(Leestijd: 7 - 14 minuten)

Wat is er te zien?

Voor nu concentreer ik me op een driedimensionaal werk, het soort waar ik het meest van hou. Een serie van drie werken. De plaatsing op gelijkvormige boetseerbokken maakt duidelijk dat je ze als een bij elkaar horende serie mag interpreteren. Het is werk van William Kentridge uit 2016.

William Kentridge (Johannesburg 1955), v.l.n.r. Sister Box 45.0 x 23.0 x 40.0 (cm), Sister Cone, 35,5 x 45,7 x 33 cm, Sister Fan 51.0 x 33.0 x 31.0 (cm); Olieverf op brons, (2016), courtesy of the artist and Goodman Gallery, Johannesburg Cape Town London New York,
Foto’s Goodman Gallery ter gelegenheid van Art Basel 2016

   
Wat doet mij stilstaan bij dit werk? Er is iets liefs aan. Niet zo aandoenlijk dat het belachelijk wordt. Een kinderlijke hulpeloosheid, een integere poging iets op te roepen of mee te delen, iets dat de maker niet vast in zijn hoofd heeft, maar dat ontstaat tijdens het maken. Een primitief beeld zoals kinderen die een koppoter tekenen, in de vaste overtuiging dat het gelijkenis vertoont met een echt mens.
 

Zo is er hier een doos (Box) die niet echt een doos is, een Picasso achtige ovaal (Cone) die niet echt een hoofd is en een schroef van een boot die niet echt een ventilator (Fan) is.

Deze drie staan op boetseerbokken, waarop je bijvoorbeeld een kleiportret opbouwt, maar er is geen klei te zien. Alle drie zijn ze opgebouwd uit bestaande dingen en geknipt karton, de schouderpartij van een pendule, een sjaal van stroken karton op een vierkante doos, een ronde lampvoet met een beschadigde scheepsschroef. En als je met je neus erop gaat staan, zie je bijna niet dat het karton met al zijn deukjes en ribbels een laagje olieverf is op vermoedelijk gegoten brons.

Zo wordt met enorme technische vaardigheid een kartonnen of houten onderdeel brons, en weer tot in de perfectie beschilderd tot karton en hout. De kunstenaar die zijn werken een kinderlijk onschuldig uiterlijk geeft, blijkt een meester in techniek. Gezichtsbedrog is in deze drie zussen een waarschuwing: kijk maar, je ziet niet wat je ziet.

Pablo Picasso, Glass of Absinthe. (MoMA) Parijs, voorjaar 1914; Geschilderd brons met absintlepel, 21,6 x 16,4 x 8,5 cm; diameter aan de basis 6,4 cm. Geschenk van Louise Reinhardt

De vaste galerie van William Kentridge, de Goodman Gallery, schrijft:

In de Three Sisters zet de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge een doorlopende serie geschilderde bronzen beelden voort. Het zijn experimenten in trompe-l'oeil, visuele illusies, die het oog bedriegen: kartonnen en houten sculpturen worden omgezet in brons, dat wordt beschilderd zodat het op karton en hout lijkt. Picasso’s Glas van Absint en polychrome sculpturen uit de klassieke oudheid (die we zien als wit marmer, maar oorspronkelijk geschilderd) zijn bijzondere historische referenties voor de serie.

Deze tekst van de Goodman Gallery wordt op tal van websites nagepraat. Maar eerlijk gezegd kan ik deze drie aandoenlijke, bijna kinderlijke figuren niet rijmen met Picasso’s ironische commentaar op de absint-verslaving om hem heen. Goodman wijst erop dat dit glas met het alcoholdrankje en de lepel met suiker is gemaakt van brons, en vervolgens in meerdere kleuren werd beschilderd, net als het werk van William Kentridge, om niet meer op brons te lijken maar op glas en suiker en lepel.

Picasso’s glas op een sokkel is een symbool en geen nabootsing. De overeenkomst met Kentridge is puur technisch en er is absoluut geen gezichtsbedrog of perfecte nabootsing bij Picasso. Is er verder nog een overeenkomst met Kentridge’s ‘sisters’? Wijzen de drie sisters ook naar een verslaving, of een belangrijk kenmerk van hun eigen tijd?


De catalogus van My World schrijft:

Een ventilator, megafoon, kurkentrekker, of percolator: de objecten die ons omringen zijn voor kunstenaar, animator en regisseur William Kentridge zoiets als visuele woorden. “Gliefen” noemt hij ze. In de loop der tijd stelde hij er een heel vocabulaire van samen. Ze figureren in zijn tekeningen, collages, animaties, sculpturen en kinetische objecten, en net als bij rebussen veranderen ze al naar gelang hun samenstellingen voortdurend van betekenis. Het politieke uit zich in “onaffe gebaren en een onzekere afloop”, zoals hij zelf zegt, maar ook in het ambigue karakter van zijn werk: in het zinnige van onzin en het onzinnige van zin. Dat verklaart ook meteen Kentridge’s fascinatie voor avant-garde bewegingen als het kubisme en dada. (-Yvonne Brentjens)

Op de titels kan ik niet meer vertrouwen. Wat betekent Zuid-Afrikaans Engels in Nederlandse vertaling? Wat zijn ‘sisters’, zussen zoals bij ons? Wat is een ‘sister box’, een zus-doos? Ik zie een lege schoorsteenpendulekast, met daarbovenop balancerend een kartonnen doos waarvan het deksel door een houten haak, engszins geopend, wordt behoed om nog verder open te gaan.

Wat zou het kunnen betekenen

 

Olafur Eliasson, Ventilator, The Power of the Avant-Garde

En opeens, terwijl ik dat benoem, zie ik iets in de serie: het gaat hier om drie portretbustes, afgaande op de sjaals om twee vrouwen en een man, afgaande op de titels om drie vrouwen. Misschien is de eerste, (Box) op dit moment nog een vrouw ‘in de kast’.

Aspire Art, het kunstbedrijf dat Zuid-Afrikaanse kunst koopt en verkoopt gaat nog iets dieper in op de ‘sisters’:

De werken hebben elk de vorm van een menselijke torso, waarvan de hoofden zijn getransformeerd in een propellerventilator, een kegelvormige wijzerplaat en een kubusvormige doos. In deze prachtige en prachtig gedetailleerde en gerealiseerde werken gaan Kentridge’s thema’s van automaten en technologische transformatie van de mens, zo geliefd bij de avant-gardes, verder.

Aspire Art, het kunstbedrijf dat Zuid-Afrikaanse kunst koopt en verkoopt gaat nog iets dieper in op de ‘sisters’:

De werken hebben elk de vorm van een menselijke torso, waarvan de hoofden zijn getransformeerd in een propellerventilator, een kegelvormige wijzerplaat en een kubusvormige doos. In deze prachtige en prachtig gedetailleerde en gerealiseerde werken gaan Kentridge’s thema’s van automaten en technologische transformatie van de mens, zo geliefd bij de avant-gardes, verder.

Een andere interpretatie dan de mijne. Ik zit misschien nog te veel vast in de genderdiscussie. Of Aspire houdt nog even vast aan avant-garde issues die ook al weer passé zijn. Ik zie de automaten en de technologische transformatie helemaal niet. De beeldtaal zou best eens die van de kubisten, of beter nog, die van de surrealisten kunnen zijn. Een kubushoofd is letterlijk kubistisch, een wijzerplaathoofd doet me denken aan Dali, en een ventilatorhoofd heb ik nog zo een, twee, drie niet voor me, maar er zijn vast en zeker associaties die hiermee te verbinden zijn.

Denk bijvoorbeeld aan Olafur Eliasson, Ventilator, The Power of the Avant-Garde in de tentoonstelling Now and Then, Bozar, Bruxelles 2016. In dat werk slingert een ventilator aan een draad wild en vrij boven je hoofd. Het is een allegorie op het begrip avant-garde, zoals de titel zegt, en in combinatie met Kentridge’s Sister Fan krijgt het een betekenis erbij: avant-garde ontstaat als een schroef in het hoofd.

In de sistersserie zijn er drie beelden. Ze staan overeenkomstig opgesteld en verschillen niet veel in grootte. Ze hebben een duidelijke voorzijde die naar ons toe is gericht. Geen van drieën draagt een herkenbaar gezicht, ze zijn geen portret maar type.  De kleurstelling waarin ze gemaakt zijn is op elkaar afgestemd. Ook het materiaal, brons geschilderd karton is bij alle drie hetzelfde toegepast.  Er is een duidelijke onderbouw en bovenbouw: schouders en buste zijn gevormd met behulp van bestaande voorwerpen, de koppen zijn gemaakt van uit karton geknipte vormen. In zoverre horen ze echt bij elkaar.

Twee van de drie sisters, Cone en Fan, vertonen een duidelijke overeenkomst: hun vrouwelijkheid wordt benadrukt door een kleurige, gebloemde sjaal, gedrapeerd over hun schouder en borst. Ook de verdere opbouw komt bij deze twee overeen, door de toepassing van losse stroken karton, over elkaar heen geplakt, op een sokkel, zoals je een buste opbouwt uit klei of papier maché.

WK Sister Box

 

De derde, Sister Box, is totaal verschillend. Zij heeft geen sjaal of andere ‘versierselen’. Haar hoofd bestaat uit een kartonnen doos, enigszins achterover gekanteld. De doos staat op een berg. De bovenkant wordt iets geopend vastgehouden door de verlengde neus. Aan weerszijde van de neus zijn de openingen van de doos zichtbaar. Door de combinatie neus, openingen en achterover kanteling ontstaat een sterke verwijzing naar een christelijk kruis.

Het politieke uit zich in “onaffe gebaren en een onzekere afloop” luidde het citaat. Maar in hoeverre kun je dat interpreteren als Nederlander, over kunst uit het ver verwijderde Zuid Afrika. Of ligt Zuid Afrika dichterbij dan ik denk? Kentridge is tenslotte afstammeling van een bevoorrechte blanke minderheid in dat land en deelt voor een deel onze culturele geschiedenis.

Ik interpreteer Sister Box als ‘uit de kast komen’. Maar box heeft nergens de vertaling ‘kast’ en in het engels heet dat: coming out (of the closet). Mijn interpretatie ontstaat dan ook niet uit het beeld zelf, maar uit de context van de drie beelden bij elkaar. Twee besjaalde vrouwen en een bloot twijfelgeval. Zo kan ik nog wel even doorgaan: de context voegt zich bij een christelijk symbool van het kruis, dat ik lijk waar te kunnen nemen. Omdat ik automatisch denk aan de houding van de kerk tegenover de LHBTQ gemeenschap. Maar je kunt de doos ook interpreteren als een container met een geheimzinnige inhoud, of een verrassing.  En dan is er een gat in de tors, waar je dwars door het lichaam heen kijkt, dat een associatie van ‘onbestemdheid’ meegeeft. Het rechthoekige – mannelijke – hoofd staat op de ronde – vrouwelijke- schouders. Vergeet ik nog iets?  Je kunt op zijn minst zeggen: die interpretatie is wel erg vrij.

 

Zegt William Kentridge zelf iets daarover? William opent mijn ogen op zijn website. Daar toont hij een kleine serie ‘Romeinse hoofden’ en een serie ‘polychrome hoofden’.(3)

 2014 Roman Heads installation view  Polychrome heads 2014
 William Kentridge Roman heads 2015  William Kentridge Polychrome heads 2014
  
[tekst uit 2015, William Kentride:]
Romeinse hoofden. De titel komt van het kijken naar enkele Romeinse bustes of portretsculpturen. Dit met het oog op het vinden van beelden voor het Triumphs & Laments-project voor de rivier de Tiber in Rome. Het enige dat momenteel van hen overblijft in het Triumphs & Laments-project is het hoofd van Cicero, gedragen als sculptuur. Deze tekening is te zien in de tentoonstelling in Venetië en er is ook een wandtapijt van.
William Kentridge Triumphs Laments Masthead 800Kentridge studio: Triumphs and Laments 2016
Maar wat mij opviel bij het bekijken van de klassieke portretbustes waren de sokkels – waarin de verschuiving van schouders naar hoofd verschuift van architectonisch naar anatomisch. Het gaat ook om het achteraanzicht, waarbij vooral bij hoofden van bronzen gietingen de achterkant vaak lijkt op de backstage van het theater, een blootliggende schil. Dan is er altijd de vraag hoe weinig er nodig is om uit de gegeven fragmenten de mogelijkheid van een hoofd te construeren. Degene die in wezen een bal papier is bovenop een cilinder, die een hoofd en een nek is. Een daarvan is een reeks omtrekken zoals de structuur van een wereldbol. Eén een vlak oppervlak zoals een Cycladische kop.
De 5 polychrome hoofden komen voort uit het werk van het maken van maskers voor Lulu. In de operaproductie hebben we, zoals je hebt gezien, gebruik gemaakt van een reeks kartonnen cilinders bedekt met pagina's met boeken waarop rudimentaire ogen en monden zijn geschilderd – ze bevinden zich halverwege tussen de geprojecteerde tekeningen en de zangers op het podium. Opnieuw gaan ze in op de vraag hoe weinig er nodig is om een ​​hoofd te herkennen, of het nu een cilinder, een cirkel, een sokkel, een stuk karton is.
   
William Kentridge lulu operaWilliam Kentridge, de opera LULU 2015 (3)
Het schilderij en zelfs de sculpturen zijn uiteraard schatplichtig aan Picasso’s sculptuur uit de 20e eeuw, het absintglas. In dit geval speel ik natuurlijk met het idee van beeldhouwkunst als een trompe-l'oeil – niet de trompe-l'oeil van het afgebeelde object, maar de trompe-l'oeil van het oppervlak – dus een bronzen sculptuur die zorgvuldig is geschilderd om er goed uit te zien. zoals het originele hout en karton waaruit de maquette en vervolgens de mal zijn gemaakt. Een van de leuke dingen van het project was het vinden van de verschillende soorten karton die in verf konden worden nagebootst en de verschillende korrels van Zuid-Afrikaanse den en Oregon-den.
Ik heb met de schilder Stella Olivier samengewerkt aan de bronzen prototypes, en zij heeft het schilderen van de editie van de bronzen beelden gedaan.  Ik heb eerder met haar samengewerkt aan scenische schilderkunst en enkele achtergronden voor de film Refusal of Time. Haar echtgenoot Louis Olivier van Workhorse Bronze Foundry in Johannesburg heeft de bronzen beelden gegoten. Het duurt ongeveer een maand om elke set bronzen beelden te schilderen. De bronzen beelden zijn bedekt met een autoprimer om de verf te accepteren, en vervolgens schildert Stella ze met olie.
Het idee van het polychrome hoofd verwijst uiteraard naar de klassieke oudheid, waarin het gebruikelijk was om over het marmer, brons of hout waarin een beeldhouwwerk was gemaakt, te schilderen.
Er waren twee afgewezen hoofden die waren gemaakt van bundels stof die aan elkaar waren geplakt. Maar wat we ook probeerden, het lukte ons niet om het brons op stof te laten lijken – het bleef op keramiek lijken.
 

Hoe belangrijk is het?

 
   

En dat is het dan. Mijn hart maakt een sprongetje. Dit is wat je van de kunstenaar wilt horen. Meteen wordt duidelijk waar al die professionals hun mening vandaan halen. En waarom zij niks zeggen over de inhoud. Want als William dat zelf niet zegt, loop je een groot risico. Ik waag het erop.

De Romeinse hoofden en de polychrome koppen zijn veel onpersoonlijker dan de sisters-serie. Ze zijn inderdaad opgevat als architectonische lichamen met daarop organische hoofden, maar op een of andere manier missen ze de individualiteit en de eigenheid van de sisters. Het zijn snelle schetsen vergeleken met de zorgvuldige studie van de sisters. De sisters hebben een onmiskenbare aanwezigheid voor ons, door de houding van hun hoofd en de verrassende associaties die zij meebrengen.

Daarom blijf ik bij mijn interpretatie. Als mijn interpretatie is het signaal belangrijk, dat er nog veel moet gebeuren voor de LHBTI-gemeenschap om volledige gelijkwaardigheid te krijgen. Ook in Zuid Afrika, ook al is dat op papier een van de tolerantste landen ter wereld.(2) Wat mij steunt is Kentridge eerdere werk LULU(3), en wat mij verder nog steunt zijn de prachtige foto’s die Hans den Hartog Jager toont in de tentoonstelling My World, van Zanele Muholi. Maar daarover een andere keer.

   
Phila 1, Parktown 2016 from the Somnyama Ngonyyama series, Zanele Muholi, Phila 1, Parktown 2016 from the Somnyama Ngonyyama series, Zanele Muholi, Gelatine Zilverdruk 80 x 53,5 cm zanele muholi zanele muholi WPD43 570 Mutual ArtZaBo, Kyoto, Japan 2017, from the Somnyama Ngonyyama series, Zanele Muholi Gelatine zilverdruk 100 x 80 cm
   
Voetnoten:
  • 1 (https://www.kentridge.studio/roman-heads-and-polychrome-heads/)
  • 2 Zie ook De correspondent: Is Zuid-Afrika het Afrikaanse homoparadijs? Daphné Dupont-Nivet; https://decorrespondent.nl/735/is-zuid-afrika-het-afrikaanse-homoparadijs/
  • 3 Lulu is een van de grote opera’s van de 20e eeuw, geschreven door Alban Berg eind jaren twintig en begin jaren dertig en bij zijn dood onvolledig achtergelaten wat de orkestratie betreft.  Het is een opera over de kwetsbaarheid, de onmogelijkheid, de fragmentatie van het verlangen.  Het gaat over Lulu, die in de loop van de opera veel geliefden en meerdere echtgenoten doormaakt en elke keer is er een onmogelijkheid.  Lulu kan niet de vrouw zijn die de mannen zich voorstellen of op haar projecteren.  Ze kan nooit de verlangens vervullen om de femme fatale en de trouwe, rustige echtgenote te zijn. (Tekst Kentridge studio)
   

1000 Resterende tekens