Gisterenavond in ons thuislokaal alweer de vijfde bijeenkomst in de serie Giro dell’Arte. Dit keer ging het over Milaan, de tweede stad van Italië, die je bezoekt voor de eigen tijd. En hoe wordt de eigen tijd het best gekrakteriseerd? Door de mode. Vandaar dat we een filmpje draaiden over de najaarscollectie van Prada in 2011. Een collectie die nog echt niet verouderd is.
Maar eerst reisden we natuurlijk denkbeeldig naar Milaan toe en arriveerden op het megalomane station. Het is geïnspireerd op het Amerikaanse Union Station in Washington D.C., dat op zich weer is geïnspireerd op een vorm van Italiaans classicisme. Zo blijkt maar weer hoe de klassieke Italiaanse cultuur haar invloed over de hele westerse cultuur heeft verbreid. | ||
We slenterden wat rond door de enorme aankomsthallen van dit kopstation en verbaasden ons over de fascistische ornamenten, die nog steeds goed te zien zijn. Omdat het station in 1931 werd opgeleverd zullen de meeste mensen het misschien niet direct met Mussolini en kornuiten associëren. | ||
Direct als je het station uitloopt, zie je voor je het wereldberoemde Pirelli hoofdkantoor. Deze 127 meter hoge toren staat symbool voor de wederopbouw van het naoorlogse Milaan. Tot de jaren zestig was dit de grootste uit gewapend beton opgetrokken wolkenkrabber ter wereld. Het was ook het eerste Milanese gebouw dat boven het Madonnabeeld van de Duomo uitstak. Het gebouw staat op de plek waar Giovan Battista Pirelli in 1872 zijn eerste bandenfabriek stichtte. | ||
Al babbelend liepen we verder tot we bij het toeristische hart van de stad aankwamen: het grote Domplein, met de dom, het standbeeld van Vittorio EmanueleII en de ingang van de naar hem genoemde Galleria. GalleriaDe Galleria Vittorio Emanuele II is indrukwekkend, enkel en alleen al door zijn afmetingen: het heeft de vorm van een Latijns Kruis en meet 196 meter in de lengte en 105,5 meter in de breedte. De twee met glas en ijzer bedekte wandelgangen komen samen op een octagonaal piazza onder een imposante glazen koepel, 47 meter hoog en 36 meter breed. De ingang aan de kant van het Piazza del Duomo wordt omkaderd door een monumentale triomfboog, wat de mensen op het plein voor de kathedraal naar de galerij toe trekt. De Milanezen noemen hem trouwens ‘De Salon’ ofwel de plek waar je elkaar ontmoet. En dat is duidelijk te zien aan alle groepjes meer of minder opgewonden Italianen die er staan te praten terwijl ze sluiks om zich heen kijken, om te zien en of ze ook wel gezien worden… | ||
Natuurlijk kwamen we ook te spreken over Leonardo da Vinci, zijn standbeeld dat ooit werd ingepakt door de Christo’s, Het Laatse Avondmaal, de Breracollectie, Het stadspark, het Museum voor Design en Moderne Kunst, de Gouden Vierhoek van de modehuizen, De Scala van Milaan, de 3700 sculpturen van de Dom, de Torre Velasca, de Arco della Pace, | ||
het stadion San Siro en nog veel, veel meer. Maar toen waren we al met een goed glas Italiaanse wijn in de hand ver na de pauze beland. Om kwart over tien rondden we af met de nasmaak van Milaan nog vol op de tong. |