Op mijn vraag aan museum Voorlinden, of ik zelf mijn vaste groep mocht voorbereiden op een rondwandeling door de tentoonstelling van Anthony Gormley – waarbij ik aangaf dat ik NIET ging rondleiden in het museum maar een voor- en nabespreking wilde organiseren, kreeg ik het volgende antwoord:


Goedenavond mijnheer Damen,
Nogmaals dank voor uw aanvraag bij museum Voorlinden.
U kunt uiteraard op (datum) op de door u gekozen tijd museum Voorlinden bezoeken met uw groep, waarvoor u online tickets kunt bestellen. Wij hanteren inmiddels geen tijdsloten meer.
GROUND is een unieke tentoonstelling in meerdere opzichten.
De kunstenaar wil graag dat bezoekers onbevangen, onvoorbereid de tentoonstelling ingaan of, misschien liever, ondergaan, al kunt u natuurlijk zelf tevoren uw gasten vertellen over de tentoonstelling.
Op instructie van de kunstenaar geven wij onze bezoekers een zaalboekje mee met uitleg over de werken in de verschillende zalen en ruimtes, maar adviseren we dat boekje pas na afloop te lezen.
Mocht u in het museum zelf verder willen vertellen over de kunstenaar en de werken, dan moeten wij u erop attenderen dat alleen onze eigen rondleiders een rondleiding mogen geven;
zij zijn voor GROUND speciaal door Antony Gormley zelf geïnstrueerd over het verhaal dat zij bij de tentoonstelling kunnen vertellen.
U kunt eventueel rondleiders boeken via onze website.
U kunt op eigen gelegenheid ons restaurant bezoeken om na te praten en een drankje te drinken. Naast ons restaurant is ons terras bij het landhuis geopend, ook onze Safaritent staat inmiddels weer naast het museum opgesteld. Hier is de sfeer wat informeler dan in het landhuis, maar ook hier kunt u met uw gezelschap wat drinken.

Wij wensen u veel plezier met uw voorgenomen bezoek aan Voorlinden!

Een heel vriendelijk antwoord. De zinnen waar ik het niet mee eens ben, heb ik vet gemaakt.

Dat de kunstenaar wil dat we onvoorbereid de tentoonstelling ingaan is aardig maar niet ter zake: tegen de tijd dat wij de tentoonstelling zouden bezoeken is er al zoveel gepubliceerd, dat onschuldig erheen gaan onmogelijk zal zijn. Over het “onschuldige oog” heb ik overigens aardig wat literatuur gepubliceerd in mijn proefschrift. Het werkelijke “onschuldige oog” bestaat niet.

Op instructie van de kunstenaar is eveneens twijfelachtig: wat mankeert er aan zijn werken dat wij die niet zelf zouden kunnen duiden? Overigens zag ik dat bijna alle bezoekers het boekje stonden te lezen bij de kunstwerken en niet achteraf: wij kregen het zaalboekje ook vóórdat we de tentoonstelling ingingen en niet erna.

dat alleen onze eigen rondleiders een rondleiding mogen geven, speciaal door Antony Gormley zelf geïnstrueerd vind ik van een betutteling die ongepast is. In mijn overtuiging worden kunstwerken juist rijker door een veelheid van interpretaties, zelfs als die met elkaar conflicteren. Het alleenrecht op visie bestaat niet.

Intussen heeft mijn groep besloten niet als groep naar de tentoonstelling te gaan. Als zij zouden gaan, wilden zij gaan met mij omdat ze mij kennen, ik hen aanspreek op het niveau van hun kennis en geen algemene richtlijnen van de kunstenaar opvolg. Juist onze eigen onafhankelijke waarneming vinden zij veel waard. Jammer voor het museum, het gaat deze groep niet ontvangen.

De algehele tendens om ongebonden kunsthistorici als rondleiders te weren komt voort uit kortzichtigheid. Wij onafhankelijken berokkenen de musea geen schade maar werken vooral in hun voordeel. Wij brengen groepen over de drempel, ook bij tentoonstellingen die onze leden uit zichzelf mogelijk zouden overslaan. Wij verrijken het veld met mogelijke meningen en betekenissen. En wij voorkomen dat de wereld van de kunst wordt beperkt tot armzalig eenrichtingsverkeer.

1000 Resterende tekens