Verstomd stap ik, fototoestel in de aanslag, door het atelier in Oude Niedorp. Lomp en onhandig, omdat de enorme verandering nog niet wil doordringen. Allereerst is er de sfeerverlichting die tal van ‘hotspots’ aanlicht en een rustig overzicht verhindert. Waar te beginnen? Langs de mobiele wanden, die in een achthoek staan opgesteld of bij de bloemen, in het midden? Je kunt erheen lopen tussen de tafels door, die als een Griekse meander zijn opgesteld. Wat is hier gaande, waar is de vertrouwde chaos, welke krachten hebben hier ingegrepen? |
Achter in wat hij hardnekkig ‘de loods’ blijft noemen, – ‘atelier’ klinkt denk ik te veel naar kunst voor hem – heeft Jan de allesbrander aangestoken, die met een aangenaam geknetter en gegrom, de sfeer verwarmt. Dit lijkt opeens sterk op een thuis, het is geen werkschuur meer. Maar toch… Het zal in mij zitten, want zo zit ik in elkaar, er is iets van wijding in de lucht, als in een klooster. | ||
Een gevoel van thuiskomen, van intieme vertrouwdheid, van veiligheid, zoals je een plek zou willen hebben om ongestoord te kunnen werken, waar je dagelijkse ideeën gestalte krijgen. Deze sfeer doet mij opeens denken aan een reis die Jan en ik lang geleden maakten, naar Florence en Rome, waar we voor het eerst de grote monumenten van de renaissance bezochten, niet als afstandelijke toeschouwers, maar als gretige en gevoelige ‘belevers’, als deelgenoten van de eeuwige werken. Hou ik mezelf nu voor de gek? Zit die ervaring, dat beeld, ook nog steeds in Jan? | ||
Frappant is hoe het oudste werk tegen de wanden geleund staat, en zelf weer als steun dient voor telkens jonger werk. Het werk draagt elkaar, laag op laag. Heeft hij aan onze Rome-reis gedacht toen hij hier opeens zijn jarenlange chaos onderbracht in een heldere bouwkundige structuur? Of was er een onbewuste impuls, een onuitgesproken goedvinden toen een bekende ordening werd teruggevonden? Zijn er nog meer aanwijzingen te vinden in deze nieuwe ruimte, in deze nieuwe rangschikking van die ongelofelijke hoeveelheid spullen? Zeker, het heeft de schijn van altaren en tabernakels, deze uitstallingen. | ||
Het licht sprankelt als het goud van de mozaïekwanden in het baptisterium in Florence. Ook is daar die enorme hoogte overdekt met het sterk hellende, schuine dak, net als in deze loods. | ||
Het grondvlak van het baptisterium is een achthoek. Dat is gebruikelijk in de renaissance voor een doopkapel. De doop vindt plaats in het midden, recht onder het hoogste punt van de nok. Alle aanwezigen kunnen rond het ritueel staan en zo hun gemeenschappelijkheid ervaren. Zo wordt de opname van een nieuw lid in de gemeenschap gevierd. En dus is het gebouw een centraalbouw en niet een langsbouw, die beter geschikt is om te preken. De loods van Jan is een langsbouw, maar hij heeft er binnen een centraalbouw ingericht, met een centraal middenpunt waar hij straks de nieuwe leden in zijn oeuvre kan opnemen. | ||
Ook de tabernakels langs de wanden in Oude Niedorp vormen een beeldrijm met de altaren langs de wanden in het baptisterium van Florence, en zelfs met de monumenten in de naastgelegen Santa Maria della Fiore. In die kathedraal rusten beroemde kunstenaars, voor wie schitterende tombes zijn opgericht. Één ervan is ontworpen door Vasari voor de door hem zo bewonderde Michelangelo, aan wie hij zijn hele geschiedschrijving heeft opgedragen. Met een groothoeklens is deze tombe talloze malen gefotografeerd, te groot als hij is voor een normale brandpuntsafstand. | ||
Enigszins aan die megalomanie doen ook de opstellingen denken die Jan van zijn werken heeft gebouwd, maar het zijn geen tombes voor overleden kunstenaars, want alle werken op twee wanden na zijn van hem, en de andere twee kunstenaars leven nog. Het is vooral de symmetrie die als beginsel wordt gehanteerd en de verticale opbouw van plint, altaar, altaarstuk, achterwand die aan de kunstgeschiedenis herinneren. | ||
Het is niet voor het eerst dat hij zijn werk op deze manier opstelt. Dit voorjaar, in het voormalige PTT-gebouw in Alkmaar, stond ook al zo’n altaar. Een altaar noem ik het met opzet, omdat een altaar een tafel is waarop rituele handelingen worden verricht.. Meestal is dat een offer brengen aan de goden, waardoor er contact wordt gelegd met die andere wereld. De voorwerpen die er op staan uitgestald zijn er om het offerritueel te dienen. | ||
Dichtbij krijgen de losse voorwerpen op deze altaren hun eigen betekenis. Ze weerkaatsen het leven van de kunstenaar, dat getekend is door katholieke ouders, grote bouwwerken, autodidactische tekeningen, kunstacademie en heel veel verborgen symboliek, tot en met het net afgesloten ‘Project van de Verzoening’. | ||
En dan zijn er nog de persoonlijke verhoudingen, zoals dit ‘monument voor Hans Belleman’ dat hun langdurige samenwerking eert. In feite gaan alle schilderijen en alle sporen van performances en alle overblijfselen van vroegere projecten nu nieuwe relaties aan, en krijgen opnieuw betekenis door deze andere samenstelling. | ||
Zo is het niet een nostalgische opeenhoping van restanten, maar het zijn even zo veel nieuwe beelden, waarin de kunstenaar zichzelf telkens opnieuw uitvindt en bevestigt: Jan vindt zichzelf terug en tegelijkertijd schept hij zichzelf opnieuw, door het herschikken van zijn verleden. En wie zijn verleden opnieuw schikt, bouwt aan een veranderende toekomst. | ||
Als ‘pronaos’ of voorruimte timmerde Jan een soort ‘opkamer’. Een meditatieve rustplek waar het slecht zitten is, want alle vier de historische stoelen zijn bezet door keien met bloemen of andere artefacten, die het zitten en luieren verhinderen. De stoelen zijn historisch omdat ze lang geleden, door een vriend als nieuw ontworpen meubels, nog met de hand gemaakt zijn. Ook al hebben ze geen directe functie meer en zijn ze uit het woonhuis verdrongen, het gaat zoals met alle andere spullen in het atelier, niets wordt weggedaan. Want alles heeft bijgedragen tot waar Jan nu is gekomen en dat doe je dus niet weg, je wilt je eigen sporen in het zicht houden. | ||
Ergens in dit hele bedrijf staat een oude schrijfmachine. Er komt een blad papier uit dat nu eens geen letters draagt, maar een fotoportret van Jan. Alsof beelden getypt kunnen worden en er geen woorden meer nodig zijn. Een deel van het portret zit nog verscholen tussen de rollen. Het is een belofte dat er nog nieuwe dingen geboren zullen worden – net zo lang totdat het verleden ‘af’ is – in dit baptisterium. | ||
Meer artikelen over Atelier-Mors |
http:/www.mandarte.nl/weblog/item/785-belleman-en-mors-performance http://www.mandarte.nl/weblog/item/802-jan-mors-de-verzoening-1 http://www.mandarte.nl/weblog/item/803-jan-mors-de-verzoening-2 http://www.mandarte.nl/weblog/item/804-jan-mors-de-verzoening-3 http://www.mandarte.nl/weblog/item/805-jan-mors-monument-van-de-verzoening-4 |