de openbare ruimte. Niet de kans om eens daadwerkelijk een andere richting in te slaan, omdat hun decoratieve werk het in de galerie nu eenmaal goed doet. Is de zogenaamde marktwerking voor kunst wel zo gezond?
De vraag is: komen de marketeers alleen aan bod vanwege hun marketingstrategieën, of bieden ze de - heus niet achterlijke koper - echte kunst. En waarom komt dan het tweede echelon - het belemmerde vermogen - nauwelijks aan bod? Alleen vanwege hun gebrek aan marketingstrategie? Dat zijn wel de geluiden die we horen vanuit Den Haag: de kunstenaar moet meer ondernemer worden en het publiek bepaalt wat goede kunst is door de bezoekersaantallen bij concerten en musea. Oh ja, wie ging het afgelopen jaar niet naar Louise Bourgeois? Zijn de Beatles en de Rolling Stones kunst en Arnold Schönberg dus niet? Is Louise Bourgeois kunst en de kunstenaar die niet in het Haags Gemeentemuseum komt niet? Anna Tilroe zegt zelf op pag. 33:
[…] 'iedere succesvolle kunstenaar wordt nolens volens zijn eigen merk. Dat hoort bij de markt met zijn persoonsgerichte marketingstrategieën en celebrity-cultuur. Het is ook de consequentie van een kunstontwikkeling waarbij het onderscheid tussen kunstwerk en kunstenaar steeds vager is geworden'.
(Mijn onderstreping) De kunstenaar wordt verward met zijn kunstwerk: Het is niet meer 'een Jeff Koons' maar 'Koons' geworden. Dat brengt me bij het kunstwerk dat ik uit Anna Tilroes tentoonstelling bij deze discussie gekozen heb: de decoratieve kluizenaar.
(Wordt vervolgd) Reageer !