(Leestijd: 5 - 9 minuten)

“Yto Barrada werd geboren in Parijs in 1971, groeide op in Marokko en studeerde geschiedenis en politieke wetenschappen aan de Sorbonne, Parijs. Sindsdien woont en werkt ze in Tanger en New York.”

Ik begrijp heus wel dat het museum achtergrondinformatie wil verschaffen over zijn kunstenaars. Maar deze tekst van het Stedelijk Museum zit me enigszins dwars. Wat bedoelt het museum precies? Is deze Yto, geboren in Parijs, westers wetenschapper en Afrikaanse inwonende, de brug tussen verschillende werelden? Is haar kunst Afrikaans of westers? Kan ik, Europese man, daar wel voor open staan? Ik moet echt gaan kijken.

yto barrada The Power of Two or Three Suns videostill

In de openingszaal staat een groot scherm opgesteld waarop een video over kleuren wordt afgespeeld.

Ik val kennelijk midden in het verhaal en besluit eerst door te lopen naar de volgende zaal.

Affiche

De tentoonstelling heeft een titel: “Bad Color Combos”
Kleur is dus uitermate belangrijk voor Yto.

Dat het museum daglicht buitensluit maakt me wantrouwig over een aantal werken van de tentoonstelling die je nu alleen met kunstlicht ziet.

Het lijkt onverenigbaar met de ideeën van Yto Barrada, die werkt met zelf gedolven natuurlijke, plantaardige verfstoffen, bij daglicht in Tanger beproefd, lees ik in een van de zaalteksten.
Over die kleuren, hoe de kunstenares ze maakt, waar zij vandaan komt, welke thema’s ze allemaal ter hand neemt is heel wat geschreven. Opvallend is dat ze vaak verwijst naar Frank Stella, die in de teksten van het museum onverbiddelijk wordt verbonden met de stroming ‘Minimal Art’.

Diagonaal  In de tweede, grote zaal hangen een aantal schilderijen aan de muur en staat een driedimensionaal werk diagonaal over de hele zaal opgesteld. Op de groene wand achter de sculptuur hangen drie kunstwerken die misschien de ‘slechte kleuren combinaties’ laten zien.
Hier kun je je eigen volgorde en je eigen timing volgen.
Het is duidelijk dat Yto zich op meerdere terreinen beweegt: ze maakt video’s, schildert met zelf gemengde pigmenten, tekent en maakt sculpturen. In deze zaal zijn alle werken niet-figuratief, met een zweem oud-modernisme in zich, alsof ze stammen uit de 50er jaren van de 20e eeuw.
 3 x naar stella    tekstbord 3 x naar stella

 

Zo is er een serie schilderijen met als titel Untitled, after Stella, Sunrise, Highway, Purple. Maar de enige verwantschap met Stella is het naast elkaar plaatsen van kleurbanen. Al het overige, de vorm van de banen, het andere doek als drager van de kleur, stikwerk, de natuurlijke, zelf gemengde verf, het is totaal afwijkend van Stella’s werk.

Er is nergens een origineel werk van Stella te vinden met een titel als Sunrise of Highway of Purple. Dus de tekst op de borden moet je lezen als 'Zonder titel', voor elk van de drie.
Wat tussen haakjes staat is dan de subtitel, en het woordje ‘after’ betekent iets als 'in de sfeer van' Stella.

 

Vierkant naar stella

 tekstbord vierkant naar stella

 

Frank STELLA Untitled Lithograph available for sale on www1524219736 500x374

Zonder titel 1971
Frank Stella
Litho 40 x 55 cm
foto: composition Gallery

De sterkste verwantschap en tegelijk grootste tegenstelling tussen Stella en Barrada heb ik kunnen vinden in deze twee werken.
De Stella (boven) is een zwart/wit litho en de Barrada eronder is een handbeschilderd, samengesteld doek.
Je zou het rechter een vrouwelijk commentaar op een vroeger, mannelijk kunstwerk kunnen noemen. Misschien ligt een dergelijke interpretatie wel voor de hand, vijftig jaar na de Stella, in onze tijd van grote belangstelling voor de eigenheid van vrouwelijke kunst.
Toch is er ook iets van bewondering in haar citeren want ze kiest natuurlijk niet voor niets werken van Stella.

 

Stella Grajau1 1975

Grajau I, 1975
Frank Stella
Verf en lak op aluminium
208 x 335 cm
New York,
The Glass House.

3 x naar stella

tekstbord 3 x naar stella

sol lewitt wall drawing

 

Sol LeWitt (1928–2007).
Wall Drawing #370:
Ten Geometric Figures (including right triangle, cross, X, diamond) with three-inch parallel bands of lines in two directions,
1982.
India ink on a wall.

Het is niet alleen Stella die werkt met kleurbanen. Misschien is hij vooral bekend in Marokko, waar Yto vandaan komt. Bij ons ligt een vergelijking met Sol LeWitt voor de hand, die hier als een van de grondleggers wordt gezien van de zogenaamde stroming ‘Minimal Art’.

Het idee dat Minimal Art een stroming was, staat tegenwoordig onder druk.
De kunstenaars kenden elkaar nauwelijks of totaal niet, en hadden elk heel andere intenties met hun werk dan de anderen. De verwantschap zit vooral in het niet-figuratieve en daarbinnen in de geometrische vormen.
Yto toont ook een film waarin haar verhaal geïllustreerd wordt met eenvoudige geometrische symbolen als het vierkant en de driehoek. Daar ga ik in nu niet nader op in.

thumb Diagonaal

LeWitt2  LeWitt1

Want ik ben nu eenmaal vooral getroffen in deze tentoonstelling door de langwerpige opstelling van kubusvormige kooien. Ze doen denken aan een aantal werken van Sol LeWitt.

Die bestaan uit aan elkaar geschakelde, open kubussen, waarvan de ribben aan de ene zijde, tegelijk de ribben zijn van de volgende kubus. Hij noemde ze ‘structuren’.
Yto volgt in haar opstelling twee van deze werken, ‘After LeWitt’, zou ik zeggen.

Kooi

Er is echter een groot verschil, zowel met Stella (geen kleuren) als met LeWitt (geen geschakelde kubussen). Yto’s kooien doen me denken aan echte kooien, waar je bijvoorbeeld kippen in vervoert naar de markt. Of aan rattenvallen.

Die interpretatie tekent mij natuurlijk als de Europese man die rondwandelt door een tentoonstelling van een Marokkaanse vrouw. Ik zie vooral de eigentijdse museale benadering: Vertalingen van abstracte, westerse grafische schilderkunst (Stella) naar kleurbanen op geweven doeken, kleurbanen van verf die is gemaakt van natuurlijke – plantaardige- grondstoffen. De vrouw als kunstenaar, de actualiteit van vrouwelijke onderwerpen als kleur, textiel, kruiden, moederschap. De geheime taal van vrouwen onder elkaar die elkaar interviewen en promoten, het verschuiven van prioriteiten als gevolg van het genderbewustzijn.

Vragen en twijfels; is dit belangrijk en wat moet ik hiermee?

Het museum schrijft:

“Yto Barrada verwijst in haar werk vaak associatief naar het internationale modernisme in een poging westerse kunstopvattingen te ontregelen en de lokale vraagstukken van globalisering te onderzoeken. In de serie After Stella zoomt ze in naar een specifiek moment in de geschiedenis van de abstracte schilderkunst: de colorfield-schilderijen die de Amerikaanse kunstenaar Frank Stella halverwege de jaren zestig maakte. Stella liet zich inspireren door zijn reizen in Marokko en vernoemde schilderijen naar Marokkaanse steden. Daarnaast refereert Barrada ook aan Mohamed Chebaa, Farid Belkahia en Mohammed Melehi, schilders verbonden aan de Casablanca School in de jaren 1960, pioniers van het Noord-Afrikaans modernisme.”

Volgens mij verwijst Yto niet alleen naar Stella maar ook naar anderen, met name Sol Lewitt.
In ieder geval naar mannelijke Amerikaanse kunstenaars uit de naoorlogse tijd. Ze benadrukt daarmee haar positie als vrouwelijke eigentijdse kunstenares, maar het ontregelen van westerse kunstopvattingen zie ik nog niet zo. Het lijkt eerder bevestigen. Wat is de vrouwelijke omgang met materiaal, wat die met kleur, wat die met onderwerpen? Uit het interview met Leontine Coelewij word ik niet veel wijzer, het lijkt erop dat zij iets van elkaar intuïtief aanvoelen en niet meer ter sprake hoeven te brengen. Maar voor mij is het een vreemde maatstaf, als je als vrouw werken maakt naar die van een (superberoemde) man. Wat wil je daarmee zeggen? Dat je het ook kunt, dat je even goed bent, of beter? Heb je die vergelijking echt nodig?

Wat blijft er voor mij verborgen? Hoe is het om een man te zijn in een vrouwelijke kunstwereld? Het benadrukken van wat Yto ‘domestic’ noemt, lijkt een onderscheid man - vrouw, alsof we twee tegenover elkaar opgestelde entiteiten zijn. Is dat wel haar bedoeling, ziet zij ‘huiselijk’ als specifiek vrouwelijk? Neemt zij stelling tegen haar mannelijke ‘Minimal’ voorgangers, of wordt zij door hen geïnspireerd? Ik weet het niet. Ik vraag het mij af. Ik hoop dat inclusiviteit zal gaan betekenen: “all inclusive”, en niet ‘alleen voor vrouwen’.

Wat mij persoonlijk intrigeert: niet-figuratieve beeldhouwkunst

Ik heb het gevoel, intuïtief, dat als ik iets wil begrijpen van deze kunst en het belang ervan wil kunnen inschatten, ik me moet concentreren op wat het dichts bij mij ligt: dat is sculptuur, en niet film of schilderkunst. En vooral op de aanwezige werken, die een andere taal spreken dan het museum. Multidisciplinair is deze tentoonstelling, omdat er zowel film, schilderkunst, handwerk en beeldhouwkunst te zien is, en de maakster kennelijk al deze takken uitoefent en beheerst.
Dat kan de thematiek toegankelijk maken voor mensen met verschillende voorkeuren. En er is ook veel gemeenschappelijks in ons: zij studeerde in Frankrijk en werkt in New York en Marokko. Ze kent onze westerse mentaliteit, onze westerse filosofie, onze westerse kunst, en is tegelijk geworteld in haar Marokkaanse afkomst en cultuur. Spreidstand in twee culturen die misschien elkaars opponenten zijn, of elkaar aanvullen.

“Er is niets dat je moet weten” zegt Yto in haar interview met Leontine Coelewij, “het gaat vooral om het volgen van de route en alle dualiteiten en tegenstellingen die er zijn, de betrouwbaarheid van verhalen en het gevoel wat het oproept. Je kunt zelfs alle tekstborden overslaan. Het gaat erom dat het klikt.”.

Toch is het handig om te weten dat zij een belangrijk atelier/ kruidentuin/kunstenaarsresidentie in Tanger beheert onder de naam ‘mothership’. Dat zij daar een paar maanden per jaar werkt en verder vooral verblijft in New York. En dat zij grote waarde hecht aan het werken met ‘domestic’, - laten we zeggen, ‘huiselijke’, vooral voor vrouwen nabije - onderwerpen en materialen.

Er is nog heel wat meer te zien in deze tentoonstelling. Ga vooral kijken en laat je omverwerpen om daarna weer op te kunnen krabbelen. Yto’s belangrijkste element is niet alleen de kleur, maar vooral ook het materiaal, het materiaal waaruit elk werk wordt opgebouwd en waarmee elk werk wordt gekleurd. De tentoonstelling is ondanks de schijn in de teksten, vooral sculpturaal.

Nu hoop ik nog op een tentoonstelling met minder citeren, minder verwijzen en minder rolproblematiek. Een tentoonstelling waar vooral de eigenheid van Yto tevoorschijn komt. Laat die mannen en het ‘ontregelen van de westerse kunst’ dan maar achterwege.

Yto Barrada “Bad color combo’s” Stedelijk Museum Amsterdam, nog t/m 5 maart 2023.

1000 Resterende tekens