I Ontmoeting
1. Ontmoeting: 1953
Stel je voor dat Michelangelo, die iets jonger was dan de beroemde Leonardo da Vinci, aan hem zou vragen: Leonardo, mag ik een tekening van jou uitgummen?
Onvoorstelbaar toch? Maar in 1953 trok de jonge Amerikaanse kunstenaar Robert Rauschenberg de stoute schoenen aan en stapte op de toen al erg beroemde Willem de Kooning af, met dezelfde vraag: Willem, vind je het goed als ik een tekening van jou ga uitgummen?.
Laten we gaan kijken.
2. Robert Rauschenberg
Fotograaf Fred McDarrah nam deze foto in januari 1961 in de Front Street-studio van Rauschenberg. Hier bekijken Rauschenberg en Gloria, de vrouw van de fotograaf, een reeks kleine werken die aan de studiomuur hangen, waaronder de uitgegumde De Kooning-tekening, die helemaal links in de bovenste rij hangt. Het is dus 8 jaar na het uitgummen en Rauschenberg heeft de uitgegumde tekening nog steeds in zijn privébezit.
Tegenwoordig kennen de meeste mensen Rauschenberg van het kunstwerk rechts: De Odalisk. Hij zelf noemt het een Combine, zeg maar een samenstelling.
3. Odalisk
Odalisk is een parodie op een hele traditie van afbeeldingen van vrouwelijke naakten. Het kunstwerk is bedekt met collages van vrouwelijke naakten uit tijdschriftfoto's en reproducties van erotische schilderijen - zoals Pastoraal Concert (1509) van Titiaan, La Grande Odalisque van Ingres en Amor en Psyche (1817) van François Picot. De haan bovenop Rauschenbergs beeld zegt genoeg.
II. Het Beeld:
4. Robert Rauschenberg with Willem de Kooning and Jasper Johns
Tekening; sporen van een tekening op papier met label en vergulde lijst
64.14 cm x 55.25 cm x 1.27 cm
Terug naar de uitgegumde tekening. Je ziet een vergulde lijst met daaronder een tekstbord. Achter museumglas in de lijst zit een vergeeld papier, als een oud perkamenten blad. Er zijn vlekken op te zien, vage lijnen en misschien een man en een vrouwelijke torso, haast onder het oppervlak van het papier. Geen tekst en geen voorstelling.
Alles is uitgegumd, want zo heet het werk, lees je. Een uitgegumde tekening van Willem de Kooning. Hij hangt in een beroemd museum in San Francisco. En er is de gouden lijst en het tekstbord als bij een écht schilderij. En er worden drie beroemde kunstenaars genoemd. Robert Rauschenberg, Willem de Kooning en Jasper Johns.
Wacht, eerst moet je al die kennis van je afschudden. Zelf kijken en alles toelaten wat in je opkomt, en naar niemand luisteren, niets lezen. Kijken of het werk gaat leven. Het is al aan de gang. Onwillekeurig komen er vragen in je op wanneer je naar dit werk kijkt:
− Waarom is er uitgegumd?
− Wat was er te zien?
− Wat gebeurt er als je gumt? Niet alleen met het werk maar ook met degene die gumt, en wat gebeurt er met de maker van het werk dat wordt uitgegumd?
− Wat wordt het eerst gekozen om uit te gummen? Wat blijft er dan over?
− Is het een afbraak of een erkenning?
− Ontstaat er iets nieuws?
5. Onderschrift, De betekenis van het frame en de inscriptie
Later vertelde Rauschenberg dat het Jasper Johns was, zijn collega-kunstenaar, die erop aandrong dat Rauschenberg het werk zou tentoonstellen. Zij waren beide uitgenodigd voor een groepstentoonstelling in new York, in 1955, twee jaar na de act van het gummen. Johns voerde de begeleidende tekst uit, met een soort stencilmachine.
Rauschenberg gaf na een restauratie in 1988 aan, op de achterkant van het werk, dat inscriptie en lijst niet van de uitgegumde tekening gescheiden mogen worden. Sindsdien maken ze het werk compleet en serieus, ook al zijn ze aangebracht door iemand anders.
6. Detail
Willem De Kooning gaf inderdaad een tekening aan Rauschenberg met toestemming om hem uit te gummen. Maar hij maakte het Rauschenberg niet gemakkelijk. Rauschenberg vertelt dat De Kooning een portfolio tevoorschijn haalde en door de inhoud begon te bladeren. Net toen hij er een leek te kiezen, wachtte hij even. "Nee," mijmerde de kunstenaar, "het moet iets zijn dat ik zou missen." Dus haalde hij een tweede map tevoorschijn en kwam uiteindelijk op een tekening terecht die was gemaakt met een combinatie van krijt, potlood, inkt, houtskool en grafiet. Materialen die veel meer hechten dan een gewoon potlood en die je niet zomaar uit kunt gummen.
7. Infrarode scan en tekening uit die tijd.
Op de website van het San Franciso Museum of Modern Art vind je een prachtige, diepgaande studie over dit werk, van Sarah Roberts. Ik citeer haar uitgebreid in mijn bronnen. In haar essay zie je ook de infrarode scan die hiernaast is afgebeeld. De scan laat net niet genoeg zien van de originele tekening om die te kunnen herkennen. Het is wel erg De Kooning-achtig. Er zit een lijnenspel in zoals we kennen uit die tijd, waarin de Kooning zich bezighield met zijn beroemde serie vrouwenschilderijen. Maar wat de scan niet duidelijk maakt is wie wat heeft uitgegumd. Want ook De Kooning gebruikte zijn gum vaak tijdens zijn werk.
III. Verwanten
8. De “white Paintings” van Rauschenberg
Rauschenberg vroeg zich af of een kunstwerk zou kunnen bestaan uit een volledig monochroom vlak, zonder voorstelling.
Hij maakte in 1951 een serie "White Paintings", helemaal witte doeken die ongeverfd leken. Rauschenberg vroeg zelfs aan zijn vriend en collega-kunstenaar Cy Twombly om er een paar te schilderen, om te kunnen beoordelen of het wel van belang was wie het schilderij gemaakt had.. Later koppelde hij deze 'witte schilderijen' nadrukkelijk aan de uitgegumde De Kooning-tekening - beide waren experimenten met wat hij 'het monochrome beeld zonder beeld' noemde. Kan kunst bestaan uit een werk dat met een gum gemaakt wordt?
9. Uitgummen, eigen werk
Na die reeks volledig blanco witte schilderijen, wilde de kunstenaar bepalen of een kunstwerk uitsluitend door uitwissen kan worden gemaakt. Wat zou er gebeuren als je een vlak niet in één kleur schildert maar juist alles wat er te zien is weghaalt, totdat alleen de drager, het doek of het papier, overblijft? Hij begon met het uitgummen van zijn eigen tekeningen, maar was niet onder de indruk van de resultaten, omdat hij vond dat het niet creatief genoeg was. Waarom niet? Ik vermoed dat er meerdere reden voor zijn:
1) Hij had al heel veel gegumd tijdens het tekenen, voordat hij zijn tekening perfect vond, dus uitgummen was nu niet spannend meer.
2) Er zou niets nieuws meer in de tekening ontdekt kunnen worden, omdat hij hem zelf gemaakt had.
3) Zelfs uitgummen zou de oude tekening nog in zijn hoofd laten voortbestaan.
4) Al vanaf het moment dat hij een werk zou kiezen, zou zijn ‘onderzoek’ niet meer objectief zijn en dus bepaalde mogelijke uitkomsten in de weg staan.
10. Uitgummen, Erased
Wat kunnen Rauschenbergs redenen geweest zijn voor deze ongeziene performance die uitloopt op een twijfelachtig resultaat?
1) Hij wilde een echt kunstwerk uitgummen, dat als kunstwerk geaccepteerd zou zijn, anders kon er geen nieuwe kunst ontstaan. Op dat moment was iedereen in de kunstscene ervan overtuigd dat het werk van Willem de Kooning, toen op zijn hoogtepunt, echte kunst was.
2) Wie weet zou hij door het gummen dichter bij de drijfveren van de maker komen.
3) Het uitgummen zou hem dwingen tijdens het proces van wissen na te denken over elke lijn die hij weghaalde: hoe belangrijk die was en wat zou er over blijven als hij die lijn weghaalde. Zou het ook zo kunnen zijn dat het beeld sterker zou worden wanneer hij er een of meer lijnen uithaalde?
4) Zou hij zich het originele werk blijven herinneren, zelfs nadat hij het werk had uitgewist? Hoe nauwkeurig zou zijn geheugen de gevolgen van deze daad vasthouden?
5) Zou het uitwissen hem bevrijden, zodat hij zelf nieuw werk zou kunnen maken dat niet werd beïnvloed door kunst die hij bewonderde? Hij was een groot bewonderaar van Willem de Kooning en had al twee van diens tekeningen in bezit.
6) De maker van de tekening had hem toestemming gegeven om het werk uit te gummen en zag dus waarde in het experiment.
7) En tenslotte: Het uitgegumde werk zou voor altijd de naam van de originele maker in de titel dragen en daardoor hun beide namen aan elkaar verbinden.
11. Vrouw 1 en Erased
Hoewel alle geschriften over het uitgegumde werk zeggen hoe beroemd De Kooning was als abstract expressionist, noemt niemand zijn fascinatie voor het geschilderde vrouwenportret. Toch is duidelijk dat De Kooning juist in die periode het vrouwenportret als geïdealiseerde schoonheidsafbeelding openbrak en ruimte maakt voor een psychologische benadering.
Zou Rauschenberg met De Kooning gesproken hebben over diens vrouwen-thema? Had de tekening iets te maken met een vrouw?
12. Willem de Kooning en echtgenote in zijn atelier
Op deze foto van het echtpaar De Kooning is op een schilderij tussen hen in een mensachtig wezen te onderscheiden in de verf. Er is verwantschap te zien met zowel Jackson Pollock als met Pablo Picasso. Pollock door het smijten met verf, Picasso door het deconstrueren van het mensbeeld. Elena staat zelfbewust naast het schilderij alsof het een portret is van haar. Christies spreek over “het schilderij doordrenken met de complexiteit die inherent is aan de moderne kijk op vrouwelijkheid”, een tekst bij het schilderij “Woman as a Landscape”, dat al ter sprake kwam in de video over Willem de Koonings Rozevingerige Dageraad.
13. Willem de Kooning en abstract expressionisme versus Picasso
Deze vergelijking toont aan waarom de Kooning zo beroemd was. Juist in de jaren dat veel kunstenaars niet-figuratief gingen werken en daar grote successen mee behaalde, vond De Kooning een stijl uit die figuratie liet bestaan onder een veld van verf en verfstreken. Zijn gebaar was niet zoals bij Picasso ondergeschikt aan het onderwerp, maar liet een afbeelding opdoemen uit een slagveld van geschilderde kleuren en getekende lijnen.
14. Over Robert Rauschenberg
In 2017 organiseerde het Museum of Modern Art in New York een tentoonstelling over Robert Rauschenberg, met als titel: “Rauschenberg onder vrienden”. De begeleidende tekst luidt als volgt:
In 1959 schreef Robert Rauschenberg: “Schilderen heeft betrekking op zowel kunst als het leven. Geen van beide kan worden gemaakt. (Ik probeer te handelen in die kloof tussen de twee.)”
Hij werkte vaak samen met kunstenaars, dansers, musici en schrijvers en vond nieuwe interdisciplinaire manieren van artistieke praktijk uit die de koers van de hedendaagse kunst hielpen bepalen. Het ethos dat Rauschenbergs werk doordringt - openheid voor de wereld, toewijding aan dialoog en samenwerking, en wereldwijde nieuwsgierigheid - maakt hem ook tot een toetssteen voor onze tijd.
IV. Besluit
15. Laatste dia: Terug naar het sleutelwerk
Het is geen toe-eigenen zoals Duchamps EAOOQ, want toe-eigenen betekent letterlijk wat het is: het werk inpikken, zeg maar afpikken en definitief veranderen.
Het is geen kopiëren en ook geen veranderen. Het is een mystificatie van iets dat er ooit voorheen was. Misschien is het wel te vergelijken met de beroemde “onvoltooide”.
Er is een band ontstaan tussen de schepper en de wisser: alleen zij kennen het werk toen het nog zichtbaar was. Alleen zij weten wat er aan de wereld is ontnomen.
V. Nawoord
Elk kunstwerk wil de kunst vernieuwen. Een Willem de Kooning maken heeft geen zin. Je gunt hem zijn eigen plek, en tegelijk claim je een plek voor jezelf in de kunst, voor de toekomst. Je teert op de reputatie van De Kooning. Daarvoor gebruik je een stunt, en dat mag best een schandaal zijn, dat de media haalt. (Denk aan illustere voorgangers zoals Duchamp of Dali).
Je weet in dit geval dat de naam van De Kooning altijd aan je kunstwerk zal blijven kleven: dus dat er een relatie is gelegd tussen jou en De Kooning. En je hebt gedemonstreerd dat jij de kunst hebt veranderd, voor altijd.
VI. Bronnen
1) Website De Kooning
https://www.dekooning.org/search
In 1936, tijdens de Grote Depressie, werkte de Kooning aan de muurschildering van de Works Project Administration (WPA). De ervaring overtuigde hem om fulltime te gaan schilderen. Eind jaren veertig en begin jaren vijftig werden de Kooning en zijn tijdgenoten uit New York, waaronder Jackson Pollock, Franz Kline, Robert Motherwell, Adolph Gottlieb, Ad Reinhardt, Barnett Newman en Mark Rothko, berucht omdat ze de geaccepteerde stilistische normen zoals regionalisme, Surrealisme en kubisme door de relatie tussen voorgrond en achtergrond lieten oplossen en de verf gebruikten om emotionele, abstracte gebaren te creëren. Deze beweging werd afwisselend 'Action Painting', 'Abstract Expressionism' of gewoon de 'New York School' genoemd. Tot die tijd werd Parijs beschouwd als het centrum van de avant-garde, en het baanbrekende karakter van Picasso's bijdragen was frustrerend moeilijk te overtreffen voor deze groep zeer competitieve New Yorkse kunstenaars. De Kooning zei het ronduit: "Picasso is the man to beat." [Ihttp://mediation.centrepompidou.fr/education/ressources/ENS-Rauschenberg-EN/ENS-rauschenberg-EN.htm
3) SFmoma met uitgebreid onderzoek naar ‘Erased’
https://www.sfmoma.org/rauschenberg-research-project/#why-rauschenberg
Het frame van Erased is integraal onderdeel van het kunstwerk dat was in het eerste begin niet zo. Het werd toegevoegd om de authenticiteit van het werk te bevestigen. Sarah Roberts (SFMOMA) zelf schrijft:
De uitgewiste tekening zelf brengt niet genoeg visuele informatie over om zijn eigen identiteit of gevolg vast te stellen. Het complete fysieke pakket - gewiste tekening, mat, inscriptie en lijst - doet denken aan een religieus reliekschrijn, dat afhankelijk is van een sierlijke presentatie en bijbehorend verhaal om een aura van betekenis te creëren rond de overblijfselen die het herbergt. Het was de toevoeging van de inscriptie en de lijst die Erased de Kooning Drawing actualiseerde. Toen het eenmaal letterlijk en tekstueel was ingekaderd, werd het smoezelige stuk papier - en het wissen dat het vertegenwoordigt - iets meer.
Rauschenberg was duidelijk geïntrigeerd door Duchamps uitdaging van de heersende noties van artistieke originaliteit en authenticiteit, en ontwikkelde zijn eigen interesse in het identificeren, ondervragen en doorbreken van de grenzen van kunst. De Duchampiaanse impuls staat centraal in Rauschenbergs verhaal voor het werk, dat zijn zoektocht beschrijft om een tekening te maken zonder helemaal te tekenen (wetende dat het eindresultaat in wezen een lege pagina zou zijn) en toch als kunst te beschouwen.
Zoals dit essay heeft aangetoond, schuilt er meer dan één verhaal achter Erased de Kooning. Tekenen en proberen het in één verhaal te plaatsen, riskeert de complexiteit te verdoezelen van zijn geschiedenis en potentieel. Het is te simplistisch om het gebaar van wissen van de Koonings werk te karakteriseren als een daad van oedipale opstand, of een poging om het verleden uit te wissen om een nieuwe veraassing te creëren. Rauschenberg als kunstenaar en als persoon was nooit zo eenzijdig gericht. Het is ook een te grote simplificatie om het werk in een rechte lijn te plaatsen van Duchamp tot conceptualisme. De handeling die Erased de Kooning Drawing belichaamt, was veel complexer en het kunstwerk is veel subtieler en verreikend. Ja, het wissen was een daad van vernietiging, maar als creatief gebaar was het ook een daad van eerbied of zelfs toewijding - aan de Kooning, aan tekenen, aan kunstgeschiedenis en aan het idee om een risico te nemen en open te staan voor alles wat het resultaat is. Voorlopig heeft Erased de Kooning Drawing zich gevestigd op zijn plaats als een voorloper van de conceptuele kunst, maar haar merkwaardige ontstaan en haar karakter van blanco-leisteen zorgt ervoor dat het open blijft staan voor toekomstige herinterpretaties.
4) Over Rauschenbergs samenwerking met andere kunstenaars:
https://www.moma.org/calendar/exhibitions/3634
5) Over De Koonings vrouwenschilderijen:
https://www.christies.com/features/Lot-7B-Willem-de-Kooning-Woman-as-Landscape-9482-6.aspx
Vrouw als landschap van Willem de Kooning is een hoogstandje in de schilderkunst uit de 20e eeuw. Dit dramatische canvas, uitgevoerd op het hoogtepunt van de carrière van de kunstenaar, behoort tot een reeks werken die de weergave van het vrouwelijk lichaam radicaal hebben veranderd. Toen dit schokkende vertrek voor het eerst werd tentoongesteld in de jaren vijftig, stimuleerde en verontrustte het het kunstwerk in gelijke mate, maar het nam ook zijn plaats in, in een van de langstlopende dialogen in de kunstgeschiedenis, naast kunstenaars als Botticelli, Titiaan, Rubens en Ingres, de Kooning probeerde de definitieve vrouwelijke vorm in te kapselen. Vanaf de 20e eeuw begonnen kunstenaars als Pablo Picasso en Marcel Duchamp het vrouwelijk lichaam op een radicaal andere manier te behandelen, door het klassieke idee van schoonheid te deconstrueren en het te doordrenken met de complexiteit die inherent is aan de moderne kijk op vrouwelijkheid. De gedurfde en hectische aard van de penseelvoering van De Kooning ging een stap verder en symboliseerde de dramatische verschuivingen die plaatsvonden tijdens de naoorlogse jaren. Opgenomen in de veelgeprezen Abstract Expressionism-tentoonstelling in de Royal Academy of Arts in Londen, zijn schilderijen zoals deze nu stevig ingeburgerd als onderdeel van het 20e-eeuwse kunsthistorische kanon. Andere voorbeelden vormen de hoekstenen van belangrijke internationale museumcollecties, waaronder het Museum of Modern Art, New York; het Whitney Museum of American Art, New York, en de National Gallery of Australia, Canberra. Woman as Landscape is daarmee een van de weinige werken uit deze iconische groep schilderijen die in particuliere handen blijft. (tekst Christies)
6) tekst van het MoMA bij de tentoonstelling Robert Rauschenberg Among Friends May 21–Sep 17, 2017
https://www.moma.org/calendar/exhibitions/3634
7) Overige Internetbronnen met niet-wetenschappelijke interpretaties: o.a.
https://publicdelivery.org/robert-rauschenberg-erased-de-kooning/ en
https://www.artsy.net/article/artsy-editorial-robert-rauschenberg-erased-de-kooning
8) Muziek van Dave Brubeck
Jazz at Oberlin is a live album by the Dave Brubeck Quartet. It was recorded in the Finney Chapel at Oberlin College in March 1953, and released on Fantasy Records as F 3245. The Fantasy Records album back cover states that drummer Lloyd Davis had a 103-degree fever during the performance. Critic Nat Hentoff wrote in Down Beat magazine that the album ranks with the College of the Pacific and Storyville sets "as the best of Brubeck on record", and jazz critic Gary Giddins has written that it would "make many short lists of the decade's outstanding albums". The concert is credited with making jazz a legitimate field of musical study at Oberlin, and furthermore initiating it as a subject of serious intellectual attention; Wendell Logan, the chair of Oberlin's Jazz Studies Department, described it as "the watershed event that signaled the change of performance space for jazz from the nightclub to the concert hall". In addition, it was one of the early works in the cool jazz stream of jazz; The Guardian's John Fordham wrote that it "indicated new directions for jazz that didn't slavishly mirror bebop, and even hinted at free-jazz piano techniques still years away from realisation"; he further observed that it "marked Brubeck's eager adoption by America's (predominantly white) youth - a welcome that soon extended around the world ... for a rhythmically intricate instrumental jazz".
VII. Aantekeningen
— In de tentoonstelling van het MoMA wordt de samenhang tussen deze kunstenaars beklemtoond doordat ze elkaar opzochten in een gay-scene. Daarin zie ik geen verdere verklaring: ik beoefen geen psychoanalyse, hoewel het werk daar dichtbij komt.
— Rosenberg schreef in die tijd in een beroemd artikel: “Wat er plaats vond op het doek was geen afbeelding, maar een gebeuren (event). Erased is daarom vooral te lezen als het verslag van een gebeuren.
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties