
Tekst en Uitleg
De opstellingen getuigen van een groot gevoel voor ruimte en monumentaliteit. In het Stedelijk Museum zijn de ruimtes benauwend door hun afgesloten ligging binnen het gebouw, hun grote hoogte en kleine oppervlak. In De Appel zijn de ruimtes verruimend, door hun aaneenschakeling, de menselijke verhoudingen tussen de hoogte en diepte, en het overal toetredende buitenlicht. Beide instellingen vragen dus om een andere behandeling en daarin slaagt Saskia wonderwel. Waarbij De Appel vooral openheid voorop staat, tegenover geslotenheid in het museum. Letterlijk: presentatieruimte tegenover depot.

Voorwerpen (dingen)
Als gezegd bevinden zich in dit barokke interieur van De Appel, dat door Saskia Noor van Imhoff is teruggebracht tot de stijlkenmerken eenheid, licht en maat, voorwerpen van verschillende klassen.
Soms toont Saskia iets dat een kunstwerk zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld het portret van een man, wiens naam of een rol niet vermeld wordt.

Ruimte
Het werk van Saskia Noor van-Imhoff (1982) in het Stedelijk Museum van Amsterdam en in presentatie-Centrum De Appel gaat over ruimte. Alle gepubliceerde teksten noemen haar werk archeologie, de archeologie van het museum als bewaarplaats, maar dat is niet te zien. Dat is afgeluisterd van de kunstenares. Kritiekloos opgepend.

Too Much
Het eerste wat opvalt, is het materiaal. Karton, MDF, Zink, autolak, verf, kitsch, glanspapier, aluminiumfolie. We zijn op de eerste verdieping van het Stedelijk Museum in Amsterdam, in de voormalige ‘erezaal’ van de oudbouw. Hier begint volgens de aanwijzingen de overzichtstentoonstelling van Isa Genzken.
Het materiaal doet terugdenken aan de bloeitijd van de assemblages, in de jaren zestig van de vorige eeuw. Goedkope wegwerpartikelen, glimmend en kleurig verpakt, dingen uit de massa-consumptiefabrieken. Maar opvallend genoeg is dat niet waarmee haar oeuvre begint, maar waar het 50 jaar later mee eindigt. Ze begint als serieuze beeldhouwstudent met klei, steen en hout, met vormexperimenten en begrippen als schaal, gewicht, evenwicht, ruimte. In deze tentoonstelling is de chronologie verlaten, belangrijke veranderingen in haar oeuvre zijn door elkaar geplaatst, alsof het nieuwste al in het oudste aanwezig was, en het oudste in het nieuwste terugkeert. Typische samenstellersblik van kenners, verwarrend voor nieuwelingen.
Opbouwwerker van de Natuur
Onder een plexiglazen kap ligt een giftige blauwgroene wortelstronk te glanzen in het kunstlicht. Glimlichtjes schitteren op de gladde, onnatuurlijk harde verf. Over het hele gestel, over de takken die er uit omhoog steken, over de knoesten die er in verscholen liggen, ligt hetzelfde, meest turkoois frisse groen, zoals je dat nergens in de natuur kunt vinden.
Zo nadrukkelijk turquoise dat het wel koraal onder water lijkt.
Over vooruitgang
‘Dag meneer, mag ik u wat vragen?’ vroeg ze vriendelijk, terwijl ze met uitgestoken hand recht op me af stapte. Ze was een van de vier, die op een bankje zaten naast de dichte deur van de tentoonstellingsruimte.
‘Natuurlijk,’ zei ik, terwijl ik haar hand drukte.
‘Gaat u naar de tentoonstelling van Tino Seghal?’
‘Ja, inderdaad’.
‘Vindt u het goed dat ik even met u meeloop? Ik ben Lotte.’
Onzijdige Goden
14 juni 2015: ArtZuid Amsterdam. Hektor, Markus Lupertz
Op Art Zuid staan vijf mensbeelden van Markus Lüpertz: Standbein/Spielbein/, Hirte, Mozart, Salieri en Hektor.
Dit laatste beeld doet mij stilstaan. Het hoofd van Hektor staat op een dikke, opgezette nek. Zijn gezicht is geschilderd: geel, groen, rood en blauw. Een krijger. Naakt met aan een kant slechts een schouder, de arm aan de andere kant mist de pols en de hand. Het bovenste deel van de tors is intact, maar het middendeel, dat wil zeggen de buik en de heupen, lijken met dikke plakken aan elkaar te kleven. De rechterheup lijkt ontwricht. Beurs lijkt het lijf, kapot, alsof het vlees bij elkaar is gedrukt om het nog heel te laten lijken. De benen en voeten echter zijn glad en stevig.
Aan de achterzijde loopt een naad vanaf de haargrens over de nek tot aan de schouders, daar wordt de naad rabbelig en eindigt hij bij de onderrug. Ik stel me voor dat de nek opgezet is door het touw dat er omheen zat en dat nek, buik en rug kapot zijn gegaan in de strijd en het gesleep over de grond tijdens de wagenritten.
Renzo Martens and the Institute for Human Activities.
Diongo (links) en Manenga (rechts) staan bij ons in de kast. We bestelden ze al tijdens de Rotterdam Art Week in de stand van Fons Welters. Nu zijn we ze op gaan halen in de galerie in Amsterdam, waar de tentoonstelling op 2 mei j.l. geopend werd, onder de titel Renzo Martens and the Institute for Human Activities.
N 9° 42’ 10.233 E 99° 39’ 48.61” (2015) Lotte Geeven
Over een
'in zichzelf besloten kunstwerk'
dat uitzicht biedt op de wereld
Een heldere kamer op de eerste verdieping van landhuis Jagtlust. Tentoonstelling: The Mirror and Lamp Show van Suns and Stars exhibitions.
Achter dikke groene gordijnen, die open hangen als voor een theaterpodium, staat boven een witte vensterbank, een wit raamkozijn waar de zon door naar binnen schijnt. Tegen de wanden Art-Nouveau bloemenbehang, met onder een horizontaal geprint fries, strenge verticale banen. Midden in de kamer staat een roestvrijstalen ketel op zwarte wielen. De ketel is geplaatst op een roestvrijstalen plaat die plat op de houten vloer ligt.
Into One Another II 2010-2011 Berlinde de Bruyckere
Was, hout, glas, epoxy en ijzeren armaturen
De beelden van Berlinde de Bruyckere raken iets aan, wat zich pas na uren laat weten
Into One-Another II (2010-2011)
Van alles wat daar voor ons getoond lag en waar wij, meer zwijgend dan sprekend, omheen draaiden, bovenop keken en eronder, vooruit spiedend naar dat wat komen ging en omkijkend naar wat we zagen, bleef dat ene detail als een nabeeld bij me: de voet van ‘Into One-Another II’.
Lees meer: Berlinde de Bruyckere in het Haags Gemeentemuseum
De tak met elfenbanken.
Dat klinkt als een titel uit een sprookje. De tak met elfenbanken is niet wat hij lijkt. En dat gegeven komt vaker voor in sprookjes. Zilverachtig glanzend, als door maneschijn verlicht stond hij stil te wachten, maar waarop? Op mij in dit geval, die hem meenam naar een huis waar het zonlicht dagelijks over zijn zilveren bast schijnt en over de elfenbanken met eendere huid.
Beeldhouwer Carel Visser overleed afgelopen zondag, 1 maart 2015. Hij is 86 jaar geworden.
In de Internationale naoorlogse Top
Carel Visser behoorde zonder twijfel tot de Top 10 van de beeldhouwkunst na 1945. Meestal wordt hij ten tonele gevoerd als een typisch Nederlandse beeldhouwer, maar zijn oeuvre kan zich moeiteloos meten met dat van beroemde internationale namen, als Donald Judd, Sol LeWitt, Ulrich Rückriem, Eduardo Chillida of Anthony Caro.