Het is niet verbazingwekkend dat veel werken die hier getoond worden voornamelijk intellectueel overkomen, doordacht en met een sterk gevoel voor 'beperking' ofwel 'modern' in de vroeg-twintigste eeuwse zin van het woord: zonder overmatige versierselen of tierelantijnen, recht voor zijn raap en functioneel. Nu heet dat vaak 'saai', toen heette het 'zuiver'.
Die termen kunnen nog steeds gebruikt worden, ook bij dit werk dat van veel jongere datum is dan het woord 'modern'. Tegelijkertijd laat de tentoonstelling zien dat het niet betekent 'fantasieloos', want de verscheidenheid tussen de werken is groot. Omdat het werken niet streng in de leer zijn, en eerder zulke woorden oproepen, dan dat ze er uit zijn voortgekomen, is het wandelen door de zalen heerlijk genieten.
En prompt komt er een ander begrip naar boven: 'esthetisch', of gewoon, 'mooi'.Dat geldt ook voor de diersilhouetten van Jeroen Henneman en voor zijn in het doek gekerfde slaande figuren.
Het is typerend voor de opstelling door Fuchs dat hij deze figuratieve werken - en ook die van Veneman- samenbrengt in één tentoonstelling met het geometrische werk van Jan Maaskant, en de niet figuratieven Vroegindeweij en Preesman. Aangenaam verwarrend en tegelijkertijd geruststellend door schoonheid.