I. Vooraf
De zwerfkei van Giuseppe Penone brengt ons bij Eugène Dodeigne, de steenhouwerszoon die beeldhouwer werd. Er is geen verschil tussen zwerfkei en natuursteen. Hooguit is natuursteen het soort kei dat door de mens wordt gebruikt om vorm te geven.
Méditation is een natuurstenen sculptuur van Eugène Dodeigne. Eugène Dodeigne kende als elke steenhouwer de concentratie die steen als vanzelf oproept tijdens het hakken met het eeuwenoude steenhouwers handgereedschap. De concentratie van het hakken gaat vanzelf over in een stille meditatie, gedragen door het ritme van het kloppen met de hamer en het tikken van de beitel in de steen. Alles wat de wereld brengt verdwijnt tijdens de arbeid.
II. Het kunstwerk
Méditation, Belgische (blauwe) hardsteen 110 x 112 x 48 cm
1) Ontmoeting
Een zittende figuur, kleermakerszit, neerhangende armen, handen over de voeten, hoofd naar beneden, verzonken in gedachten of volkomen leeg, mediterend. De rug fier rechtop, de borstkas diep en recht, de schouders bij elkaar getrokken. Een actief zitten waarbij de volledige aandacht voor het lichaam, het vasthouden van de houding, de concentratie verdiept.
2) Onderwerp
Mediteren is een volledig buitensluiten van elk doen en denken, van elke afleiding uit de gewone wereld. Door concentratie op het eigen lichaam en de eigen ademhaling wordt de geest teruggebracht in een totale overgave aan het zijn. Er zijn veel opvattingen van en over meditatie, waarbij vaak het hoofddoel is: heling van het zelf. In de moderne geschiedenis is meditatie niet religieus, maar vooral gericht op ontspanning van de geest.
3) Formaat en materiaal
Het beeld is groot. De zittende zou opgericht ruim twee meter hoog zijn. Het formaat wordt bekrachtigd door de afstand van knie naar knie. Die is even groot als de afstand van de voeten naar het hoofd.
Het beeld is gemaakt van massief Belgisch hardsteen. Dat is een sterke, stabiele, compacte en vormvaste natuursteen. Voorwaarde om hardsteen te bewerken is voldoende vakmanschap om het verloop van de aderen te herkennen om scheuren en ongewenste breuken te vermijden.
4) Vorm en compositie
Een laag dubbel kruis(rood) dat meteen een ruit (blauw) wordt, waardoor onze ogen blijven zwerven over het oppervlak. Het kruis zorgt voor stabiliteit, de ruit voor dynamiek. Als we de ruit voltooid hebben springen we naar de lange armen (groen) die doorlopen tot de basis, tenslotte gaan we op zoek in het binnenste, de langgerekte V van de borstkas binnen in het beeld. Vervolgens leggen we dezelfde ronde nog een keer af, gestimuleerd door de wisselwerking tussen rust en dynamiek in het beeld. Tenslotte herkennen we de innerlijke activiteit van het zitten onder uiterlijke onbewogenheid.
5) Oppervlak
Het beeld is niet geschuurd of gezoet. Het glanst niet en heeft niet de diepblauwzwarte kleur die we kennen van hardstenen stoepen. De huid van het beeld bestaat uit de grijze stofkleur van het hakken, met de natuurlijke, witte sporen erin van het puntijzer en de Bouchard hamer. Onze hele waarneming wordt gedreven door het verschil in lichtval op de verschillende delen.
6) Techniek1
Het hele beeld is met de hand, met oeroude technieken en gereedschappen, uit de steen tevoorschijn gebracht. Eerst werd de contour grofweg uit de steen gehakt. Vandaar de rafelige, vlijmscherpe contour. Deze ontstaat door het werken met de jop: een steenbeitel, om met behulp van een moker grote schollen steen te verwijderen. Daarna werd de contour verfijnd door hakken met de puntbeitel. De puntbeitel laat spitse groeven na in de steen.
Binnen de ontstane contour werd nog meer steen weggehaald, met behulp van een elektrische haakse slijper, een modern gereedschap dat steeds meer wordt gebruikt in de steenhouwerij. Het is een ronde handzaag die in min of meer evenwijdige stroken door de steen wordt getrokken. De richels die daartussen blijven staan worden na het slijpen weggeslagen. Vaak blijft de bodem van de zaagsnede nog zichtbaar als een ondiepe groef in de steen. Hier is te zien hoe Dodeigne de slijpschijf hanteerde in schuin opwaartse richting van de voeten naar de knieën toe. Lange en korte sleuven bevinden zich op de handen, de armen, de vingers en de benen.
7) Techniek 2
Na het aanbrengen van de sleuven en het weghakken van de opstaande richels worden de tussenliggende stroken vlak gehakt. Daarvoor wordt een Bouchard hamer gebruikt, waarvan de stalen punten rechtop in de steen worden geslagen. Er blijven putjes achter in de steen, waar de hamer het hardst is neergekomen.
De traditionele steenhouwer zal zijn best doen de sporen van gereedschap weg te werken, door de steen verder te schuren, te zoeten en misschien zelfs te polijsten. Eugène Dodeigne gebruikt de sporen van het gereedschap juist doelbewust, om zijn sculpturen richting, ruimte en accenten te geven.
III. Verwanten
8) Dodeigne (1923-2015)
Dodeigne komt uit een familie van steenhouwers en leerde het vak zelf vanaf 1936. Maar hij wilde meer. Hij studeerde na zijn vakopleiding tekenen en beeldhouwen, aanvankelijk aan de École des Beaux-Arts in Tourcoing, later aan de École des Beaux Arts en in het atelier van Marcel Gimond in Parijs. In de jaren '60 vond hij zijn inspiratie bij kunstenaars als Alberto Giacometti en Germaine Richier. Hij bewonderde Germaine zeer en kreeg van haar opdracht voor twee werken.
9) Germaine Richier
Deze twee stenen hakte Dodeigne naar ontwerp van Germaine Richier. Zij maakte gebruik van de methode van triangulatie, die ze overnam van Antoine Bourdelle, waarbij de vorm wordt geanalyseerd en opgedeeld in een netwerk van driehoeken. In de compositie van Dodeigne ‘s Méditation (hier linksboven) zijn de driehoeken duidelijk aanwezig.
10) Homme et femme
Dodeigne ging te rade bij zijn tijdgenoten zoals Richier en Picasso. In Parijs bestudeerde hij ook voorgangers als Michelangelo, van wie hij leerde dat de figuur al in de steen aanwezig is. De zwangere van Pablo Picasso gaat verder terug dan Michelangelo en toont dezelfde -klassiek Egyptische- verstijfde houding als Dodeigne ’s Femme. “De gestalten zijn algemeen aangeduid en ruw gehouden”, schrijft José Boyens, “eerder rots gebleven dan mens geworden, waardoor zij de kracht van de steen in zich bewaren”
11) Figure (Zwolle)
In het beeld ‘Figuur’ in Zwolle zie je beide invloeden terug, Michelangelo’s ideaal van ‘het bevrijden van de vorm uit de steen’ en Rodins ideaal van het ‘vangen van de beweging’. Bij Dodeigne neemt de rudimentaire mensfiguur afstand van de vroegere, gecultiveerde beeldhouwkunst. Het gaat Dodeigne om pure oer-beleving en hij beperkt zich tot de hoogstnoodzakelijke bewerkingen. Het beeld moet in principe in één keer goed zijn, met zo weinig mogelijk correcties.
12) Houtskooltekeningen
Je kunt zeggen, in het Gebaar waarmee de houtskooltekeningen zijn gemaakt, herken je de steenhouwer. Hier tekent hij met de hele arm en hand, wars van details, net als het hanteren van de slijpschijf, in lange, doorgaande bewegingen. Geen gepietepeteuter maar recht op het doel af: emotie is houding, en houding is emotie. En houding is bevroren beweging op het hoogtepunt van de emotie.
13) Studies in terracotta
Op deze foto uit 2012 is te zien hoe Dodeigne altijd trouw bleef aan zijn gebaar. De afdruk van het gereedschap, in dit geval de handen, is nog overal aanwezig. Toevallig staat een voorstudie, die erg veel lijkt op onze meditatie uiterst rechts op de tafel. De uitdrukking van de houding lijkt echter niet op een meditatie, maar door het ver voorover gebogen hoofd en de hangende armen een uitdrukking van machteloosheid of intens verdriet.
14) De zeven (dansend)
Ik citeer Jose Boyens nog een keer: “In de beeldentuin van Kröller-Müller staat een monumentale sculptuur in zeven delen, ‘Sept’ of ‘Zeven’ geheten, uit 1993 in hardsteen uit Soignies. De gestalten, ongeveer 230 cm. hoog, zijn opgesteld in een flauwe boog die een segment van een cirkel beschrijft van vijftien meter. De figuren zijn duidelijk als groep gecomponeerd. Het zijn dansende gestalten waarvan de twee buitenste zich het sterkst naar binnen buigen in gerichte diagonalen. De beide volgende zijn al minder extreem op het centrum gericht, terwijl de twee meest centrale ritmisch doorbuigen: de beweging kondigt hier de rust aan. Bij alle zes de figuren is Dodeigne als vakman zeer gepreoccupeerd geweest met het in beweging brengen van de steen. Als contrast tegenover de zes is één figuur in het centrum geplaatst twee meter naar voren; deze is vooral statisch geaccentueerd door een kruisvorm die verticaal en horizontaal is belijnd”.
IV. Betekenis
15) Hoffman en Méditation
In 1933 vond een tentoonstelling plaats in het Field Museum van Chicago, getiteld De menselijke rassen. De beelden waren allemaal gemaakt door de beeldhouwster Malvina Hoffman. Zij maakte 104 sculpturen van rassen uit de hele wereld, gebaseerd op het uiterlijk van de mensen. Natuurlijk bleek de conclusie, dat verschillende rassen verschillend moeten worden behandeld, wetenschappelijk onhoudbaar, en de tentoonstelling sloot in 1969. Nu zijn de sculpturen gerestaureerd en zijn de namen van de modellen opgezocht, zodat de sculpturen met de nodige waardigheid kunnen worden getoond. Het verschil met Dodeigne is verontrustend. De Kashmiri zit rechtop, in lotushouding, de handen in de schoot en vooral het hoofd fier opgeheven in concentratie. Er straalt een toekomstgerichtheid uit het beeld, die bij de meditatie van Dodeigne juist ontbreekt. Zijn meditatie heeft meer weg van een nederig overdenken of beschouwen. Het woord meditatie moet misschien vertaald worden door ‘contemplatie’. Maar alleen het beeld zelf kan duidelijk maken wat er wordt bedoeld.
16) Nawoord
Dodeigne maakt gestalten. Het woord gestalte brengt me bij het essay van Hans Georg Gadamer, Die Aktualität des Schönen, Kunst als Spiel, Symbol, Fest. Het spel dat de kunstenaar speelt, brengt ons symbolen, die wij allemaal kunnen begrijpen en waarin wij onszelf kunnen herkennen. Dat is het feest waaraan wij deelnemen. Dat is volgens Gadamer de reden waarom kunst gemaakt wordt en waarom het zo belangrijk is: omdat we eraan kunnen deelnemen.
V. Bronnen
1) Hans Georg Gadamer, Die Aktualität des Schönen, Kunst als Spiel, Symbol, Fest
Deelnemen aan is volgens Gadamer de belangrijkste doelstelling van elk kunstwerk.
Het spel is de manier van zijn van het kunstwerk. Het begrip heeft daarbij zeker geen metafo-rische betekenis. In het spel kan namelijk de gewone onder¬verdeling in subject en object niet staande worden gehouden. Spel is een gebeuren dat niet alleen door de deelnemers in het leven wordt geroepen, maar waarbij ook, omgekeerd, de deelnemers door het spel zelf existentieel worden geconsti¬tueerd. Zoals een danser niet los kan worden gezien van de dans, zo heeft een spel even weinig werkelijkheid als het niet wordt gespeeld. Bekijk je het kunstwerk niet als een Object
dat tegenover een toeschouwer staat, maar als een manier van zijn die door het spel zowel zichzelf als de toeschouwer tot leven brengt, dan kun je het ook verstaan als een ervaring die de speler verandert. Dat betekent dus dat de esthetische ontmoeting niet onafhankelijk is van het geheel van het leven, maar daar verandering in teweegbrengt. Van dat zogenaamde geïsoleerde object gaat een werking uit die het subject grijpt en verandert. Uiteindelijk is dan niet de speler het subject van het spel, maar het spel zelf. Zijn zijnswijze is het zichzelf represente¬ren, dat wil zeggen: het werkelijk worden door het verloop van het spel.
Dat het spel vastheid krijgt in het werk, noemt Gadamer de 'ver¬andering in een gestalte’ - een uitdrukking die verwijst naar de George-kring. Hier kan echter geen objectivering, noch een verlies van het gebeurteniskarakter onder worden ver¬staan. Deze verandering bewaart veeleer het moment van het in-elkaar-grijpen van subject en object. De werkelijkheid wordt er op dusdanige wijze veranderd dat er nieuwe kennis wordt verworven. 'Het begrip van de verandering moet aldus de zelfstandige en doorslaggevende zijnswijze karakteriseren van wat wij gestalte noemen. Van daaruit toont de werkelijk¬heid zich als het onveranderde en de kunst als de opheffing van deze werkelijkheid in de waarheid.' (Wahrheit und Me¬thode, 118)
2) Proefschrift Gadamer
Eerst komt Gadamer te spreken over schoonheid en de vreugde die schoonheid bij ons oproept. Daarna stelt hij vast dat die schoonheidservaring van ons niet genoeg is om van een voorwerp kunst te maken: alleen maar mooi en ons welgevallig is niet genoeg. Want kunst is méér. Meer dan iets wat ons behaagt. Maar wat dan? Waaruit bestaat precies dat meer?
Spel
Om iets te kunnen begrijpen of vinden van die meerwaarde, is het volgens Gadamer handig om het kunstwerk te vergelijken met een spel. Hij noemt een aantal kenmerken van het spel waarvan de belangrijkste is dat het menselijke leven niet zonder kan en dat als er geen spel was, er in ieder geval geen menselijke cultuur mogelijk zou zijn. Spelen is elkaar herkennen en samen dingen doen die zijn afgesproken zonder dat het hoeft te leiden tot een resultaat. Spelen mag ook alleen maar om het plezier. Het gaat er om binnen een aantal afspraken tot zo veel mogelijk ongedachte mogelijkheden te komen. Het spel zelf wordt ook uitgedaagd door de speler die zich uit laat dagen. Als er iets belangrijk is aan het spel, dan is het dat het geen ander doel heeft dan beweging in het leven te roepen en dat die beweging zelf zonder doel is en er alleen maar is omwille van het bewegen zelf.
Symbool
Een beeld dat zich handhaaft in de geschiedenis omdat het een speciale betekenis heeft voor ons, wordt een symbool. Symbolen maken het voor ons mogelijk mee te doen aan het spel. We weten waarom de bruid in het wit gekleed gaat. We herkennen de rechter aan zijn toga. We zien de parabel van de blinden als een parabel en niet als een schimpscheut naar achterlijke lieden. We geloven in de Mona Lisa of in de Venus van Milo, zelfs als we niet meer weten waarom. Symbolen helpen ons, begeleiden ons en verstarren soms.
Feest
Als wij de symbolen begrijpen en dus de betekenis en dus het spel, wordt het meedoen een groot feest. Nu gaat het er alleen nog om de betekenis zo mooi mogelijk te verpakken. Het is niet alleen beleren, het is schoonheid die verleidt. En als de regels op zijn kop staan en de symbolen opnieuw betekenis moeten krijgen, doen we mee aan het feest.Gadamer wijst in dit korte maar zeer krachtige essay in feite op een van de belangrijkste kenmerken van het kunstwerk: namelijk dat als wij ervoor openstaan, wij er deel aan willen hebben, er deelgenoot van willen zijn. Het beleven van het kunstwerk is een feest omdat het zich als in het spel onttrekt aan een zakelijk nut, omdat het de symboliek die geborgen is in de vorm onderzoekt en omdat we ons laten verleiden met het kunstwerk mee te doen. Het belang van dit essay is gelegen in het bewust maken van de relaties die er liggen tussen het kunstwerk en de manier waarop wij er deel aan hebben. Het gaat er nu alleen nog maar om dit toe te passen op het kunstwerk zelf.
3) Dodeigne biopic
Eugène Dodeigne (Sprimont, 1923-Bondues 2015)
Dodeigne komt uit een familie van steenhouwers en leerde het handwerk zelf vanaf 1936, maar hij wilde meer. Hij studeerde na zijn vakopleding tekenen en beeldhouwen, aanvankelijk aan de École des Beaux-Arts in Tourcoing, later aan de École des Beaux Arts en in het atelier van Marcel Gimond in Parijs. Zijn eerste sculpturen waren nog houten beelden, hierna begon hij steen te gebruiken.Zijn vroege werk was nog beïnvloed door de abstractie met gladde vormen, zoals bij zijn voorbeeld Constantin Brâncuºi. In de jaren '60 werden zijn werken echter expressiever en ruwer. Zijn inspiratie vond hij nu meer bij kunstenaars als Alberto Giacometti en Germaine Richier. Dodeigne kreeg zijn eerste exposities in 1953 bij Galerie Marcel Evrard in Lille en Galerie Veranneman in Brussel. In 1957 volgden Palais des Beaux-Arts in Brussel, Galerie Claude Bernard, Galerie Pierre Loeb en Galerie Jeanne Bucher in Parijs. Internationale belangstelling voor zijn werk kreeg Dodeigne eind jaren '50 en in de jaren '60. Er volgden tentoonstellingen in Berlijn, Hannover, Rotterdam, Brussel en Pittsburgh. In 1959 was Dodeigne deelnemer aan de documenta 2 en in 1964 aan de documenta 3 in Kassel. Dodeigne was een der eerste steenbeeldhouwers die in 1959 deelnam aan het Symposion Europäischer Bildhauer in Sankt Margarethen im Burgenland in Oostenrijk. Andere grote internationale exposities waar werk van Dodeigne was te zien waren in 1959 de Biënnale van Parijs, in 1967 de Biënnale van Tokio en de Exposition internationale de sculpture contemporaine in Montreal.Vanaf de jaren '70 verschenen Dodeigne's monumentale sculpturen in de openbare ruimte van talrijke steden, zoals Skulpturenmeile Hannover in Hannover, beeldenroute Kunstwegen in Nordhorn en in beeldenparken van musea, zoals het Beeldenpark van het Kröller-Müller Museum in Otterlo: Homme et femme (1963) en Sept (1993) en het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim te Antwerpen: Geknielde figuur (1970) en Drie staanden (1978).Zijn beelden zijn in talrijke collecties vertegenwoordigd en te vinden in de openbare ruimte in Duitsland, Oostenrijk, België, Noorwegen, Nederland, Frankrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten. Een van de bekendere werken van Eugène Dodeigne is het door hem gemaakte monument, dat op 2 juni 1989 werd onthuld, op het terrein van het voormalige buitenkamp van Concentratiekamp Neuengamme in Hannover-Misburg. De kunstenaar leeft en werkt sinds 1950 in Bondues. Hij verkreeg de Franse nationaliteit.
4) Chateau Digoine
https://www.chateau-de-digoine.com/nieuws-Tailleur_de_Pierre_restauratie_werk_met_eeuwenoude_methodes
5) José Bayens: Homme et femme en Le Sept
https://www.dbnl.org/tekst/_fra001200501_01/_fra001200501_01_0017.php
Eugène Dodeigne in Nederland, José Boyens
6) Hoffman’s Bronzen
https://artsandculture.google.com/u/0/exhibit/bQIy0COTLheZKA
Malvina Hoffman—a New York-born sculptor—specialized in life-size sculptures in bronze, plaster, and marble. Stanley Field, then-director of The Field Museum, commissioned Hoffman to create more than 100 bronze sculptures for The Races of Mankind. Hoffman did not always agree with the Museum’s curators about racial typologies, but was eager to have her sculptures exhibited, and took on the task with passion and dedication.
Beeld van Eugene Dodeigne
Wat een indrukwekkend beeld Jeroen. Ik ben blij dat ik het door jou heb leren kennen, zowel visueel als inhoudelijk..Dank!
Beeld van Eugene Dodeigne
Dag Jeroen,Dank voor de uitleg. Jaren geleden woonde mijn moeder op de Jos. Haydnlaan in Utrecht en reed ik vaak langs drie indrukwekkende beelden in de middenberm. Ik ging na jouw uitleg, om meer over de beeldhouwer te weten te komen, op zoek en kwam opeens o.a. deze drie beelden tegen.
Nooit geweten dat ze van hem waren.
De hartelijke groeten ook aan Annelies