The Deep/Les Profondeurs
Anthony Caro,
Staal en keramiek 295 x 277 x 91,5 cm;
Bourbourg, "The chapel of light" in de kerk St-Jean-Baptiste de Bourbourg
Herbert Nouwens, beeldhouwer van ijzeren sculpturen, zendt mij een catalogus van een sculpturaal werk in Frankrijk, gemaakt door Anthony Caro. “Jij zult het wel de moeite waard vinden”, zei hij. Het betreft een kerkje in het dorp Bourbourg, in het arrondissement Duinkerke in de Franse (noord-) Westhoek. Het kerkje, gewijd aan Johannes de Doper, is gebouwd in de 13e eeuw door de monniken van de abdij van St. Bertin. In 2008 regisseert Anthony Caro daar als een totaalkunstwerk zijn “Chapel of Light” bestaande uit ijzeren sculpturen, steen, keramische beelden en houten interieurarchitectuur. Het werk is nog steeds te bezichtigen tijdens de openingstijden van de kerk.
De kerk ligt midden in het dorp en Caro’s aanwezigheid valt onmiddellijk op, door de geometrische sculptuur voor de ingang van het koor. Door die sculptuur heen, die over het pad heen staat zie je de houten entreedeur van het koor. Deze deur is versierd met een patroon van er op liggende houten blokken. De ijzeren sculptuur van twee gespiegelde poortmotieven, waartussen het pad in tegenvorm is uitgespaard, nodigt uit om door de sculptuur naar de deur te gaan. Dit is een typische ‘Caro’, een sculptuur niet om naar toe te gaan maar vooral bedoeld om te betreden. Een volmaakte organisatie van ruimte die zowel architectuur als beeldhouwwerk is.
Het is tegelijkertijd een aankondiging van wat ons te wachten staat: dit samengaan van bouw- en beeldhouwkunst en ook van doelmatigheid met symboliek, zal ons tijdens ons hele bezoek aan de kapel en de kerk vergezellen.
Zodra we door de deur binnen zijn en van de behulpzame suppoost sloffen hebben gekregen om over onze schoenen aan te doen, zien we de eerste sculptuur op onze weg: "Alleluia”. Overdonderd houden we een paar seconden stil bij dit immense vijfluik, maar gaan dan snel verder, nieuwsgierig als we zijn, naar de kapellenkrans van het koor.
Deze foto maakt iets duidelijk over de schaal van het werk. Bij het betreden van de kapel kregen we een plattegrond (afbeelding in de galerie beneden) waarop alle sculpturen overzichtelijk staan gerangschikt, met hun titels, materialen en afmetingen. Op de nieuwe marmeren vloer tussen de kapellen staat een witte doopvont, groot genoeg om in omhoog te gaan. In het excentrische hoogtepunt bevindt zich een vat voor het wijwater. Direct buiten de kapellenkrans staan twee beeldengroepen: rechts Alleluia en links Paradijs (Adam en Eva). Bij elke groep staat een door Caro ontworpen zitbank. Voor dit ensemble staan twee houten torens, ook door Caro ontworpen: rechts de toren van de ochtend en links de toren van de avond.
De eerste sculptuur in de eerste kapel aan de rechterkant, meteen na ‘Alleluia’, heet “de diepte” en is duidelijk een zinnebeeld van de diepten van de zee. Ver onder de golven, over de bodem van rotsen en schelpen, beweegt zich een krab. Ik toon deze foto als voorbeeld van de prachtige, ingewikkelde en tegelijk harmonieuze oplossingen, die Caro vindt om zijn inhoud van de levenscyclus in de kapellen onder te brengen. Als we de krans van de kapellen volgen van rechts naar links zullen we het leven ontdekken zoals het is ontstaan, vanuit de diepste zee in de verst verwijderde oudheid, tot aan Adam en Eva toe, van het Alleluia naar het Paradijs. Het is te veel om hier in kort bestek te beschrijven of in foto’s te tonen, er is maar een goede manier om van dit werk kennis te nemen, en dat is op excursie erheen te gaan. Het is zeker niet alleen bedoeld voor gelovigen, hoewel de plaatsing in de kerk natuurlijk wel duidelijk maakt dat we hier te maken hebben met onze eigen joods-christelijke culturele opvatting van het ontstaan van de wereld.
Anthony Caro heeft deze kapel, waarvan het middelste glas-in-loodraam de doop door Johannes de doper toont, omgetoverd van een doopkapel tot een symbolisch verhaal waarin het water de centrale rol vervult van een levendbarend element.
Tegelijkertijd kan ik het los zien van deze culturele context en opvatten als een symbiose van figuratieve en niet-figuratie beeldhouwkunst, waarin de traditie bijdraagt aan de vitaliteit van de nieuwe beeldhouwkunst. Daarnaast maakt Caro, zoals hij vaker doet, gebruik van de christelijke symboliek en beeldtaal die we kennen uit de schilderkunst, en verruimt die tot plastiek.
Maar bovenal weet Caro als geen ander een verbinding te leggen tussen architectonische en beeldhouwkundige ruimte, met in achtneming van oude picturale tradities, waarin alles, beeld, symboliek, ruimte en gebouw naadloos in elkaar overvloeien.
Dat wordt duidelijk wanneer je rond deze ‘Toren van de Ochtend’ loopt, die geplaatst is om een van de oude romaanse kolommen heen. Als je dit bouwwerk vervolgens beklimt, openbaart zich vanaf de hoogte een schitterend zicht over de kapel. Intussen zijn er bij het bestijgen van de dubbele trap verschillende portalen en kleine ruimtes, waar je even kan rusten en de overweldigende structuur op je kan laten inwerken.
De kapel is gewijd aan Johannes de Doper en de beslissing is gevallen om het hele koor om te dopen in een doopkapel. Dat herinnert aan de antieke centraal bouw die voortkomt uit de antieke doopkapellen, waarbij men tijdens de doop in een kring rond het ritueel plaatsnam. Dus plaatste Caro een ronde, betonnen doopvont in het midden van de ruimte, recht voor het glas in lood raam waarop de doop door Johannes staat afgebeeld.
Het hele werk is 10 jaar geleden opgeleverd, in 2008, na negen jaar problemen oplossen en verhitte discussies. Daarbij ging het vooral over de vraag: restauratie van het oude, of verjonging van het oude met een nieuwe inbreng. Caro neemt een duidelijk standpunt in en levert dit af als hij 84 jaar oud is.
Galerie
Klik op de plaatjes voor een grotere afbeelding
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties