In de tuinen van het Rijksmuseum in Amsterdam staan deze zomer twaalf beelden opgesteld van Isamu Noguchi (1904-1988).
Zijn eerste optreden in Europa was op de Biënnale van Venetië in 1986.
Daar stelde hij voor het Amerikaanse paviljoen een wit marmeren, zuiver ronde spiraalglijbaan op, met de titel ‘Slide Mantra’.
Zijn hele tentoonstelling droeg de titel “What is sculpture”. De afbeelding is overal op internet te vinden.[i] Zijn bedoeling met de glijbaan was om te laten zien hoe dichtbij sculptuur bij het gewone leven staat, vooral omdat wij het altijd zullen ervaren met onze lichamelijke zintuigen. Die opvatting was toen tamelijk revolutionair, zeker voor een beeldhouwer van 82 jaar oud, die was opgegroeid met zowel klassieke als moderne beeldhouwkunst. |
||
Het vroegste beeld van Noguchi n de rijksmuseumtuinen is de bronzen sculptuur Kronos. Kronos was in de Griekse mythologie een figuur die zijn eigen kinderen verslond, om aan de voorspelling te ontkomen dat zij hem ooit zouden onttronen. De titel van de sculptuur is dus erg richtinggevend, je kunt niet ontsnappen aan allerlei gruwelijke gedachten en taferelen van kinderen die opgegeten worden. Een van de heftigste uitbeeldingen is gemaakt door Goya, en toon ik in de carrousel hieronder. Voor je het weet zie je twee benen met een onderlijfje daartussen opgehangen, een elleboog, een tong, een schouder, arm en halve hand. Het moeten restanten zijn van kleine kindjes die verdwijnen in de afschuwelijke Titaan. Wanneer je erg hangt aan nauwkeurige verbeelding zou je dit beeld ‘niet-figuratief’ kunnen noemen, maar er is wel degelijk figuratie, die ons aanspoort om verdere gruwelijke beelden in onszelf op te roepen. Die verbeelding gaat dan in ons brein een ping-pong beweging aan, waarin we stuiteren tussen inwendige afschuw enerzijds en anderzijds genieten van de esthetische ronde vormen daar voor ons. De directheid van het latere werk van Isamu is hier nog ver te zoeken. | ||
Een veld verder ligt deze steen, met de titel Odalisque (1982). We zijn twintig jaar verder in de beeldhouwkunst. Ook deze titel is richtinggevend en doet ons denken aan Ingres, Manet en Giorgione. Een Odalisk was een haremvrouw, meestal afgebeeld als een liggend naakt. Isamu ’s Odalisque wedijvert met alle odalisken in de kunstgeschiedenis. De slapende Venus van Giorgione hier beneden, vind ik ook Odalesque, ook al daagt ze mij niet zo uit als de wakkere voorbeelden van andere schilders. Maar ze heeft nu eenmaal dezelfde kwaliteit als de stenen versie van Isamu Noguchi, voornamelijk in het licht opgericht-zijn van het bovenlichaam als voortzetting van het onderlijf in ruste. Juist dit opgericht-zijn betekent voor ons dat ze leeft. Isamu laat haar dan ook ver buiten haar stenen bed omhoog komen en dat geeft haar als tegenstelling tot de massieve balk waarop zij ligt, de flits van leven en schoonheid, die ons treft. |
||
Kyoko-san (1984) doet iets soortgelijks als Odalisque, maar nu staand. Alle esthetische kracht van de rijpe beeldhouwer is samengebald in dit beeld dat verwijst naar zijn echtgenote, Kyoko, hoewel sommige bronnen beweren dat het verwijst naar een beroemde Japanse zangeres/actrice. |
||
|
||
De vlekken op de sculptuur zijn regenwater van de overvloedige bui die viel terwijl ik foto’s maakte. Aan de tekst van Christie’s hieronder heb je, denk ik, niet veel.
In de foto-rij hieronder zie je zo’n typisch Olmeekse sculptuur. Er is wel wat meer en beters over Noguchi’s sculptuur te bespreken. Dat doen we op een Rijksmuseumtuinen-excursie op woensdag 23 juli. Voordeel is dat dan ook de catalogus van deze exposite beschikbaar is. |
||
Als u op de plaatjes hieronder klikt, ziet u een vergroting |
||
Eindnoten en fotoverwijzing [i] Ik reproduceer de afbeelding hier niet vanwege Copyrights van het Noguchi museum in New York. Alle foto's ©Mandarte. |
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties