(Leestijd: 3 - 5 minuten)

Navel of Darkness van beeldhouwer Toshitaka Nishizawa
Hortus Oculus,
Land Art Delft

Stichting Land Art Delft
Rotterdamseweg 205, 2629 HD Delft
Telefoon: 015 256 55 89
Email: info@landartdelft.nl

‘Dit is een enorm vormexperiment’
sprak Vincent Bijlo toen hij de beeldentuin Hortus Oculus in Delft-zuid opende in 2018,
over de sculptuur Navel of Darkness,
nadat hij de vorm geduldig en nauwkeurig met beide handen geïnspecteerd had.

 

Navel of Darkness van beeldhouwer Toshitaka Nishizawa

Hortus Oculus, Land Art Delft

 
 

Een enorme steen, in oorsprong als een rechthoek uit de groeve gezaagd, twee meter hoog en twee meter lang en een meter diep, zo ongeveer. (21.000 Kg zegt de website).

Marmer, met speciaal transport uit Turkije naar Antwerpen gevaren en vandaar per vrachtwagen naar Delft. Aldaar gelost op de huidige parkeerplaats van Land Art Delft, waar de afgelopen jaren wel meer van zulke grote brokken natuursteen zijn bewerkt. Deze was bedoeld voor een tastvorm, dat is een vorm die ook blinden en slechtzienden kunnen “zien”.

De steen werd omgevormd tot tastvorm door een Japans beeldhouwer met twee assistenten. Japan is een land van rotsige bergen, waar de omgang met natuursteen veel normaler is dan bij ons. Natuursteen bewerken betekent weerstand overwinnen en dat vraagt een speciaal karakter, geduld en omzichtigheid, en vooral aandacht tijdens het werk. Die aandacht vasthouden in het hier en nu is de kern: niets anders verstoort je wanneer je arbeidt in steen. Anders gebeuren er onherroepelijk ongelukken. Eén verkeerde klap en de hoek ligt eraf.

 
 

Japan is voornamelijk te herkennen in het materiaal en aan de vorm van dit beeld. De Navel van de Duisternis staat als een berg overeind. Het kan zijn dat er een ooit een schets is geweest, een impressie op papier van de ruwe vorm die de kunstenaar wilde, maar nadat de hoofdvorm uit de steen tevoorschijn was gekloofd is er veel verder werk gebeurd op gevoel. Het hoofdconcept was volgens Toshitaka de spiraalvorm, maar wij herkennen er vooral de opening naar een grot in, een grot in de bergwand.

 
 

Totdat, aldus Toshitaka, een blinde zijn handen op de steen legt. Diens gevoelige handen zullen de spiraalvorm naar binnen voelen en hun weg vinden naar het diepste binnenste van de steen, waar zich twee gaten bevinden. Het ene, rond ter dikte van een vuist, laat de blinde hand door het gat naar de andere zijde glijden. Hij wordt daartoe uitgenodigd door een lichte luchtstroom die hij gewaar wordt vanuit de andere zijde van het gat. Het andere gat, min of meer in de vorm van een ovaal laat een geopende hand door, het ‘tweede oog’ van de blinde, die net als het lezen van braille met twee handen, gewend is om zijn waarneming met beide handen uit te voeren, beiden gelijktijdig en in communicatie met elkaar. Het tekent het besef van de beeldhouwer dat hij zich dit aspect van het blinde ‘zien’ heeft gerealiseerd.

 
 

Bovenaan de steen is het oppervlak ruw en ruig, als de oppervlakte van de aardkorst. Sporen naar beneden, in de vorm van groeven van het puntijzer en ander gereedschap, zoals de Bouchard hamer.. Zij leiden de handen naar beneden, waar het oppervlak steeds sterker geschuurd en gladder wordt. Het is voor de ziende mens een esthetisch gezicht, voor de blinde een duidelijk onderscheid in zijn tast. De blinde moet – vooral als hij groot is – voorover buigen om zijn handen te volgen, voorover tot in de steen, een sensatie die hij zich zeker bewust zal worden. Als hij zich opricht, wendt hij zich als vanzelf omhoog naar buiten de steen, hij stoot zijn hoofd niet en maakt ons daarmee duidelijk dat het waarnemen niet beperkt blijft tot zijn handen. De blinde is meer één met zichzelf dan wij, zienden, die zich door alles laten afleiden. Op die -wellicht Japanse - ‘overgevoeligheid’ wijst ons Toshitaka als hij op de website zegt:

 
 
(Vertaling) Het onderwerp van dit project is de tastzin. Het concept is de vergrote versie van de hand gegrepen vorm. Een spiraal verenigt zowel ruimte als materiaal: het marmer. Ik gebruik marmer vanwege de opeenstapeling van vele levens in het verleden. Ik ga ervan uit dat je dit met de tastzin kunt voelen. (Einde citaat)
 
 


De spiraal, het belangrijkste element in Toshitakas oeuvre, is net zo Japans als het oude, intussen wereldvermaarde, Japanse ambacht van de pottenbakker. Daar is een bijzonder verschil met onze eigen cultuur te vinden. De pottenbakker werkt dagelijks met het wonder dat hij vormen draait, dat gaat van binnen naar buiten en van onder naar boven, in spiraalvorm. Of hij dat nu doet door de kom al knedend rond te draaien in zijn handen, dan wel op een draaischijf, tenslotte komt uit het spiraalwerk een zuiver ronde vorm tevoorschijn.  (Het zou me niet verbazen als Toshitaka uit een familie van pottenbakkers komt).
De Japanse cultuur werkt van binnen naar buiten, terwijl wij voorrang geven aan de uiterlijke vorm, en werken van buiten naar binnen.
Hoewel Toshitaka noodgedwongen moest werken van de buitenkant van de steen naar binnen, denkt hij van binnen naar buiten en legt hij wonderlijk genoeg, het open hart in het midden van de steen.

 
 

De achterzijde van de steen is net als de voorzijde naar het centrum toe uitgehakt. Zo is er een dubbel reliëf ontstaan die elkaar beiden ontmoeten in het hart van de steen. Het is een ontmoeting van twee bergen en twee werelden. En misschien heeft dat ook nog een symbolische betekenis uit het Boeddhisme, waarin de navel staat voor verbinden met het leven.
Maar hier en nu is het de verrassing dat een beeld met de titel Navel van de Duisternis in zekere zin lijkt op een navel, maar achter de navel de wereld onthult in plaats van verduistert.

 
   Navel of Darkness achterzijde Navel of Darkness achterzijde  

1000 Resterende tekens