Waarom is deze sculptuur op de Biënnale dan wel kunst? Daarover gaat het in dit artikel. Had ik maar beter gekeken, denk ik nu. Drie keer ben ik bij het beeld geweest en de details doemen vluchtig op en verdwijnen dan weer snel uit mijn herinnering. Ik kan ze niet vasthouden en alleen mijn gevoel van daar nog herinneren. Ooit antwoordde een cursiste me, toen ik zei dat ik zo hebberig was dat ik die beelden wilde bezitten: ‘maar als je ze eenmaal gezien hebt, zijn ze toch al van jou?’ Dat is dus niet zo, blijkt nu. Sculptuur is belangrijk door zijn aanwezigheid. Een beeldhouwwerk is gemaakt om bij je te zijn. Foto’s en herinneringen zijn niet voldoende. |
||
Matthew Monahan Hephaestus 2013 Staal en gepatineerd brons H= ca. 450cm |
Dit is het eerste belangrijke verschil met van Sawada’s beelden. Echte sculptuur is niet eenduidig maar gelaagd. Elk detail is gemaakt met betrekking tot het geheel en tot andere details. Het is geen opgedikte afbeelding, tekening of foto. Sculptuur is een lichaam, rondom aanwezig en ze breidt zich uit in de ruimte. | ||
Shinichi Sawada Untitled, 2006-7 terracotta, h = ca. 30 cm |
Sawada’s beelden zijn vooral voorkant-beelden. Je kunt ze gemakkelijk herinneren. Ze zijn vooral driedimensionale afbeelding. Ze sluiten zichzelf op binnen de ruimte en gedragen zich als dik schilderij. | |
Natuurlijk hebben we tegenwoordig foto’s. Foto’s in alle technieken, van professionele apparaten tot en met die van mobieltjes. Snel, sneller, snelst. Dat is nu juist waar sculptuur zich tegen verzet. Ze vraagt om langzaam. Erbij zijn. Ervaren. Tijdens de Biënnale werd het beeld ontelbare malen gefotografeerd als bewijs van bewondering en betrokkenheid bij het beeld. |
||
Foto’s van sculptuur zijn er om naderhand de ervaring weer op te roepen en details nog eens te bestuderen. Hoe zag het er ook al weer uit? De kop van Hephaistos is gemaakt door bronzen platen uit te hameren en die over elkaar heen te leggen en op elkaar te lassen. Het is een van de oudste technieken van de metaal-beeldhouwkunst en zeer toepasselijk in dit beeld: Hepaistos was immers de smid van de goden. En smeden zijn vooral bekend om hun technieken van uithameren. Dezelfde techniek werd gebruikt voor zijn handen en armen. Uitgehamerde platen werden dichtgerold tot vingers en armen. Monahan plaatst zichzelf daarmee nadrukkelijk in de traditie van de metalen beeldhouwkunst en het beeld in de traditie van de archaïsche bronzen. Door de techniek krijgt het beeld in tegenstelling tot zijn enorme afmetingen - het is ruim vier en een halve meter hoog - een zekere lichtheid. Het overweldigt ons niet, maar nodigt ons uit om ons er in te verdiepen. Heeft het gelaat echt een enigszins gekwelde uitdrukking? |
||
Hephaistos Kop (detail) foto: Heimo Aga |
||
Als dat zo is dan komt het misschien doordat Hepaistos een gekwelde, tragische godheid was. Op deze oud-Griekse beker uit het Toledo Museum of Art (USA) zien we de belangrijkste episoden uit zijn verhaal: links komt Hepaistos aangereden op een ezel, de Olympus op, waar zijn moeder, die hem ooit vanaf de heilige berg in zee gooide, nu gekluisterd zit op een gouden troon, die Hepaistos heimelijk voor haar maakte uit wraak voor zijn verstoting.Hephaistos is de enige die de kluisters van de troon kan slaken. Hera, zijn moeder, gooide hem in zee omdat ze een afkeer had van Hepaistos’ lelijke gezicht en manke voet. De vaas toont veel details: hoe Dyonysos (god van de wijn) Hepaistos dronken heeft gemaakt, zodat hij zijn moeder bevrijdt, en Hera haar gezicht uit schaamte bedekt met een sluier. De dronken Hepaistos heeft zijn gereedschap - hamer en tang - nog in zijn handen, zodat we hem kunnen herkennen. | ||
De Kleophon schilder Skyphos met de terugkeer van Hepaistos op de Olympus. 420 v. Chr. Roodfigurig aardewerk H =30 cm |
||
Monahans Hepaistos is niet zo gedetailleerd als de vaasschildering. Het beeld bestaat uit een ijzeren draperie, over een constructie van betonijzers gehangen. Uit de draperie komen armen en kop tevoorschijn, de achterkant is open en toont de hele constructie. Je zou het ook een voorkant beeld kunnen noemen, maar het betonijzer komt zo nadrukkelijk ook aan de voorzijde tevoorschijn, dat je wel om het beeld heen gaat lopen. | ||
De draperie is weliswaar van ijzer, maar door de kleur en de erin gehamerde patronen lijkt het precies op textiel. De open achterzijde van het beeld is doelmatig: het geeft de gelaagdheid van het beeld aan en zegt: ‘ik ben een beeld én een constructie én geen afbeelding én wel drager van een emotie én maak het zelf maar af. Jij, toeschouwer, raakt in mij betrokken’. | ||
Overweldigend groot, meerlagig, ‘on-af’, ruig, ontdaan van oppervlakkige schoonheid, kundig gemaakt, beeldend, voor meerdere opvattingen open, drager van emoties, herinnering aan een literaire tragedie. Zomaar enkele kenmerken die het beeld wegnemen uit het private areaal van de maker en overbrengen naar het domein van de toeschouwer. Die zich verrijkt voelt omdat het beeld iets wakker maakt dat stil lag te sluimeren: een ontmoeting met jezelf. | ||
Iets verderop in de Arsenale bevond zich een grote ruimte, compleet vol met beelden van Pawel Althamer. Misschien brengt de relatie Monaham-Althamer nog meer aan het licht over onze eigentijdse beeldhouwkunst. Wordt vervolgd. |