(Leestijd: 2 - 4 minuten)
David-Goltzius-150David met het hoofd van Goliath 1586-1590
Hendrick Goltzius

Pen en penseel op papier
h 27 cm × b 17 cm
Collectie A’dam, Rijksmuseum
David-Goltzius-det-150  

Op deze tekening uit de 16e eeuw zien we David. In zijn ene hand een enorm zwaard, in zijn andere het reuzenhoofd van Goliath, dat hij net – rechtsachter in beeld – heeft afgehouwen.
De kunstenaar die dit ontwerp voor een prent maakte, Hendrick Goltzius, heeft de David van Michelangelo zeker gezien. Hij neemt van hem de ontspannen houding in lichte spreidstand over. Dit in tegenstelling tot de heftige actie rechts, waar David met een enorm zwaard, een voet steunend op de rug van de gevallen reus, het hoofd van Goliath afhakt.

Afwijkend van Michelangelo’s beeld is deze David gekleed, hangt zijn slinger op zijn zij, heeft een reusachtig zwaard (dat van Goliath?) en het afgehouwen hoofd van de Filistijn. Dit is de David van ná de actie, die van Michelangelo is de David vóór de strijd. De tekening is een stripverhaal van David en Goliath in twee afleveringen. Het is een vertelling zonder de aanwezigheid van de hoofdpersonen.
De sculptuur van Michelangelo is niet een verhaal, maar de aanwezigheid van David zelf.

       
CP-lucky-b-3-150 CP-lucky-2-150   De sculptuur lucky b one van de Duitse, in Nederland woonachtige, beeldhouwer Claus-Pierre Leinenbach, is uitgekozen voor de Auftakttentoonstelling in Bredelar.
Net als David staat lucky b one in spreidstand. Maar zijn benen dan over elkaar heen geknikt en niet zo ontspannen.  Hij, of zij, dat is niet duidelijk, lijkt net als David naakt. Maar wat wel duidelijk is, dat deze sculptuur een zekere spanning moet vasthouden  om overeind te blijven.
lucky b one 2006
Claus-Pierre Leinenbach
Mixed media en nylon
156 x 58 x 44 cm
Collectie kunstenaar
     
       
David2 cplein-lucky-b-one-150   Bij de David is daarom een boomstronk als steuntje aangebracht achter zijn rechterbeen. Claus-Pierre laat gewoon een deel van de constructie zien: ijzeren staven die de massa erboven dragen.
Beide sculpturen hebben een lijf, beiden hebben openingen tussen lichaam en armen, de David staat rechtop, lucky b one staat in een soort hurkzit.
En beiden ontlenen hun belang aan het feit dat ze er zijn, dat ze er echt zijn, terwijl we ons ervan bewust worden dat wij er dus ook zijn, dat wij er dus eigenlijk zijn, dankzij hen. Omdat ze een bedoeling hebben, die we misschien niet meteen begrijpen, maar waarvan we aanvoelen dat die er is.
Een bedoeling die anders is dan die van de trein of de sinaasappelpers. Een bedoeling die ons op zoek laat gaan, niet naar een gebruikswaarde, maar naar een mogelijke betekenis.
Beiden zijn lichamen. David te mooi om waar te zijn. Lucky te ongelukkig om waar te zijn. In deze lichamen verwachten wij, net als in ons eigen lichaam, een geest. Iets wat meer is dan je kunt vinden in een trein of sinaasappelpers.  Maar wat is dat? Zoeken we een geest, verstand, ziel, gevoel, karakter of emotie? In ieder geval iets dat we misschien niet direct zien, net als bij onszelf, maar dat er wel is: een vorm van aanwezigheid. Een wezen. Niet alleen een zijn, maar een aanwijzing, een bevestiging van een speciale eigenheid. Over dit wezen, waarmee we ook onze eigenheid bevestigen, zullen we nog vaker spreken.
 

1000 Resterende tekens