“Yto Barrada werd geboren in Parijs in 1971, groeide op in Marokko en studeerde geschiedenis en politieke wetenschappen aan de Sorbonne, Parijs. Sindsdien woont en werkt ze in Tanger en New York.” Ik begrijp heus wel dat het museum achtergrondinformatie wil verschaffen over zijn kunstenaars. Maar deze tekst van het Stedelijk Museum zit me enigszins dwars. Wat bedoelt het museum precies? Is deze Yto, geboren in Parijs, westers wetenschapper en Afrikaanse inwonende, de brug tussen verschillende werelden? Is haar kunst Afrikaans of westers? Kan ik, Europese man, daar wel voor open staan? Ik moet echt gaan kijken. |
|
In de openingszaal staat een groot scherm opgesteld waarop een video over kleuren wordt afgespeeld. Ik val kennelijk midden in het verhaal en besluit eerst door te lopen naar de volgende zaal. |
|
De tentoonstelling heeft een titel: “Bad Color Combos” Dat het museum daglicht buitensluit maakt me wantrouwig over een aantal werken van de tentoonstelling die je nu alleen met kunstlicht ziet. Het lijkt onverenigbaar met de ideeën van Yto Barrada, die werkt met zelf gedolven natuurlijke, plantaardige verfstoffen, bij daglicht in Tanger beproefd, lees ik in een van de zaalteksten. |
|
In de tweede, grote zaal hangen een aantal schilderijen aan de muur en staat een driedimensionaal werk diagonaal over de hele zaal opgesteld. Op de groene wand achter de sculptuur hangen drie kunstwerken die misschien de ‘slechte kleuren combinaties’ laten zien. Hier kun je je eigen volgorde en je eigen timing volgen. Het is duidelijk dat Yto zich op meerdere terreinen beweegt: ze maakt video’s, schildert met zelf gemengde pigmenten, tekent en maakt sculpturen. In deze zaal zijn alle werken niet-figuratief, met een zweem oud-modernisme in zich, alsof ze stammen uit de 50er jaren van de 20e eeuw. |
|
Zo is er een serie schilderijen met als titel Untitled, after Stella, Sunrise, Highway, Purple. Maar de enige verwantschap met Stella is het naast elkaar plaatsen van kleurbanen. Al het overige, de vorm van de banen, het andere doek als drager van de kleur, stikwerk, de natuurlijke, zelf gemengde verf, het is totaal afwijkend van Stella’s werk. Er is nergens een origineel werk van Stella te vinden met een titel als Sunrise of Highway of Purple. Dus de tekst op de borden moet je lezen als 'Zonder titel', voor elk van de drie. |
|
|
Zonder titel 1971 De sterkste verwantschap en tegelijk grootste tegenstelling tussen Stella en Barrada heb ik kunnen vinden in deze twee werken.
|
Grajau I, 1975 |
|
|
Sol LeWitt (1928–2007). Het is niet alleen Stella die werkt met kleurbanen. Misschien is hij vooral bekend in Marokko, waar Yto vandaan komt. Bij ons ligt een vergelijking met Sol LeWitt voor de hand, die hier als een van de grondleggers wordt gezien van de zogenaamde stroming ‘Minimal Art’. Het idee dat Minimal Art een stroming was, staat tegenwoordig onder druk. |
Want ik ben nu eenmaal vooral getroffen in deze tentoonstelling door de langwerpige opstelling van kubusvormige kooien. Ze doen denken aan een aantal werken van Sol LeWitt. Die bestaan uit aan elkaar geschakelde, open kubussen, waarvan de ribben aan de ene zijde, tegelijk de ribben zijn van de volgende kubus. Hij noemde ze ‘structuren’. |
|
Er is echter een groot verschil, zowel met Stella (geen kleuren) als met LeWitt (geen geschakelde kubussen). Yto’s kooien doen me denken aan echte kooien, waar je bijvoorbeeld kippen in vervoert naar de markt. Of aan rattenvallen. Die interpretatie tekent mij natuurlijk als de Europese man die rondwandelt door een tentoonstelling van een Marokkaanse vrouw. Ik zie vooral de eigentijdse museale benadering: Vertalingen van abstracte, westerse grafische schilderkunst (Stella) naar kleurbanen op geweven doeken, kleurbanen van verf die is gemaakt van natuurlijke – plantaardige- grondstoffen. De vrouw als kunstenaar, de actualiteit van vrouwelijke onderwerpen als kleur, textiel, kruiden, moederschap. De geheime taal van vrouwen onder elkaar die elkaar interviewen en promoten, het verschuiven van prioriteiten als gevolg van het genderbewustzijn. |
|
Vragen en twijfels; is dit belangrijk en wat moet ik hiermee? Het museum schrijft:
Volgens mij verwijst Yto niet alleen naar Stella maar ook naar anderen, met name Sol Lewitt. Wat blijft er voor mij verborgen? Hoe is het om een man te zijn in een vrouwelijke kunstwereld? Het benadrukken van wat Yto ‘domestic’ noemt, lijkt een onderscheid man - vrouw, alsof we twee tegenover elkaar opgestelde entiteiten zijn. Is dat wel haar bedoeling, ziet zij ‘huiselijk’ als specifiek vrouwelijk? Neemt zij stelling tegen haar mannelijke ‘Minimal’ voorgangers, of wordt zij door hen geïnspireerd? Ik weet het niet. Ik vraag het mij af. Ik hoop dat inclusiviteit zal gaan betekenen: “all inclusive”, en niet ‘alleen voor vrouwen’. |
|
Wat mij persoonlijk intrigeert: niet-figuratieve beeldhouwkunst Ik heb het gevoel, intuïtief, dat als ik iets wil begrijpen van deze kunst en het belang ervan wil kunnen inschatten, ik me moet concentreren op wat het dichts bij mij ligt: dat is sculptuur, en niet film of schilderkunst. En vooral op de aanwezige werken, die een andere taal spreken dan het museum. Multidisciplinair is deze tentoonstelling, omdat er zowel film, schilderkunst, handwerk en beeldhouwkunst te zien is, en de maakster kennelijk al deze takken uitoefent en beheerst. “Er is niets dat je moet weten” zegt Yto in haar interview met Leontine Coelewij, “het gaat vooral om het volgen van de route en alle dualiteiten en tegenstellingen die er zijn, de betrouwbaarheid van verhalen en het gevoel wat het oproept. Je kunt zelfs alle tekstborden overslaan. Het gaat erom dat het klikt.”. Toch is het handig om te weten dat zij een belangrijk atelier/ kruidentuin/kunstenaarsresidentie in Tanger beheert onder de naam ‘mothership’. Dat zij daar een paar maanden per jaar werkt en verder vooral verblijft in New York. En dat zij grote waarde hecht aan het werken met ‘domestic’, - laten we zeggen, ‘huiselijke’, vooral voor vrouwen nabije - onderwerpen en materialen. Er is nog heel wat meer te zien in deze tentoonstelling. Ga vooral kijken en laat je omverwerpen om daarna weer op te kunnen krabbelen. Yto’s belangrijkste element is niet alleen de kleur, maar vooral ook het materiaal, het materiaal waaruit elk werk wordt opgebouwd en waarmee elk werk wordt gekleurd. De tentoonstelling is ondanks de schijn in de teksten, vooral sculpturaal. Nu hoop ik nog op een tentoonstelling met minder citeren, minder verwijzen en minder rolproblematiek. Een tentoonstelling waar vooral de eigenheid van Yto tevoorschijn komt. Laat die mannen en het ‘ontregelen van de westerse kunst’ dan maar achterwege. Yto Barrada “Bad color combo’s” Stedelijk Museum Amsterdam, nog t/m 5 maart 2023. |
Yto Barrada en Sol LeWitt in het Stedelijk Museum van Amsterdam
- Gegevens
(Leestijd:
5 - 9 minuten)
Mijn reacties
Abonneren