Een van de manieren waarop wij antwoord zoeken op de vraag ‘Wat is het’, is door het te gaan beleven. We proeven het gebak, we proberen de nieuwe fiets, we roeien op de Sloterplas. Op de foto hiernaast zie je een meisje dat in het beeld H-Balken is geklommen, een van de manieren om het beeld te beleven, een ontdekkingstocht naar het antwoord. Beleven doen wij door onszelf te bewegen. | |||
Als je vraagt Wat is het’ zit in het ‘is’ een ‘blijven’ besloten: sculptuur blijft aanwezig. Dat blijven kan van lange of van korte duur zijn, maar meestal blijft het langer aanwezig dan wijzelf. Zo stond dit beeld H-Balken jarenlang naast de nieuwe vleugel van het Stedelijk Museum in Amsterdam, de nieuwe vleugel die al lang weer verdwenen is. André Volten zelf zorgde voor het verplaatsen naar de Sloterplas. | |||
Een andere aanname in de vraag ‘Wat is het’, is dat het voorwerp maar voor één doel gemaakt is. De betekenis of de functie is eenduidig, zoals een fiets is om te fietsen of een kunstwerk om kunst te zijn. Toch is dat meestal niet waar: je zou bij een kunstwerk beter kunnen vragen: ‘Wat zijn het’, want als je in dit geval zegt: ‘een verzameling stalen balken met een H-vorm’, dan mis je een aantal hele belangrijke eigenschappen, die je pas ziet als je langer kijkt. En niet alleen de functie ‘klimrek’. | |||
Net zoals Romeo en Julia niet alleen maar twee namen zijn, zijn ze ook samen de titel van een toneelstuk en dat toneelstuk is niet alleen maar een liefdesgeschiedenis, maar nog veel meer. En zo is dit schilderij niet alleen een portret van een donkerharig model dat uitkijkt over de baai, maar in haar quasi-antieke kleed, op een romeinse balustrade aan een mediterrane baai, vertegenwoordigt zij de eenzaamheid in tijden van onzekerheid over het lot van degene die ze verwacht. Een geliefd thema aan alle kusten. (Het Signaal, John William Godward (Engeland, 1861 - 1922), 1899, Olieverf op doek 66 × 46 cm.) |
|||
(An der holländischen Küste, Hubert Ritzenhofen (Duitsland, 1879 - 1961), Olieverf op doek 61 x 80 cm) | |||
(Wachtend meisje, Jozef Israëls (Nederland 1824-1911), olieverf op doek 95 x134 cm) | |||
(Romeo en Julia, spaanse kerakmiek) En toch is er een enorm verschil tussen het toneelstuk Romeo en Julia, en deze compositie van drie verzamelingen H-Balken. Want terwijl de kunstenaar van Romeo en Juliet zijn best doet, om ons de hele tijd door in spanning te houden, zodat we in ieder geval zijn verhaal blijven volgen, is er aan de verzamelingen H-balken niets verhalends te ontdekken. Sculptuur leent zich niet voor verhalen, ze vertelt niets. Ze ís. |
|||
Wat ze precies is, deze sculptuur H-Balken, zullen we nog vaak onderzoeken, maar een ding is zeker en dat is dat ze er is, deze sculptuur, al sinds 1968 elk moment. Je voelt hem trillen onder het gedender van passerende vrachtwagens of de langs scherende grasmaaimachine, je hoort hem het gebrul resoneren van de laag overvliegende passagiersvliegtuigen en hij steunt het hoge steiger van de onderhoudsploeg die hem schildert, terwijl voetballiefhebbers hun fiets tegen hem aan stallen als ze even een balletje trappen op het veld achter hem. Aangedaan raakt hij niet. Hij staat en trotseert onze blikken, ons klimmen, ons beleven. En verduurt het meisje dat niet wacht. Om het gebied van de aanwezigheid nog verder af te bakenen, zal ik in een volgend artikel een onderscheid proberen aan te brengen binnen de beeldende kunst. |
(zie ook: Aanwezigheid 1
ga verder naar Aanwezigheid 3)