en die grote, later vereenvoudigde hoofden die hij maakte in Boisgeloup in 1931 en 1932. Ze zijn allemaal beter in gips. | ||
Ik herinner me Picasso’s ‘Vrouw met kinderwagen, die ik in brons zag en verafschuwde. Ik heb nooit kunnen begrijpen waarom Picasso dat maakte. En toen zag ik het origineel in een Duits museum en opeens kwam het beeld tot leven. | ||
Heb je de gipsen gezien van de vier reliëfs van de rug van Matisse? Ze staan in een klein museum van de stad waar hij opgroeide, Le Cateau-Cambrésis, in Noord-Frankrijk. Ze zijn geweldig, veel mooier dan de bronzen; vooral nummer vier, de laatste van de serie, die er een beetje ‘winderig’ [flatulent] uitziet in brons - in de gipsen kun je zien hoe goed zijn vereenvoudiging van de vorm werkt.” | ||
Met dit citaat eindigt het hoofdstukje in de catalogus, getiteld ‘ruimte binnen in het werk’. Het is nog niet bevredigend. Volgende keer maar weer eens terug naar het werk: kijken naar Chillida’s Tindaya en vergelijken met zijn wonderschone werk dat ik elke keer op zoek in Insel Hombroich, en dat volgens de catalogus is gemaakt van klei. Het contrast met Tindaya kan niet groter. En dan is er natuurlijk nog Caro’s Emma Dipper of misschien beter nog zijn Table Piece in het Wilhelm Lehmbruck Museum in Duisburg. | ||
Foto’s: Head of a Woman (Fernande) c. 1909 Pablo Picasso, brons, 41.9 x 26.1 x 26.7 cm; Art Gallery of Ontario Head of a Woman (Boisgeloup), 1932 Pablo Picasso, gips, 133,4 x 65 x 71,1 cm; New York, MoMA Frau mit Kinderwagen (1950), Pablo Picasso, afvalmaterialen, gips en klei; Keulen, Museum Ludwig Nu de Dos IV (1913) Henri Matisse, brons, 188,5 x 121 x 15,2 cm New York, MoMA (De bronzen sculptuur Nu de dos IV werd vooraf op een waarde geschat van 25 tot 35 miljoen dollar, maar ging uiteindelijk voor een recordbedrag van bijna 49 miljoen dollar (35 miljoen euro) onder de hamer.) Zonder titel, Eduardo Chillida, ca. 20 x 20 cm, Insel Hombroich |
||
Wordt vervolgd (Lees de hele serie op het Weblog) |
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties