Vrijdag 25 februari hield ik op verzoek een voordracht in het Cultureel Café in Hoorn, dat was georganiseerd door een samenwerking van Gemeente en Parkschouwburg. |
||
Boxie 2011 Niet iedereen kan alles hebben |
|
Hieronder volgt de tekst van mijn voordracht.
Delft, Land Art Delft |
Dames en heren, ik ben uitgenodigd om in dit cultureel café te spreken door Astrid Dijkstra, werkzaam bij de Gemeente Hoorn. Ik ga op deze uitnodiging in vanwege haar jeugd, want voor grijze mannen zoals ik, is zo’n uitnodiging een compliment om te koesteren. Vooral vleiend is het om te mogen spreken over het onderwerp van vandaag: op zoek naar bijzondere samenwerkingsverbanden: laat de praktijk ons inspireren. Welnu de praktijk waarmee ik me voornamelijk bezighoudt is de vraag wat beeldende kunst is, en of beeldende kunst moet. Waarom beeldende kunst móet wil ik proberen te tonen aan de hand van voorbeelden, die ik heb uitgekozen omdat ze een bijzondere ontwikkeling illustreren die binnen de beeldende kunst gaande is: van ‘mooie voorwerpen’ naar ‘maatschappelijk engagement’. Ik begin dus met mooie voorwerpen en eindig bij het maatschappelijk engagement. En passant komt aan de orde hoe die vormen van beeldende kunst aan ons gepresenteerd worden, en mogelijk inspireert dat het debat verderop deze middag, waarin we op zoek gaan naar bijzondere samenwerkingsverbanden. Om te beginnen toon ik een project uit Delft, omdat het altijd aardig is om over de grenzen van je eigen wereldje heen te kijken. In de gemeente Delft wordt hard nagedacht over hoe het groen hart moet worden ontwikkeld. Kunst vinden ze daar van essentieel belang. Ze zeggen in hun ontwikkelplan voor Delfland: Of ze nu prikkelt of stimuleert, kunst haalt ons uit ons conventioneel denkpatroon, zet ons op een andere voet. Beeldende kunst is ook dat vergrootglas dat ons bewust maakt van de natuur en alles eromheen. Daarom plaatsen ze beelden in het weiland en in de moerasbosjes, in nieuw aan te leggen recreatiegebieden met wandelpaden en fietspaden er tussen door , en brengen zelfs een expositieruimte aan onder het weiland. Opvallend is het dat alle beelden die u hier ziet, beelden zijn die ze van elders hebben opgehaald en in deze schets hebben in gemonteerd. Het zijn allemaal beeldhouwwerken van de kunstenaar Rudi van de Wint, en dat brengt me bij ons hier, thuis. |
|
Rudi van de Wint 2002 |
Hier vlak voor de schouwburg in het water, staat een beeld van Rudi van de Wint. Het is een uniek beeld, omdat het in het water staat. Dat komt bijna niet voor in Nederland. Het beeld heeft geen titel en daarom kunnen we er van denken wat we willen. Sterker: we moeten er van denken wat we willen. Dat is de tweede reden waarom beeldende kunst móet: het tilt ons uit boven onze dierlijke staat. Boven de apen, zeg maar. Wij zijn dieren, net als de apen. We hebben net als zij een sociale samenleving, met sterke mannetjes, mooie vrouwtjes, sluwe onderdanen en laffe volgers, die elkaar de hele dag in de gaten houden. Maar zij hebben een ding niet wat wij wel hebben, en dat is kunst. Apen schrijven geen gedichten, geen romans, ze componeren geen muziek, ze schilderen niet en ze maken geen standbeelden. Zeker geen standbeelden zonder titel in het water. Sommige mensen vinden kunst in de openbare ruimte een autoritaire ingreep door zogenaamde kunstkenners en betweters: iemand die ik sprak over dit beeld zei: ‘het doet me aan mijn wasmachinetrommel denken’. Het beeld, zoal ik het noem, is geen beeld zoals we gewoon zijn. Geen Jan Pieterszoon Coen. Sterker nog, het sin eigenlijk twee beelden, die bij elkaar zijn geplaatst. Ze hebben nauwelijks volume. Het zijn eigenlijk twee schermen. Of misschien zijn het twee gordijnen en doen ze je denken aan het podium hierbinnen, als na de voorstelling het doek zakt. Als je er langs loopt gaan de twee schermen of gordijnen in elkaar op: de kleine verdwijnt bijna in de grote. Ze versmelten tot één beeld. Het maakt iets duidelijk door zijn plek: Hier is het einde van de zee. En hier begint de ingreep van de mens. Dit beeld is de poort naar cultuur, op de grens van water en land. Maar die grens is niet een betonnen muur of stalen wand. Ze is transparant. Hoe hoger je komt, des te transparanter is ze: natuur en hogere cultuur sijpelen door elkaar heen. De mens heeft hier een monument opgericht om dat aan de natuur duidelijk te maken: pas op natuur: hier zijn wij, en hier grijpen wij in. Dat is de derde reden waarom beeldende kunst moet. |
|
Vergetelheid, aan het |
Na dit verhaal over Delft en ons beeld van Rudi van de Wint moet mij het volgende van het hart. Wij hebben belangrijke beelden in de stad, maar ze zijn opeens ver te zoeken. In plaats van opgesteld langs onze eigen zondagse wandelboulevard, hier aan de Westerdijk, staan ze nu langs het hondenuitlaatlaantje. Daar komt geen mens, hooguit iemand uit de wijk met zijn hond en voor de rest van de tijd staan ze er voor Piet Snot. Zijn ze gesneuveld in Hoorns onbegrip: dat de bestuurderen hier niet hebben begrepen dat beeldende kunst móet, en niet weggepromoveerd mag worden naar de rand van de beschaving, maar een plek moet hebben tussen de mensen? Het is toch een schandaal dat ze daar weggedrukt staan en het is te hopen dat er ooit een samenwerking ontstaat die ze weer terughaalt naar het domein van de culturele mens. |
|
Schilderij van Wim Stolk |
Dat idee van samenwerken brengt me bij de schouwburg. Ze is dankzij Wim Zwijsen niet alleen theater, maar ook ‘Parkgallery’: een expositieruimte. Een plek waar kunst door massa’s publiek gezien wordt.: Nu is er werk van Wim Stolk en Ina Met; Samenwerking beeldende kunst en theater. Als u op die bank daar gaat zitten zit u onder een schilderij van Wim Stolk en daarmee zijn we meteen van de negatieve betekenis van ‘een schilderij voor boven de bank’ af. Boven de bank móeten schilderijen. En er tegenover hoort een beeld, zoals dit beeld van Ina Met. Ik schreef er over in de maand januari op www.galerieën.nl en noemde het decoratie, iets wat ik positief vindt omdat ook decoratie móet. Het is misschien geen kunst, misschien wel, maar in ieder geval verfraait het onze wereld en dat hebben wij nodig. Apen doen dat niet. Wij wel. Dat is de vierde reden waarom beeldende kunst moet: omdat het onze leefruimte verfraait. |
|
|
We zijn nu al een aardig eindje op weg binnen bijzondere samenwerkingen en bijzondere presentatiewijzen. Nog zo’n initiatief is het Hoornse ‘Kunst en Cultuur’, een samenwerking tussen kunstenaars, musea en galerieën. Elke eerste zondag van de maand zijn er culturele plekken geopend. En ik ben met Wim Zwijsen in overleg over een idee van mij om als Mandarte langs die plekken begeleide wandelingen te gaan maken, zeg maar een soort stadswandelingen zoals Oud Hoorn doet langs de bijzondere architectuur in deze stad. Ook organiseert HK&C de jaarlijkse Kunstmarkt die in een paar jaar enorm is gegroeid. Een wel heel bijzondere manier van kunst presenteren was er afgelopen jaar te zien bij het kunstenaars intitiatief van Sleurkunst; kunst in allerlei vormen gepresenteerd in caravans. Mobiel presenteren zeg maar. |
|
Hoorns Museum Menu 2010-11 |
Nog een bijzondere vorm van samenwerken vindt u bij 3 musea die elk een andere tijd en een een ander doel hebben. Toch werken zij samen in het Hoorns Museum menu. Bijzonder is de buitengewoon moderne vormgeving en de digitale ontsluiting samen met de ouderwets museale presentatie: nieuw helpt oud, zo zou je het kunnen noemen, en zoals u ziet op de foto’s is het een succes bij het publiek. Een andere manier van samenwerking vind je bij het samengaan van kunst in de openbare ruimte in samenhang met publicaties op het web. In dit geval samenwerking tussen jonge, avontuurlijke architecten met sector-eigen, overkoepelende website. Weer een andere samenwerking - op individueel niveau, wordt getoond door Boxie en Waldo Creative Concepts. Omdat Boxie hier vandaag andere dingen gaat duidelijk maken dan ik, ga ik er nu niet uitgebreid op in. Voorlopig spreken deze lichtbeelden voor zich. Samenwerking die zeker niet onvermeld mag blijven ( dat brengt me terug bij over de rand van je eigen wereldje kijken) is die met kunstenaars van buiten, en met buitenlandse kunstenaars, die Hotel Maria Kapel verzorgt in haar kunstenaars résidence. Daar wordt de grens werkelijk verlegd van mooie dingen maken naar sociaal engagement, zoals het voorbeeld van het kunstwerk van Anique Weve toont. Het is tevens een voorbeeld van de avontuurlijke en verrassende experimenten die kunstenaars durven aangaan, en waarmee ze ons de ogen openen voor nieuwe vormen van kunst. |
|
Mandarte in gesprek in |
In een nieuwe samenwerking tussen het Hoornse cultuurglossy ‘HIER in West-Friesland- en de kunsttheoreticus van Mandarte ziet u hier mijn tweede gesprek dat ik elk kwartaal zal houden met belangrijke spelers in het kunstenveld: in de aflevering die morgen verschijnt is dat een dubbelpagina over HotelMariaKapel. | |
Terug naar het hondenuitlaatlaantje. Tot besluit wil ik een beeld dat daar staat aan de vergetelheid ontrukken. Ga door met hopen en treedt over nieuwe, verassende samenwerkingen en opwindende presentatiewijzen met elkaar in debat. Ik dank u wel. Tekst door Cornelis Putemmer op het beeld van Frans Hage: |
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties