Winter’s Passage: Luxor 1985,
Cy Twombly
hout en witte verf, nagels, papier, lijm, sporen van blauw kopersulfaat 53.5 x 105 x 51 cm
Kunsthaus Zürich
Op de grond liggen twee vierkante balkjes, ongeveer een meter uit elkaar. Op de balkjes zijn vier even lange planken van ongelijke breedte tegen elkaar aan gelegd. Zo ontstaat een draagvlak. Op het draagvlak ligt een platte plank. Op deze plank ligt een opwaarts gebogen stuk hout. Tot nog toe is de stapeling symmetrisch. Maar op het kromme hout ligt een smalle metselsteen met zijn buitenkant gelijk aan de zijkant van het gekromde hout. Schuin langs de steen en het kromhout is een houten stok vastgemaakt, die ongeveer de helft van de totale liggende lengte bedraagt. Alle genoemde delen zijn met witte verf behandeld, zodat je zou denken dat al het materiaal hetzelfde is.
Je kunt het als volgt lezen: op een sokkel (het draagvlak) is een rivier (de platte plank) verbeeld. Op die rivier vaart een boot (kromhout met steen en stok). Een boot. Met de beste wil van de wereld kun je er niet iets anders in ontdekken.
De boot heeft een archaïsch model, dat doet denken aan afbeeldingen van oude schepen uit Egypte. De stok verwijst naar een mast, of (en) een man die het schip vooruit boomt, of (en) de roerbalk.
Maar waarom een boot? Wat is er zo bijzonder aan, dat een kunstenaar dat maakt als sculptuur? Op een plank op een pallet? Het is geen boot. Het is een model. Er is een klein stukje uit de werkelijkheid geknipt en hier als model neergezet. Een model van een Egyptische begrafenisboot. Boot en rivier horen bij elkaar. Dit witte, winterse model komt van de Egyptenaren, die de dood zagen als een oversteek, van het ene rijk naar het andere. Dat wordt overgenomen door de Antieke Grieken met hun Styx. Dat ons sindsdien altijd bij zal blijven: het leven als een tocht over de rivier, van de thuishaven naar de overkant. Op een wankele boot, die ons overgeleverd aan de wind, het tij en de stroom, meezeult naar het onbekende. Van de geboorte naar de dood. Alleen. Op zo’n boot zijn we allemaal alleen. Eenzaam.
De titel Winter’s Passage: Luxor 1985 verwijst naar een reis die de kunstenaar maakte in de winter van 1984 naar Luxor aan de Nijl in Egypte. Het woord passage is met opzet dubbelzinnig: het geeft het voorbijgaan aan van de tijd tijdens zijn verblijf in Luxor, maar verwijst ook naar het passeren van de schepen vlakbij. Voor Twombly’s lievelingsdichter Rilke waren Luxor en het land van de Nijl vol poëzie, treurnis en doodscultus. Voor Twombly kwamen daarbij het militarisme en de altijd weer oplaaiende strijd op de grens van het Midden-Oosten. Deze thema’s en het archaïsche scheepje op de plank brengen ons bij Twombly’s serie van 10 geschilderde panelen: Coronation of Sesostris uit 2000. Daar zien we onder de opkomst van de zon het vertrek van de oorlogsschepen en de desastreuze aankomst aan de overzijde van de Nijl. Ook deze tableaus zijn in het Centre Pompidou te zien. Hun vormentaal haalt herinneringen op aan Twombly’s serie The Battle of Lepanto, permanent in München.
Hierin huist de geldigheid van Twombly’s werk, juist voor onze tijd. In het besef van onze eindigheid. We zullen hoe dan ook sneuvelen, of het oorlog is of niet. We zullen altijd twijfelen of er wel een veerboot op ons wacht. We begrijpen de verbinding tussen Rilke ’s moderne taal en het Egyptische archaïsche beeld. We beseffen dat leven en dood het allesbepalende thema is voor de mensheid, in alle eeuwen. Cy Twombly tekent het voor ons uit: onze beschaving is begonnen met bloed en tranen en dat duurt nog altijd.
Is er troost in deze kunst? Maken deze werken ons weten lichter? Ze stellen zware eisen aan ons: ze willen dat we ons verdiepen in de winter, in Luxor, in Lepanto, in Sesostris. De onuitsprekelijke schoonheid van de kunstwerken wordt pas schoonheid wanneer we ons ervoor open stellen. En dan herkennen we de verbinding met Schuberts liederencyclus ‘Winterreise’, met het beeld Winterreise van Carel Visser, met al die winter-reizen die kunstenaars altijd maar weer voor ons opvoeren. Dit is een prachtige winter, daar in het Centre Pompidou in Parijs. Ga er heen en laat je meevoeren naar de overkant, terwijl je geniet van de schoonheid om je heen. Cy Twombly tilt het moment naar de eeuwigheid.
Cy Twombly, Centre Pompidou, Parijs, nog tot en met 24 april 2017
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties