A Permeable Body of Solitude 2012
Rob Voerman (1966, Deventer, Holland)
Karton, Hout, Glas, Plexiglas, autofragment, epoxyhars. 3,5 x 3 x 4 m1
Foto's van de opstelling in het Museum Kurhaus Kleve (Duitsland) tijdens de 14e salon van kunstenaars en kunstenaressen, 26 maart t/m 19 juni 2022.
Voorzijde
De helft van de neus van een auto, zonder wielen, met nog een van de spijlen van de voorruit zichtbaar, is basis voor een fantasiegebouw. Het voorportier is weggelaten en het ontstane gat doet dienst als ingang. Daar kun je naar binnen, als je diep bukt, want de instap is nog lager dan die van een gewone auto. Maar eerst gaan we aan de buitenkant rondom.
De voorkant van het gebouw, boven het weggelaten portier, bestaat uit kleine kartonnen segmenten, allemaal vierhoekig maar onregelmatig van vorm, waarin rode, halftransparante stukjes plexiglas zijn gevat. Die laten licht toe tot het interieur. De organisatie van deze elementen doet in de verte denken aan Le Corbusiers ‘Unité d’ Habitation’, in Marseille, maar dan minder strak. Ze zijn niet ontstaan uit het idee van een vliesgevel of losse, dragende betonnen vloeren, maar als zelfstandige elementen die los op elkaar gestapeld staan. Hun grootste verwantschap ligt in de naar binnen liggende lichtscheppingen, tussen de wanden.
Le Corbusier plaatste zijn habitation nadrukkelijk boven de wegen, zodat de auto’s eronder door konden rijden. Voerman gebruikt de auto ook als basis voor het gebouw en voegt zo de ideeën samen. Hij plaatst zich dus nadrukkelijk in de traditie van architectuur met een duidelijke verwijzing naar le Corbusier. We zagen het al in het eerste artikel van deze miniserie, over het werk Thistle.
Rechterzijde
Als we rechts van de opening naar de achterkant lopen, zien we dat de rechtervleugel van het gebouw veel lager is dan de toren die we aan de voorkant zagen. De vleugel springt iets naar voren en heeft een groot ovalen raam, met donker glas waardoor we niet naar binnen kunnen kijken. Bovenop die vleugel liggen nog een paar segmentjes, zoals die, welke we al aan de voorzijde hebben gezien. We zien ze nu ook aan de zijkant, als een stijl van de opening aan de voorzijde, maar met hun opening naar de rechterzijkant. Deze zijde benadrukt het karton als bouwmateriaal, niet speciaal gefabriceerd golfkarton of iets dergelijks, maar oude dozen en verpakkingsmaterialen die hier opnieuw zijn gebruikt.
Achterzijde
De achterzijde staat gericht naar het hoge, rechthoekige raam van de tentoonstellingszaal. De tegenstelling kan niet groter zijn. De ramen van Rob zijn ovaal, staand, en donker getint, zo dat je wel van binnen naar buiten maar nauwelijks van buiten naar binnen kunt kijken. Ze staan precies tegenover het grote, strakke rechthoekige raam dat juist al het licht doorlaat. Zo komt er ook het meeste licht in het interieur van het ‘doorlaatbare lichaam’.
De ovale ramen doen denken aan de ogen van een vlieg. Ze staan in schril contrast met hun sterke geometrische vorm tot het hele gebouw, dat organisch is van vorm. Organisch is een moeilijk woord.[ Zie de bijlage over organisch bouwen.] Zeker in dit geval waarin zowel het ovaal als de Corbusiervormen geometrisch zijn en afstammen van dezelfde vormentaal als deze moderne zaal. Er is ook sterke verwantschap met de zogenaamde Tolek architectuur, een andere organische vorm van bouwen, waarin het accent ligt op het groeien van de architectuur vanuit de basis naar een torenvorm.
Er was in 2012 al een weelde aan organische gebouwen waardoor Rob zich kon laten inspireren, maar waarvan hij zich ook als beeldend kunstenaar diende te onderscheiden. Over de precieze invloeden en hoe hij zijn eigen weg vond komen we later nog te spreken, maar nu al is de kruisbestuiving duidelijk tussen het ’moderne’ bouwen van Mies van der Rohe en de ‘organische’ architectuur van iemand als Gaudi. Voerman past ze beide toe in één enkel gebouw waardoor het contrast tot een nieuwe harmonie leidt.
Linkerzijde
In de linkerzijde is een auto op een stapel kartonnen dozen ingereden. Maar het is geen stapel dozen, het is een gebouw. Zoals wanneer een auto van de weg raakt en een woonkamer aan de rand van de weg binnen dendert, zo is deze auto tot stilstand gekomen, net voor de achtermuur. Zijn wielen zijn verdwenen en de koplampen liggen bijna op de vloer. Het gebouw heeft de klap overleefd en de auto direct in zichzelf opgenomen, als vervanger van de weggeschoten delen. Hoe zou het er van binnen uitzien? We keren terug naar de voorkant van het gebouw, de voorkant die misschien de zijkant is, de kant waar het gat van het weggenomen portier toegang geeft tot het interieur.
(wordt vervolgd)
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties