Dingen brengen ons in het hier en nu. Dingen bevestigen dat wij er zijn in de wereld.
Neem nu de trein. De trein is een ding. Je kijkt wel uit als je de spoorweg oversteekt.
Schilderijen zijn ook dingen. Foto's ook. Maar een trein op een schilderij, of op een foto, is niet gevaarlijk. Je hoeft er niet voor uit te kijken. Deze treinen zijn geen dingen en zijn niet in onze wereld. Ze zijn ergens anders. In de wereld van het schilderij of de foto.
In een verhaal, of een film, over een trein, is de trein ook geen ding. Zelfs als er iemand in het verhaal wordt overreden, of in de film de trein op een haar na mist, is de trein niet echt. Het verhaal kan spannend zijn, maar de trein is niet echt. Je hoeft niet uit te kijken, je hoort hem niet, je ruikt hem niet.
Een beeldhouwwerk, of sculptuur, is nooit alleen een drager, op die manier zoals een schilderij, dat ook een ding is, vooral de drager is van een afbeelding. Een afbeelding die ons verleidt ergens anders heen te gaan, in onze gedachten of fantasie. Soms is een sculptuur ook drager van een afbeelding, maar dan toch altijd nog allereerst een ding, een zelfstandig iets dat ook nog eens draagt.
Nagenoeg het beroemdste beeldhouwwerk dat ooit is gemaakt, dat in ieder geval het meest wordt bezocht door mensen uit de hele wereld, is de David van Michelangelo. Zowel het origineel als twee kopieën staan in Italië, in Florence. Het origineel binnen in de Accademia, om het te beschermen tegen slecht weer en vandalen. Een marmeren kopie staat op de Piazza della Signoria en een bronzen kopie op de Piazzale Michelangelo. Er zijn over heel de wereld heel wat kopieën te vinden, in marmer, brons en gips. Al die Davids zijn gemaakt van materiaal, zijn dingen die bevestigen dat wij in de wereld zijn, tenminste, als we de moeite hebben genomen er heen te reizen.
Deze Davids, allemaal, kun je gewoon bekijken als dingen. In Florence zie je dan gewoon een blote man, met een beetje erg grote hand, in een ontspannen spreidstand staan. Hij zal achter in de twintig zijn, schat ik. Hij staat hoog op een sokkel en is wel twee keer zo groot als een gewoon mens. Zijn linkerbeen staat een beetje ver weg van zijn rechter, maar alla, wat geeft het, zijn sixpack is in orde en hij heeft een lekker sportschoolpostuur. Een rechte neus en mooie bos krullen, wilskrachtige kin en gespierde armen. Als je goed kijkt zie je de hartvormige gaatjes in de pupillen geboord, waardoor het lijkt of het beeld echt kan zien (en een beetje loenst). Geen wonder dat zoveel mensen hem willen zien.
Een suppoost roept de hele tijd dat je geen foto’s mag maken. Dat is niet omdat het beeld er niet tegen kan, maar omdat je teveel opstoppingen krijgt, als al die toeristen gaan staan fotograferen. File-angst dus. Jammer, want ik zie overal toeristen achteloos met camera’s in de weer, zogenaamd niet fotograferen vanaf hun borst of uit de heup. Want ze willen een souvenir mee naar huis, een aandenken aan het moment dat ze hier écht waren, in het Hier en Nu, dankzij en samen met het marmeren beeld.
Deze Davids, de originele maar ook de kopieën, zijn niet alleen lichaam, ding, maar ook drager van een afbeelding. De afbeelding die een mooie, blote man laat zien, die nogal hautain in de verte kijkt, met nonchalant over zijn schouder gedrapeerd een slinger. Dat blote komt wel aardig overeen met het verhaal over David en Goliath in de bijbel, waarin verteld wordt dat David Saul's wapenuitrusting afdoet omdat die hem te zwaar is, en hij alleen met slinger en stenen de Filistijn te lijf gaat. David wordt daar een knappe, rossige, jongeman genoemd. Deze sculptuur is daarom niet alleen een naakte man, maar tegelijk drager van het bijbelverhaal, en drager van de voorstelling die daarbij hoort. Wij zien David, nu eens niet in onze gedachten, maar écht. Hij is in onze wereld gekomen en is daar nog steeds. Al vijfhonderd jaar bevestigt hij dat wij er zijn, als we tenminste de moeite nemen naar hem toe te reizen. Dan komen we daar in de Accademia plotseling terecht in een Hier en Nu, dat door hem wordt bevestigd, ook al stamt hij uit een tijd zonder treinen of foto’s van zeshonderd jaar geleden. Hoe Chinezen die niet aan de Bijbel doen hem bekijken, weet ik niet. (Je ziet er heel veel in de Accademia.) Voor hen is het dragen van het Bijbelverhaal wellicht niet belangrijk, maar ze zien dan toch een uitzonderlijk knap nagebootste, westerse man. Een man om tegenop te kijken.
Het Hier en Nu, het bevestigen van je aanwezigheid, ontgaat je, als je genoegen neemt met een foto, schilderij of prent, een tweedimensionale afbeelding. Zoals de prent die bewaard wordt in het Rijksmuseum. Maar daarover een volgende keer.
David
Nicolaas Braeu
(naar Hendrick Goltzius in het boek van Theodorus Schrevelius)
ca. 1586 - 1610
gravure, h 43 cm × b 33 cm
Collectie Amsterdam, Rijksmuseum
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties