Ontmoeting
2. Inzoomen: Babel in Wenen 1563
Het echte schilderij hangt in Wenen. Het is gemaakt door Pieter Breugel de Oude. Die is helemaal niet oud geworden. We weten niet precies wanneer hij geboren is. Maar hij werd niet ouder dan 44, hooguit. Hij heet de Oude omdat zijn zoon De Jonge genoemd wordt. De oude maakte niet veel schilderijen, ongeveer 43.
3. Volkstelling te Betlehem
De Jonge schreef zijn naam met een ‘h’ ertussen. De Jonge kopieerde minstens dertien schilderijen van zijn vader, de Oude. Hij was pas twee jaar toen zijn vader overleed. Hij leerde het schilderen van zijn moeder.
Het Beeld
4. De Toren van Babel in Wenen
Terug naar het schilderij. Een ronde toren die iets naar links helt, zo immens groot dat de stad, links en rechts ervan, een miniatuur lijkt. De toren werpt zijn schaduw over de stad achter hem. Links staat hij in de klei en rechts is hij verankerd aan rotsen die voor buiten de wand steken.
De toren van Babel leunt op een tekst uit de Bijbel, uit het boek Genesis. Dat gaat over het begin van de mensheid. God heeft juist, na de zondvloed, aan Noah beloofd dat hij nooit meer zo’n ramp als de zondvloed zal ontketenen. Dan besluiten de mensen een enorme stad te bouwen met daarin een toren die hoger zal reiken dan de hemel. En dat terwijl God hen had opgedragen zich te verspreiden over de hele aarde. Toen zorgde God ervoor dat zij elkaar niet meer konden verstaan omdat iedereen een andere taal sprak. De Babylonische spraakverwarring was een feit. De bouw van de toren viel stil, de mensen verlieten het project en verspreidden zich over de aarde.
5. Detail Steenhouwers Nimrod
Prominent links onderin staat een koning met kroon en scepter in middeleeuwse dracht. Het is Koning Nimrod, de koning van Babel en de opdrachtgever van de toren. Hij gebaart naar een groepje mensen die buigen voor hem op de grond.
Gelukkig heeft Google-Arts het schilderij in hoog pixelgehalte gefotografeerd, want (klik) in de puzzel gaan veel details verloren. De onderste rand van het schilderij staat niet eens op de puzzel. Daar zie je de kloppers en beitels op de stenen liggen en rechtsonder Breugels handtekening, Breugel zonder H. Breugel vond de steenhouwers kennelijk heel belangrijk. Laten we de weg van de steen gaan volgen. Onderweg kunnen we inzoomen op de details.
6. De weg van de steen 1
Helemaal links zetten 4 man een steen overeind. Misschien voor transport of misschien moet de onderzijde nog bewerkt worden. Het tillen is zwaar en gevaarlijk werk. Als het mislukt vallen er zeker gewonden. De mannen moeten dus elkaar vertrouwen. Twee van hen gebruiken ronde stammetjes als hefboom, de andere twee duwen en trekken mee, met hun blote handen. Aan andere stenen ernaast is te zien dat het al vaker gelukt is. Deze groep in de voorgrond is groter dan alle andere mensen op het schilderij.
7. De weg van de steen door het landschap
Op de rug van een man reist de steen vanaf de heuvel naar beneden naar zeeniveau. De stenen blijven ondanks het perspectief overal even groot.
8. Naar de eerste hijskraan/tredmolen
Het lijkt erop dat de stenen uiteindelijk over land en per schip werden aangevoerd. Er is een grote losplaats op de kade, aan de voet van de toren. De stenen worden daar omhoog gehesen naar het eerste niveau van de toren, met behulp van een hijsmolen, een tredmolen die wordt voortbewogen door mensen die erin lopen, zoals het detail laat zien.
9. Nog 3 niveaus omhoog
Terwijl we de steen volgen zien we alle stadia van de bouw. Links wordt de fundering alweer hersteld, rechts is al een groot deel van het muurwerk gereed. Maar als je op het derde niveau komt is links de toren klaar, terwijl rechts het werk nog in volle gang is. Er zijn overal poorten, het is niet duidelijk wat zich daarachter bevindt. Ze brengen ons wel bij nog veel meer details van werkende mensen.
10. Ieder doet zijn ding
De zeelui in de haven zijn druk met hun schip en hun tuigage. Deze twee schepen moeten nog aanleggen aan de kade, om hun vracht te kunnen lossen. Het doet zeer natuurgetrouw aan, Breugel heeft vast vaak staan kijken aan de haven in Antwerpen. Je beseft steeds meer dat deze toren gesitueerd is in Vlaanderen, misschien zelfs in Brugge of Antwerpen, in de zestiende eeuw, en niet in het land van de Eufraat en de Tigris, 1000 jaar voor Christus.
11. Het vlot
Natuurlijk is de aanvoer van hout buitengewoon belangrijk voor de bouw van zo’n werk. Het hutje op het vlot maakt duidelijk dat deze lieden een meerdaagse reis achter de rug hebben.
12. De ommuurde stad
Hoe kolossaal de toren wordt is te zien aan de stad waarin zij gebouwd wordt. Een mengeling van Brugge en Antwerpen. In Breugels tijd werd een muur om de stad gebouwd als verdediging tegen Spaanse troepen. Deze stadsmuur doet Romaans aan, net als de togen van de toren.
13. Wonen in de toren
In het linker bovendeel van de toren wordt gewoond en geleefd. Een paard trekt met een schmierend geluid een houten slee met vaten over de stenen bodem. Vrouwen hebben de was uitgehangen en een timmerman hakt een balk. Er wordt een vuur gestookt onder een ketel. Overal zijn mensen bezig tussen de steunberen die de toren een aanzien geven van een kathedraal. De grootte van de mensen komt vaak niet overeen met de schaal van de optrekjes. Kijk maar naar het mannetje recht boven naast het huisje.
Verwantschap
14. Boekverluchtiging
De oudst bekende plaatjes van de Toren van Babel zijn boekverluchtigingen. Hier kom je koning Nimrod al tegen, die zich begeeft tussen de arbeiders op de bouwplaats. De toren is nog vierkant, als de bekende ziggoerats in Babylonië. Er is een kameel en er zijn fantasiepalmen maar de mensen lijken erg westers en middeleeuws.
15. Twee Babels naast elkaar
Breugel schilderde twee jaar na de eerste nog een Toren van Babel. Die heeft als bijnaam de kleine toren en hangt in Rotterdam. Het is duidelijk waarom die in Boymans ‘de kleine’ heet. Er zijn veel overeenkomsten maar ook verschillen. Niet alleen is Koning Nimrod weg uit de voorgrond, de kleine is minder tekenachtig en heeft rijpere kleuren. Daardoor is de sfeer onheilspellender
16. Babel in Rotterdam
Ik bespreek hem hier verder niet, want er is een erg mooie website over gemaakt door Boymans in samenwerking met Google Arts and Culture. Bekijk die vooral! De link staat in mijn bronnenlijst op www.mandarte.nl/MZMK
17. Prent van Hieronymus Kock
Pieter Breugel maakte een studiereis naar Rome in 1551 en heeft daar het Colosseum gezien. Terug in Antwerpen werkte hij veel voor de uitgever en prentenmaker Hieronymus Kock, die tijdens zijn eigen reis liefst acht aanzichten had getekend van het Colosseum. Wat een indruk moeten de ruïnes van dat bouwwerk gemaakt hebben op deze renaissance geesten. Hier lag het concept voor de toren van Babel.
18. Tweede prent van Kock
Deze tweede prent toont de oorsprong van de romaanse bogen in Breugels toren. Het laat een duidelijk verschil zien: de binnenwereld van Breugels toren is gesloten, terwijl het interieur van het Colosseum open ligt.
19. Detail van Cock
En kijk eens naar het detail onder in Cocks tweede prent: Het Colosseum wordt nu onderzocht door geleerden die aantekeningen maken en als heuse archeologen onder de grote stenen snuffelen. Zij wijzen elkaar op bijzonderheden en discussiëren over de Romeinse bouwkunst. Pieter de Oude wordt wel de Boeren-Breugel genoemd, alias Pier den Drol. Die bijnamen doen hem veel te kort. Het humanistische renaissance-ideaal was zeker tot hem doorgedrongen en hij was na twee jaar in Italië uitstekend op de hoogte van de nieuwe tijd.
20. Cock: Hero en Leander
Breugel bracht van zijn Italiaanse reis vele tekeningen mee terug naar huis, vooral van landschappen. Dit landschap is bijna een prototype voor de locatie van de toren van Babel. De zee, de kade, de oprijzende rotsen, een burcht op een eiland aan de overkant, een stad en een landschap in de verte. In deze prent is het verhaal gesitueerd van Hero en Leander. We weten dat Breugels schilderij De val van Icarus gebaseerd is op een tekst van Ovidius. Kortom, Breugel kende zijn klassieke literaire bronnen.
21. De steenhouwer, Michelangelo en Marlene Dumas
En welke kunstenaar denkt niet bij het zien van een onvoltooid marmer, aan de werken van Michelangelo? Breugel kende zijn beelden, en zeker de Pieta uit Rome. Misschien zag hij deze Rondanini al, die nog steeds zo sterk werkt, dat zelfs onze eigentijdse kunstenaars het beeld huldigen.
22. Michelangelo Adam
Niet alleen voor de beeldhouwers, ook voor de schilders uit zijn tijd was Michelangelo een gigant. In deze plafondschildering wekt Christus Adam tot leven, in een opvatting geschilderd die de klassieke Griekse lichaamsopvatting niet alleen nabootst, maar zelfs wil overtreffen. Breugel ging er zeker kijken met zijn Romeinse vriend bij wie hij toen inwoonde.
23. Michelangel, Laatste oordeel
Michelangelo weet hoe je groepen mensen moet weergeven. Het is niet zo druk en overbevolkt als Breugels taferelen. Het blijven wel altijd goddelijke wezens: de vreselijke satanische dieren van Hieronymus Bosch en Pieter Breugel hebben hem nooit geïnspireerd.
Besluit
24. Pieter Breugel St Maartensfeest
Andersom weigert Breugel na zijn Italiaanse reis al die meesters na te apen, die hij daar gezien heeft. De mensheid in Vlaanderen en de Nederlanden is niet goddelijk gespierd als Apollo en niet gezegend met het lichaam van de atleet. Ze zijn mager en hebben gaten in hun kleren, ze zijn arm en raken van de kook bij elk extraatje, ze weten wat gulzigheid is en beleven die in het openbaar. Het laatste oordeel heeft al plaatsgevonden, er is geen redden meer aan.
25. Na het feest gaat ieder weer te werk
Na het feest gaat ieder weer te werk. Deze toren is het verhaal van de bouw. Alle beroepen worden uitgebeeld. Alles wat de mens tot stand brengt komt voort uit handenarbeid. Er zijn geen machines die het werk verlichten, er is alleen het eigen lichaam en dat wordt afgebeuld. Ieder weet dat van de ander. Niemand onderscheidt zich door bijzondere voorrechten, niemand onttrekt zich aan de samenwerking. Er is buiten koning Nimrod geen heer of meester aanwezig. Het werk organiseert zichzelf. Het volk is één.
26. Vokstelling in Betlehem 1566
En dat volk woont in Vlaanderen, hoe hardnekkig de Bijbel zich ook blijft afspelen in het Midden-Oosten. Deze volkstelling, je ziet Maria op haar ezeltje, voortgetrokken door Jozef, komt wel erg dicht bij het kerstverhaal, dat zich hier in het Noorden altijd afspeelde in de sneeuw. Er is ook nog een Jeroen Bosch achtig optrekje met een kruisje aan het dak en een omgekeerde rietenmand als schoorsteen. Daar hangt een spreeuwenpot aan de muur en voert een zonderling met een Chinese hoed de vogeltjes. Mensen, mensen, mensen, daar gaat het om.
27. De schilder en de kenner
2019 was het jaar van Breugel, 450 jaar na zijn overlijden. Het was aanleiding voor tal van prachtige en diepgaande studies. Vergeet de Boeren-Breugel, vergeet Pier den Drol. Breugel verkeerde in de hoogste kringen, zijn schilderijen werden gekocht door machthebbers en potentaten, Philips II, de Oostenrijkse Habsburgers, onder zijn vrienden waren Granvelle en Coornhert. Er is veel gespeculeerd over de opvattingen van Pieter Breugel de Oude. Dat gaat zelfs zover dat deze prent in België anders wordt genoemd als in Oostenrijk. De moderne titel zegt meer over wie de titel geeft dan over wat er te zien is.
Het is hoogstwaarschijnlijk geen zelfportret van Breugel. Van Breugel zelf hebben we geen portret of zelfportret. De gravure van Wierix is na zijn dood gemaakt, misschien naar een ander, verdwenen portret.
28. Tijd om de puzzel af te maken
Voor ons is het tijd om de puzzel af te maken. De honderden mensen die met hun bezigheden precies zijn nagebootst moeten nog op hun plek. Intussen ontdekken we dat Breugel een meesterverteller was. Het is niet de interpretatie van de Bijbel en niet de toren van Babel, het is de mensheid die telt.
Nawoord
De vergelijking tussen Michelangelo en Breugel onthult het verschil in karakter. Breugel zoekt aansluiting bij het alledaagse leven. Zijn schilderijen kunnen door iedereen gelezen worden, de hele wereld begrijpt ze, ze zijn buitengewoon populair in China en Korea. Hun thema is altijd de zwoegende mens. Het gezwoeg om een ideaal te bereiken, blijkt vaak vergeefs. De teleurstelling over het onhaalbare vindt zijn weg in duivelse emoties. Wat het leven ons leert wordt niet afgerekend in het hiernamaals, maar hier op aarde. Zijn werk kan genoten worden door Katholieke machthebbers, Reformatie-aanhangers en door humanisten. Het onderwerp is Bijbels, de uitwerking menselijk.
Bronnen
1) Pieter Breugel de Oude
https://bruegel.vlaamsekunstcollectie.be/nl
De literatuur over Pieter Bruegel de Oude is enorm uitgebreid. Hieronder vind je een beknopte selectie publicaties.
- Elke Oberthaler, Sabine Pénot, Manfred Sellink, Ron Spronk, Alice Hoppe-Harnoncourt, Bruegel: De hand van de meester, Uitgeverij Hannibal, 2018.
- Manfred Sellink, Bruegel, het volledige werk, Ludion, 2011.
- Nadine M. Orenstein, red., met bijdrages van Nadine M. Orenstein, Manfred Sellink, Jürgen Müller, Michiel C. Plomp, Martin Royalton-Kisch, en Larry Silver, Pieter Bruegel the Elder: Drawings and Prints, Metropolitan Museum of Art, Yale University Press, 2001. (gratis download)
- Philippe Roberts-Jones, Françoise Roberts-Jones, Pieter Bruegel, Abrams, 2002.
- Hans Mielke, Pieter Bruegel: die Zeichnungen, Brepols Publishers, 1996.
- Roger H. Marijnissen, met de medewerking van P. Ruyffelaere e.a., Bruegel: het volledig oeuvre, Mercatorfonds, 1988.
- Walter S. Gibson, Bruegel, Thames & Hudson Ltd, 1977.
- Louis Lebeer, Beredeneerde catalogus van de prenten naar Pieter Bruegel de Oude, Koninklijke Bibliotheek van België, 1969.
- René Van Bastelaer en Georges Hulin de Loo, Peter Bruegel l'Ancien, son oeuvre et son temps, 5. vols., G. Van Oest et Cie, 1907.
2) Bijbeltekst Genesis 11
1 En de ganse aarde was van enerlei spraak en enerlei woorden.
2 Maar het geschiedde, als zij tegen het oosten togen, dat zij een laagte vonden in het land Sinear; en zij woonden aldaar.
3 En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan, laat ons tichelen strijken, en wel doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun voor leem.
4 En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden!
5 Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden.
6 En de HEERE zeide: Ziet, zij zijn enerlei volk, en hebben allen enerlei spraak; en dit is het, dat zij beginnen te maken; maar nu, zoude hun niet afgesneden worden al wat zij bedacht hebben te maken?
7 Kom aan, laat Ons nedervaren, en laat Ons hun spraak aldaar verwarren, opdat iegelijk de spraak zijns naasten niet hore.
8 Alzo verstrooide hen de HEERE van daar over de ganse aarde; en zij hielden op de stad te bouwen.
9 Daarom noemde men haar naam Babel; want aldaar verwarde de HEERE de spraak der ganse aarde, en van daar verstrooide hen de HEERE over de ganse aarde.
3) Over de algemeen aanvaarde interpretatie:
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Toren_van_Babel_(Wenen)
God strafte de Babyloniërs echter voor hun hoogmoed met de Babylonische spraakverwarring en vernietigde de toren. Op het schilderij van Bruegel is te zien hoe de toren tot voorbij de wolken letterlijk tot aan de hemel reikt. De toren wordt gebouwd in een grote ommuurde havenstad. Op en rondom de toren krioelt het van de bedrijvigheid. Op de toren zijn talloze mensen druk aan het bouwen. In de haven voor de toren zijn een groot aantal zeilschepen afgemeerd. Op de voorgrond is de opdrachtgever van de toren afgebeeld, koning Nimrod, tenmidden van zijn gevolg en vele ambachtslieden.
Het werk is meer dan alleen een uitbeelding van het Bijbelverhaal. In de 15e en 16e eeuw werd het onderwerp vooral gekozen als symbool van de 'verkeerde wereld', de zelfoverschatting en incompetentie van de mens. De manier waarop Bruegel de architectuur van de toren uitbeeldde, met talrijke bogen en andere voorbeelden van Romeinse bouwkunst, doet denken aan het Colosseum in Rome, dat door de christenen in de tijd van Bruegel gezien werd als een symbool van de vervolging.
4) De Google Arts&Culture presentatie “De toren van Babel”
https://artsandculture.google.com/exhibit/de-toren-van-babel/oALSLk-iI3ULLQ
5) Profiel van Breugel door Boymans:
Pieter Bruegel werd omstreeks 1525 geboren, waarschijnlijk in of bij Breda. Vanaf 1551 werkte hij in Antwerpen, destijds één van de de belangrijkste steden van West-Europa. In 1552 of 1553 reisde hij via Frankrijk naar Italië, tot aan Sicilië. Na 1560 ging hij in Brussel werken, waar hij trouwde met de dochter van zijn vermoedelijke leermeester Pieter Coecke van Aelst. Aanvankelijk maakte hij vooral landschappen, maar later overheersten de figuurstukken met godsdienstige, belerende of satirische onderwerpen. Door de laatste twee onderwerpen verwierf hij de bijnaam 'Boeren Bruegel'. Pieter Bruegel de Oude was de stamvader van een schildersdynastie waarvan zijn zonen Pieter Brueghel de Jonge, genaamd 'Helse Breughel', Jan Brueghel de Oude, genaamd 'Fluwelen Brueghel', en zijn kleinzonen Jan Brueghel de Jonge en David Teniers de Jonge deel uitmaken.
Auteur: Judith Niessen (2012-11-27)
Over het leven van de schilder, tekenaar en prentontwerper Pieter Bruegel is weinig bekend.1 De belangrijkste bron is de biografie die Karel van Mander in zijn Schilder-boeck (1604) opnam, maar deze is niet vrij van topoi en verzonnen anecdotes.2 Van Mander presenteert de kunstenaar als ‘boeren-Bruegel’, die verkleed als boer op het platteland kermissen, bruiloften en maaltijden bijwoonde en dit vrolijke boerenleven in zijn schilderijen vastlegde.
Een van de vroegste documenten waarin Bruegel genoemd wordt, is het bewijs van zijn inschrijving als meester in het Antwerpse Sint-Lucasgilde, dat dateert uit 1551. Op basis daarvan is zijn geboortejaar omstreeks 1525-1530 gesteld. Ook de geboorteplaats van de kunstenaar is onbekend. Mogelijk werd hij geboren in Breughel of Brogel, plaatsjes in (respectievelijk) de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Evenmin is veel bekend over Bruegels opleiding. Volgens Van Mander ging hij in de leer bij Pieter Coecke van Aelst in Brussel, met wiens dochter Bruegel trouwde. Bewijzen voor een leertijd bij Coecke ontbreken echter. In 1550 en 1551 was de kunstenaar aantoonbaar in Mechelen, waar hij werkte voor de kunstenaar en kunsthandelaar Claude Dorizi: Bruegel schilderde toen de zijluiken van een (verloren gegaan) altaarstuk voor de Mechelse Sint Romboutskathedraal. Daarna registreerde hij zich in Antwerpen (1551) en reisde naar Frankrijk en Italië zoals ook Karel van Mander beschrijft. Een verblijf in Italië tussen 1552 en 1554 wordt bevestigd door tekeningen die Bruegel tijdens zijn reis maakte en door de inventaris van de Kroatische miniaturist Giulio Clovio, die in Rome met Bruegel samenwerkte en diverse werken van hem noemt.3
Na terugkeer in Antwerpen in 1554 ging Bruegel werken voor de graveur en prentuitgever Hieronymus Cock. Tot 1561 leverde Bruegel meer dan veertig ontwerptekeningen voor prenten. Vanaf 1562 kreeg de kunstenaar meer opdrachten voor het maken van schilderijen en nam zijn rol als leverancier van ontwerptekeningen af. In 1563 trouwde Bruegel in Brussel met de dochter van Pieter Coecke van Aelst, Maria. Vermoedelijk verruilde hij in datzelfde jaar Antwerpen voor Brussel. De meeste van Bruegels circa veertig schilderijen dateren uit deze laatste jaren van zijn leven. Hij schilderde kabinetstukken op groot formaat voor welgestelde en ontwikkelde kunstliefhebbers in Antwerpen en Brussel, zoals kardinaal Antoine Perrenot de Granvelle, de aartsbisschop van Mechelen en de cartograaf Abraham Ortelius, met wie Bruegel ook bevriend was. De Antwerpse koopman Nicolaes Jongelinck bezat maar liefst zestien schilderijen van Bruegels hand, waaronder de Toren van Babel (1563), de Kruisdraging (1564, beide in Wenen, Kunsthistorisches Museum) en de serie Twaalf Maanden (1565, ook deels in Wenen).4
Pieter Bruegel overleed in Brussel in 1569. Zijn zonen Jan Brueghel (1568-1625) en Pieter Breughel de Jonge (1564-1637/38) werden ook schilder. Na de dood van Pieter Bruegel groeide zijn faam en werden zijn schilderijen zeer gewilde verzamelobjecten. Zo bezat in de late zestiende eeuw keizer Rudolf II van Praag een verzameling schilderijen van Bruegels hand.
Noten
1 Deze biografie is gebaseerd op die van N. Orenstein in Rotterdam/New York 2001, pp. 3-11.
2 Van Mander 1604 (editie Miedema), fols. 233r-234r.
3 Orenstein in Rotterdam/New York 2001, p. 6.
4 Zie voor deze schilderijen Sellink 2007, nrs. 124, 127, 134-138.
Het was vanaf 1562 dat Bruegel volop begon te schilderen. In de laatste zeven jaar van zijn leven maakt hij de meeste van de veertig schilderijen die van hem bewaard zijn gebleven. Het zijn veelal grote panelen bedoeld om opgehangen te worden in een kunstenkabinet. Zijn klanten waren vrienden zoals de humanist Abraham Ortelius en de koopman Hans Franckaert, rijke Antwerpse burgers zoals Nicolaas Jonghelinck (die zestien Bruegels bezat), Jan Vleminck en Jan Noirot, alsook de machtige kardinaal Antoine Perrenot de Granvelle.
6) Tachtigjarige oorlog
7) Rijksmuseum
Kustlandschap met Hero en Leander, Hieronymus Cock, naar Matthys Cock, ca. 1551 - voor 1558; ets, h 215mm × b 302mm Meer objectgegevens
Voor deze prent nam Hieronymus Cock de tekening van zijn broer Matthijs als uitgangspunt. De figuur van Sint-Christoffel verving hij door het mythologische liefdespaar Hero en Leander. Leander zwemt de Hellespont over om bij zijn geliefde Hero te kunnen zijn. Tijdens een stormnacht verdrinkt hij. De volgende ochtend vindt de ontroostbare Hero zijn lichaam op het strand.
8) Hieronymus Cock
Hieronymus Cock, ook Hieronymus Kock genoemd, voluit Hieronymus Wellens de Cock (Antwerpen, 1518 - aldaar, 3 oktober 1570) was een Zuid-Nederlands kunstschilder, graveur en tekenaar behorend tot de renaissance. Hij is vooral bekend als uitgever en verkoper van prenten.
Cock kwam uit een bekende Antwerpse schildersfamilie. Ook zijn vader, Jan Wellens de Cock, en oudere broer, Matthijs Cock, waren actief als schilder. In 1545 trad Hieronymus toe tot het Antwerpse Sint-Lucasgilde. Hoewel hij lid was van dit schildersgilde, is er geen enkel schilderij dat met zekerheid aan hem toegeschreven kan worden. Wel signeerde hij enkele prenten met ‘H. Cock pictor’ (H. Cock schilder).
Van 1546 tot 1548 studeerde en werkte hij in Rome. Hier tekende hij nauwgezet de monumenten uit de oudheid, getuige de uitgave in 1551 van een serie prenten van zijn hand getiteld Praecipua aliquot Romanae antiquitatis ruinarum monimenta (Enkele ruïnes uit de Romeinse oudheid). Daarnaast legde hij in Rome contacten met andere graveurs en prentenuitgevers.
Na zijn verblijf in Rome vestigde hij zich in Antwerpen, waar hij in 1549 zijn eigen werkplaats en uitgeverij oprichtte. Cock wordt beschouwd als de belangrijkste kopergraveur van de zestiende eeuw. Cock graveerde zelf maar publiceerde ook het werk van andere graveurs. Zijn uitgeverij annex winkel werd ook Aux Quatre Vents (In de vier windstreken) genoemd. Deze winkel lag vlak bij de Nieuwe Beurs in Antwerpen.
In zijn Antwerpse werkplaats gaf hij les aan onder meer Pieter Bruegel de Oude en Cornelis Cort, maar ook de Italiaanse meestergraveur Giorgio Ghisi werkte voor hem. Later kwamen hierbij Cornelis Bos, Balthasar Bos (beiden uit 's-Hertogenbosch), Pieter Balten, Frans Huys, Pieter van der Heyden, Pieter van der Borcht (I) en – uit de Noordelijke Nederlanden – Cornelis Cort (1552), Philips Galle (1554-1564) en Harmen Jansz. Muller. Verder had hij contact met de Antwerpse drukker Christoffel Plantijn en de Haarlemse geleerde en graveur Dirck Volkertsz. Coornhert.
9) Pieter Breugel Arts&Google
https://artsandculture.google.com/exhibit/geliefde-thema-s-bij-bruegel-royal-museums-of-fine-arts-of-belgium/EQKyPh--TS9PLQ?hl=nl
10) Brabants erfgoed
De Toren van Babel was in de vijftiende en zestiende eeuw een geliefd onderwerp voor schilders. Het stond symbool voor de slechte eigenschappen van de mens, waaronder hoogmoed en incompetentie. Daarnaast geeft het ook de futiliteit van veel van het menselijk leven weer.
Bruegel heeft, voor zover bekend, drie versies van de Toren van Babel geschilderd. Eén nu verloren schilderij op een ivoren ondergrond, dat zich bevond in de inventaris van Clovio, en twee schilderijen op houten panelen. De twee versies die bewaard zijn gebleven zijn thematisch hetzelfde, maar in de compositie en uitvoering van de schilderijen zitten een aantal verschillen. Zo is de versie die tegenwoordig in Wenen hangt qua architectuur sterk geïnspireerd op de bouwstijl van het Colosseum en gesitueerd op een bestaande rotsformatie bij de haven. Daarnaast is de omgeving rondom de toren een stedelijk landschap met stadsmuren en is de opdrachtgever van het bouwwerk, koning Nimrod, afgebeeld terwijl hij de progressie van de bouw controleert. De andere versie, die tegenwoordig in Rotterdam hangt, geeft de toren weer in een arcadisch landschap, waarbij de meeste gebouwen bestaan uit kleine boerderijen. Daarnaast worden er slechts arbeiders afgebeeld, die stenen delven of bezig zijn met de bouw, zonder enig hoogwaardigheidsbekleder.
11) Google-arts and culture project
https://artsandculture.google.com/asset/the-tower-of-babel-pieter-bruegel-the-elder/bAGKOdJfvfAhYQ
"[...] Ga, laten we voor ons een stad en een toren bouwen, waarvan de top tot aan de hemel reikt, en laten we voor ons een naam maken [...]. En de HERE kwam naar beneden om de stad en de toren te zien […]. En hij zei: [...] laten we naar beneden gaan en daar hun taal verwarren, zodat ze de spraak van iemand anders niet verstaan. [...] en ze stopten met het bouwen van de stad. " (Gen. 11: 4-8.)
Koning Nimrod, die als bouwer verschijnt samen met zijn entourage linksonder op het schilderij, wordt niet genoemd in de bijbelse tekst. Alleen de Joodse historicus Flavius Josephus, die samenwerkte met de Romeinen, combineerde verslagen uit verschillende bronnen om de legende te creëren die werd geaccepteerd (Antiquitates Judaica I, 4; 93-94 n.Chr.).
In de boekverlichting van de vroege en hoge middeleeuwen werden lokale gebouwen die minder dan monumentaal waren, gebruikt als model voor de architectuur van de toren van Babel. Met een hoofdrol in de 16e eeuw oriënteerden kunstenaars zich op de Mesopotamische type trapvormige ziggurat (tempeltoren), die echter rechthoekig was in plaats van rond. Bruegels monumentale compositie had verschillende voorlopers in de Nederlandse schilderkunst, maar zijn werk werd de beroemdste klassieker onder de afbeeldingen van de Toren van Babel en werd vaak in veel verschillende variaties gekopieerd. Het schaalgevoel wordt geleverd door de havenstad in Vlaamse stijl, die indrukwekkend klein is in vergelijking met de toren. Met uiterste precisie en encyclopedische belangstelling brengt Bruegel een overvloed aan technische en mechanische details in beeld, van de aanvoer van de bouwmaterialen in de drukke haven tot de verschillende hijskranen en de steigers op de onafgewerkte bakstenen fundering. Hij plaatst de arbeiderswoningen in de stenen buitenstructuur, die elementen van klassieke architectuur combineert met romaanse architectuur, en ze lijken meer dan slechts tijdelijk te zijn. Door het gebouw op de rotsachtige helling te verankeren, wekt Bruegel de indruk van statisch evenwicht. Maar het gebouw reikt tot aan de wolken optisch vervormd en lijkt aan de linkerkant enigszins in de grond te zijn verzonken. Dit is een artistiek gebaar dat enerzijds de indruk van de monumentaliteit van het gebouw, en aan de andere kant verwijzend naar menselijke overmoed en de onmogelijkheid om de toren te voltooien omdat "de Heer de taal van de hele aarde verwarde". (Gen.11: 9.)
© Cäcilia Bischoff, Meesterwerken van de fotogalerij. Een korte gids voor het Kunsthistorisches Museum, Wenen 2010
12) Nimrod
Nimrod (Hebreeuws: נִמְרוֹדֿ, "de tegenstrever" of "de zich verontwaardigende") was volgens de traditie in de Hebreeuwse Bijbel een zoon van Kus en een achterkleinzoon van Noach,[1] "de eerste machthebber op aarde"[2] en "een geweldig jager, door niemand overtroffen".[3]
“De kern van zijn rijk werd gevormd door Babel, Uruk, Akkad en Kalne, in Sinear. Vanaf dat land trok hij naar Assyrië waar hij Ninive, Rechobot-Ir en Kalach bouwde, en ook de grote stad en Resen, tussen Nineve en Kalach.[4]”
Hiermee was hij volgens de traditie de eerste en tot op heden enige persoon die over de gehele mensheid heerste.
13) Marlene Dumas
https://it.clonline.org/news/cultura/2012/04/03/marlene-dumas-la-vertigine-e-il-coraggio-di-dipingere Luca Fiore 04.03.2012
Van de Pietà Rondanini tot Amy Winehouse, van Pasolini's "Het evangelie volgens Matteüs" tot de wezen van Milaan. Een tentoonstelling over verraderlijke thema's voor hedendaagse kunst, zoals kruisiging, verlatenheid en moederschap ...
"Ik denk dat het hele idee van de kruisiging een dubbele ziel heeft, omdat Christus in het verhaal van de Bijbel accepteerde dat hij moest sterven, maar hij wist dat hij zou worden opgewekt ... Zelfs als moeder, als je een baby krijgt, word je geconfronteerd met iets dat niet is heb je ooit eerder meegemaakt: de angst dat er iets met je kind kan gebeuren. Maar je kunt het leven niet combineren zonder je bewust te zijn van wat er gaat gebeuren, dus de synthese van al deze figuren (de schilderijen, red.) Is de synthese voor het leven. Zelfs een schilderij maken is een positieve daad voor het leven, want als je nergens betekenis in vindt, kun je niet schilderen ». Marlene Dumas is een van de meest succesvolle schilders die er is. En zo legt hij zijn eigen poëtica uit en de beslissing om het thema - zo verraderlijk voor een hedendaagse kunstenaar - van de kruisiging aan te pakken. De tentoonstelling in de Stelline Foundation in Milaan, genaamd Sorte, is een verrassende tentoonstelling. Rijk en diep. Het heeft een sterke ruggengraat, samenhangend denken dat het ondersteunt. In een prachtig video-interview, dat op internet te zien is, legt de Zuid-Afrikaanse maar Nederlandse door adoptiekunstenaar heel eenvoudig het pad uit dat haar ertoe bracht om de Pietà Rondanini, Pasolini, Amy Winehouse en de Stelline samen te brengen in een enkele tentoonstelling. de wezen van het Milaan uit het verleden.
En nogmaals: «Toen ik de Pietà Rondanini live zag, raakte het me erg, maar ik kon het niet direct als bron gebruiken ... Ik heb dit kleine schilderij gemaakt, dat meer op een eerbetoon lijkt. Denk na over de overgang van de relatie tussen vader en zoon naar die tussen moeder en zoon ... en zo keren we terug naar Pasolini, dan van Michelangelo naar Pasolini ... ».
14) Wannes van de Velde
Zijn lied Pieter Breugel de Oude opgenomen door de VRT1 in Brussel:
https://www.youtube.com/watch?v=2PRv10Sn2rU
Pieter Breughel, den ouwe
Zou opstaan uit de dood
Voor de wereld te aanschouwen
Was 't bloed er nog zo rood als karmijn
Zou er nog oorlog zijn
Aleerst ging hem naar Brussel
Naar zijnen atelier
En nam dan zijne bussel
Penselen en wat houtskool mee
Naar zijn Brabantse stee
Hij was nog niet vergeten
Waardat zijn woonhuis was
Het was wel wat versleten
De memel woonde in zijn kas
Kapot was 't vensterglas
Eerst vroeg hem aan de mensen
Is Spanje hier nog baas
Leefde naar eigen wensen
Zijn ze nog even dwaas
In ons land of kregen ze verstand
De mensen wouwen Breughel
Zijn Brabants niet verstaan
Dus is hem stil en treurig
Naar een cafe gegaan
Die daar in zijn jeugd nog had gestaan
Hij vroeg in 't zuiver Brabants
De kastelein om drank
Maar de patron die zei, Pardon
Je ne comprends pas Flamands
En Neerlands dans le coeur du Brabant
Pieter Breughel den ouwe
Die dacht: 't Is weer zo ver
Dat ze hier de Geuze nog brouwen
Da's fijn, maar dat het in't Frans nu moet zijn
Dat vindt ik nu een groot chagrijn
Het Spaans is nu verdreven
Uit ons klein vaderland
Maar nu hebben we verkregen
Het Frans, in de marollenkant
Da's boven mijn verstand
Piet Breughel is dan droevig
Terug naar zijn graf gegaan
Nadat hem op zijn kamer
Een heel klein maar een fijn schilderij
Vol kleur had doen ontstaan
En daarop stond geschilderd
Ne Vlaming in ’t gevang
'T gevang van zijn complexen
De sleutel ligt er bij aan zijn zij
Doe open maak hem vrij
Dankjewel voor jouw colleges. We genieten er enorm van, juist nu in corona tijd.
Wij kijken uit naar de volgende.
Blijf gezond.
hartelijke groet,
Yvonne
Wij genieten van jouw colleges, vooral in corona-tijd. Wij kijken uit naar de volgende.
Goede gezondheid gewenst,
hartelijke groet,
Yvonne van der Steen -de Rooij
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties