Ik volg Rob al sinds de eerste tentoonstelling die ik bezocht in 2006, in de Upstream Gallery in Amsterdam. Nu is de uitnodiging uit Watou aanleiding om me verder in zijn werk te verdiepen.
Ik schrijf nu vier artikelen:
Het eerste (dit artikel) is een herpublicatie van wat ik schreef in 2011, in de serie 'Kunst van de Dag' over het werk Thistlegarden (2010)
Het tweede artikel vesrchijnt binnenkort en gaat over het werk A Permeable Body of Solitude (2012), dat ik onlangs opnieuw bezocht in Kleve
Het derde artikel gaat over Exchange 2016, de architectuur in Sonsbeek 2016, waar Rob een verbinding legt tussen zijn gebouw en de financiële wereld
Het vierde artikel zal gaan over de nieuwe installatie in Watou, nu in voorbereiding. Daar zal Rob zich bezighouden met de grote regenwouden van de wereld
Ik wil in deze miniserie een doorgaande lijn in Robs werk onderzoeken, om duidelijkheid te krijgen wat zijn werk voor ons betekent. De prijs daarvoor is dat we met zevenmijlslaarzen door zijn ouevre heen banjeren.
Thistle (distel) 2011
Rob Voerman (1966)
zeefdruk aquarel en potlood op papier, 198 x 220 cm
Vanuit vogelvluchtperspectief zie je een supermoderne stad, volledig opgetrokken in hoogbouw, afgebeeld op een immens grote zeefdruk. Aan de voorgrond te zien, sta je zelf op een uitkijkplaats, achter een kapot, traditioneel hekwerk, op een heuvel boven een oude stad, die vervallen aan je voeten ligt. Achter de oude stadmuur beneden woekert een enorme koepel de grond uit. Of misschien is hij als een meteoriet vanuit de lucht naast de stadmuur ingeslagen, met een allesverwoestende uitwerking op de nieuwbouwstad. Het tafereel is in weinig kleuren geschetst: blauw voor de architectuur, distelpaars en roze voor de koepel, zwart en bruin voor de stadsmuur en leuning.
Er waren eerder werken van Voerman gezien, op de grote tentoonstelling in het Cobra museum in Amstelveen, die nog niet lang geleden achter de rug is. Maar nu al heeft hij de nieuwjaarstentoonstelling in Upstream Gallery in Amsterdam verrijkt met nieuw werk wat nadien ontstaan is. Over productiviteit gesproken.
In deze nieuwe tentoonstelling die afgelopen zaterdag feestelijk werd geopend, stond pontificaal een aantal nieuwe driedimensionale werken van hem ten toon, om te bekijken, om je in te wanen, en zelfs om je in te begeven. Want Rob Voerman werk altijd zowel twee- als driedimensionaal. Bij hem gaat de strijd niet om het overwicht van het platte vlak of het ruimtelijk beeld. In zijn platte werk fantaseert hij over de structuur van de stad. In zijn ruimtelijk werk onderzoekt hij onze beleving van de binnenruimte. Daarbij lijkt hij schatplichtig aan Le Corbusier’s onvolprezen Notre Dame du Haut, de kapel in Ronchamp, (Franche-Comté, Frankrijk) uit 1954. Maar waar Le Corbusier de ruimte onmetelijk vergroot, doet Voerman het tegenovergestelde: hij dwingt ons onszelf klein te maken in zijn bouwsels, en die te ervaren als een wijde jas om in te wonen.
De gedachte aan Le Corbusier komt niet toevallig op. De koepel in de zeefdruk ligt in een architectonische omgeving die doet denken aan de maakbaarheid van de stad, zoals die in het begin van de twintigste eeuw verondersteld werd. Bovendien staat in de tentoonstelling een groot beeld: Rob Voermans interpretatie van Corbusiers Unité d´Habitation.
De Unité van Voerman staat zelf op een sokkel die doet denken aan de muren van de Notre Dame du Haut en is als wand op overeenkomstige wijze transparant gemaakt. Bij Rob Voerman is de sokkel/wand streng van belijning en ordening, terwijl de Unité erboven vooral organisch is, als een door bijen gebouwde raat. Het is Corbusier van onderen en Voerman van boven. Het is sculptuur boven op architectuur. Het is een samen articuleren van de ruimte, waarbij elk van de twee kunsten zijn eigen rol vervult: onderin de ratio met een beetje gevoel, daarboven het gevoel met een beetje ratio.
Je kunt Corbusier, Mies van der Rohe, Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld in deze Eenheid ontdekken.
Rob vertelde ons dat hij dit beschouwt als een nieuwe weg die hij is ingeslagen. We zijn nu al nieuwsgierig naar wat er verderop nog komen gaat.
Hoorn, 9 januari 2011
Le Corbusier L'Unité d'Habitation
(la cité radieuse)
Marseille 1952
Een betonnen (béton brut) flatcomplex van 18 verdiepingen met 337 appartementen, voorzien van binnengelegen winkelstraten en diverse faciliteiten op de zevende en achtste verdieping. Het complex meet 138 m lang, 25 m breed en 56 m hoog. De appartementen nemen twee verdiepingen in beslag. Het dak dient als zonneterras.
Le Corbusier, Interieurfoto van Notre Dame du Haut
(Volgende artikel: Rob Voerman van Upstream Gallery tot Watou 2022, afl. 2
Artikel Rob Voerman
Mooi en verhelderend artikel. Verschijnt het ook (samen met je andere artikelen in je Blog) ook in boekvorm?Dank je wel voor je reactie!
Ja, het wordt zeker een verhaal. Groot voordeel van een boek is de wijze waarop afbeeldingen en tekst zich tot elkaar verhouden. En je kunt er in bladeren, waardoor je al door de afbeeldingen alleen een soort samenvatting krijgt, nog voordat je de tekst hebt gelezen.
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties