La Trahison des Images 1929
(Woordbreuk der beelden 1929)
René Magritte
Olieverf op doek, 60x81cm
Los Angeles, County Museum of Art
Het meest beroemde voorbeeld van tekst in een schilderij is natuurlijk Magritte’s Ceci nest pas une pipe. Over dit werk is in 1973 een lastige tekst verscheen van de Franse filosoof Michel Foucault.
Daarin voert hij ons terug naar het kalligram: een tekst waarvan de woorden zodanig op het papier geplaatst zijn, dat ze een figuur vormen die verwijst naar de inhoud. Guillaume Apollinaire heeft er ooit een hele dichtbundel aan gewijd: Calligrammes.
Salut Monde 1919
Guilaume Apollinaire (1889-1978)
Dit calligramme diende als voorbeeld in onze bijeenkomst over Lily van der Stokker, want sommige van haar werken hebben zeker iets kalligrammigs. Volgens Foucault - en ik citeer nu de Nederlandse vertaling - “wil het kalligram op speelse wijze de oudste tegenstellingen van onze gealfabetiseerde beschaving uitwissen: tonen en benoemen; vorm geven en zeggen; reproduceren en in geledingen afdelen; nabootsen en duiden; kijken en lezen.”
In het schilderij van Magritte ligt een zeer belangrijk verband tussen de tekst en het beeld. Dat verband wordt aangegeven door het woordje ‘Ceci’. Het maakt dit schilderij tevens uniek, omdat in alle andere voorbeelden die we zagen, de titel - of tekst in het beeld - opgevat kon worden als een aanvulling op het beeld. Maar nu is er opeens een dwingende hand die ons voorschrijft: DIT is geen pijp. Het woordje DIT wijst de geschilderde pijp aan, en zegt tegelijk dat de geschilderde pijp geen echte pijp is.
In een brief van Magritte uit 1966 maakt Magritte onderscheid tussen gelijkenis en overeenkomst, (Fr.:Resemblance en Similitude) en geeft een duidelijk voorbeeld over doperwten: “Ik heb bijvoorbeeld de indruk dat doperwten onderling betrekkingen van overeenkomst vertonen, zowel zichtbare (hun kleur, hun vorm, hun grootte) als onzichtbare ( hun aard, hun smaak, hun gewicht). Zo is het ook gesteld met wat vals is en wat echt is, enzovoort. De ‘dingen’ hebben onderling geen ‘gelijkenissen’, ze hebben, of hebben geen, overeenkomsten”.
René Magritte
Olieverf op doek, 60x81cm
Los Angeles, County Museum of Art
In een brief van Magritte uit 1966 maakt Magritte onderscheid tussen gelijkenis en overeenkomst, (Fr.:Resemblance en Similitude) en geeft een duidelijk voorbeeld over doperwten: “Ik heb bijvoorbeeld de indruk dat doperwten onderling betrekkingen van overeenkomst vertonen, zowel zichtbare (hun kleur, hun vorm, hun grootte) als onzichtbare ( hun aard, hun smaak, hun gewicht). Zo is het ook gesteld met wat vals is en wat echt is, enzovoort. De ‘dingen’ hebben onderling geen ‘gelijkenissen’, ze hebben, of hebben geen, overeenkomsten”.