Ik wil me bevrijden van al die kennis door ze onschadelijk te maken, voordat ik me aan de werkelijke vergelijking waag. Maar zoals ik weet bestaat het ‘onschuldige’ oog niet. Het is altijd weer de vraag: eerst kennis, of eerst kijken? Meestal lopen zij gelijktijdig door elkaar.
Afb. 1 Basiliek San Lorenzo Florence
(Foto https://catalogo.beniculturali.it/detail/ArchitecturalOrLandscapeHeritage/
0900172665#lg=1&slide=01
Afb. 2 Tombe Guiliano de'Medici in de Sagrestia Nuova van de San Lorenzo met de Nacht en de Dag
(Foto https://catalogo.beniculturali.it/detail )
Na-denken
Het is intussen 15 jaar geleden dat ik in Florence de San Lorenzo bezocht, met de sculpturen van de Dag en de Nacht, het Ochtendgloren en de Avondschemering.
Intussen ben ik wel naar alle Biënnales van Venetië geweest, en naar een behoorlijk aantal tentoonstellingen van eigentijdse kunst. Maar geen enkele keer had ik het besef dat ik misschien liep te kijken naar iets wat tot in de eeuwigheid zou blijven bestaan, zoals bij de beeldhouwwerken van Michelangelo. Dit is geen kwaliteitsoordeel, het is eerder een nostalgisch besef dat ik nog te kort leef, om bewijzen te kunnen vergaren over de eeuwigheid. Intussen denk ik wel aan een hele rij beeldhouwers na hem en ik vraag me wat zij in hemelsnaam zagen in hem als voorbeeld.
Hielden Rodin, Carel Visser, Anthony Caro en Eduardo Chillida zich bezig met Michelangelo? Vast en zeker, maar Waarom?En tegelijkertijd vroeg ik mij hetzelfde af over de kunsten die vergankelijk zijn: theaterspelen, opera’s, romans, filosofen. Wie leest er nu nog Van het Reve, of Salman Rushdie of Joost van den Vondel? Op mijn eigen vakgebied zijn er filosofen over kunst die ik met veel genoegen en waardering gelezen heb, maar die allemaal stammen uit een langer verleden: Frans Hemsterhuis, Immanuel Kant, Heidegger, Gadamer, Menke, Habermas, Lyotard, Danto, Sloterdijk. En nog een aantal figuren die wij tegenwoordig rekenen tot de ‘esthetici’.
Maar alle schrijvers die ik heb gelezen, stelden mij enigszins teleur, of liever gezegd, gaven mij niet zoveel genoegen als het beschouwen van kunstwerken in dezelfde ruimte als waar ik was. Ik ken mensen die een hele avond, door een boek geboeid, in dezelfde stoel kunnen zitten lezen, maar ik moet er altijd op uit, ik wil dingen in mijn nabijheid kunnen zien. Over dat ‘zien’ kan ik intussen ook wel een stapel boeken schrijven, want het is eigenlijk geen zien maar het heeft te maken met aanwezigheid, beleven, ervaren en beschouwen. Zonder uitzondering valt er na een ontmoeting met een kunstwerk nog een heel nawerk te verrichten, een nawerken dat langer duurt dan een avond. En een enkele keer ontstaat er tijdens dat nawerken opeens een inzicht, meestal zo klein als de lichtbundel van een zaklamp, over wat je gezien hebt. En zo ontdekte ik tijdens het nawerken over De Dag van Michelangelo opeens wat het werkelijke wonder is: wij als toeschouwers, en ook vaak de maker, kijken van buiten, terwijl het beeld groeit van binnenuit.
Michelangelo schouder,
(Foto detail van httpsartsandculture.google.comasset
tomb-of-giuliano-de-medici-)
Hier, aan de schouderpartij onder de kop wordt duidelijk wat ik bedoel. Je moet je even inbeelden dat je de beeldhouwer bent. Je bent bezig met een enorm blok marmer, dat is relatief harde maar ook kwetsbare steen, en je hebt een mooi stuk gehakt waar je tevreden over bent. Je staat van een afstandje te loeren en het besef dringt tot je door dat je de juiste beslissingen hebt genomen om op tijd te stoppen met hakken en te beginnen met schuren en polijsten. En nu je hier zo staat te kijken ben je ervan doordrongen dat je stukken uit een steen hebt gehakt en dat het resultaat is dat er niet een gat is ontstaan , maar een welving naar buiten. En dat geldt feitelijk voor al die mooie gepolijste stukken die je nu in het beeld ziet. Spiermassa ‘s. Rond en sterk vlees. Energie onder de huid die naar buiten stuwt. Lichtval die gevormd wordt door de plastiek die jij hebt aangebracht.
Dat is geen kattenpis. Je bent je bewust van de kostbaarheid van de steen, je hebt tenslotte zelf in de groeve dit blok uitgezocht en voor het transport gezorgd, helemaal van de kust naar Florence. En je bent je bewust hoe het nu verder moet, je moet heel langzaam en voorzichtig het eindstadium naderen waarin het beeld voltooid wordt. Van nu af aan telt elke slag van de hamer op een bijtel . Het is uitermate spannend en je weet dat je er bijna bent . Voor dat eindstadium heb je eigenlijk maar twee gereedschappen: geen beitels en hamers, maar je gevoel en je visie. Het gevoel komt eerst. Je voelt van binnen hoe het lichaam voor je zich spant en ontspant en zich bewust is van de wereld. Zich onvoorbereid en schuw opricht. Je wilt in deze kop die hier nog in ontwikkeling is, dat gevoel leggen van verbazing die elke ochtend met zich meebrengt en zijn besef van de onmogelijke snelle groei en doorleving van een dag, die zo kort voelt als het stadium tussen geboorte en overlijden. Vandaag lukt dat niet want je bent veel te veel afgeleid door allerlei onzin en besognes en je kop staat er niet naar. Zo zal het nog vele dagen gaan. Hoe zal het er uit zien als het werk gedaan is? Je kijkt nog even naar De Nacht, naar het Ochtendgloren en de Avondschemering. Bij hen is het tenslotte ook allemaal gelukt. Allemaal een kop die mag blijven. Een kop die het gevoel oproept waar ze voor staan.
![]()
Tombe van Lorenzo de’ Medici met de Avondschemering en het Ochtendgloren in de Sagrestia Nuova
(Foto By Rufus46 - Own work, CC BY-SA )Dat is het wonder: het lichaam ontwikkelt zich energiek naar jou toe, ondanks dat het ontstaan is door het wegnemen van materiaal. En nu ontstaat de echte ontmoeting. Je staat daar te kijken in de ruimte en je ziet hoe het beeld daar langs de wand, jou aan het opnemen is, niet visueel maar vooral met je hele bewust zijn. Hij neemt jou in zich op en stelt vragen aan jou. Niet: wie ben ik? Maar: wie ben jij? En dat doet hij doordat hij ruimte inneemt en aanwezig is in dezelfde kapel waarin jij je bevindt, nadrukkelijk aanwezig en onontkoombaar. Het maakt je bijkans verlegen en je weet niet goed hoe lang je hem in zijn oogkassen mag kijken.
Dit is de reden waarom er zoveel verschillende interpretaties zijn over de delen die niet voltooid zijn in de beelden van Michelangelo. Want het kan zijn dat deze kop nog niet voltooid is maar desondanks spiegelt hij jouw intens kijken. Dat kan ook de bedoeling of minstens de ervaring geweest zijn van Michelangelo zelf. Het voltooien van de kop kon wel even wachten. Het spiegelde al genoeg en het vroeg nog maar een ding: ‘maak mij zodat ik niemand afstoot’. En: ‘Ik ben de dag en ik ben er net. Als je mij vanavond ziet ondergaan zal ik een heel andere uitdrukking hebben dan die waarmee ik deze ochtend ben begonnen’.
Dat kan ik natuurlijk niet bewijzen en we zullen het ook nooit weten. Maar voor al die beeldhouwers na hem en voor al die duizenden mensen die door de kapel hebben gedwaald om deze beelden te zien, zal er zeker iets voelbaar zijn van die energie binnen in het beeld, die naar buiten dringt. Die aandringt op een echte ontmoeting. Zoals wanneer een wandelaar op straat jou tegemoet komt en je even indringend aankijkt. Hij loopt weer verder zonder iets te zeggen. Je voelt zijn aanwezigheid en je wordt zijn lichamelijkheid gewaar. Die lichamelijkheid deel je met hem zonder dat je hem meteen gaat besnuffelen zoals honden in het park dat doen. Je meet zelfs je eigen lichamelijkheid aan die van hem en vraagt je af, min of meer bewust, of hij jou interessant vindt en jij hem wel partij kunt geven.
Alle elementen van een echte ontmoeting spelen zich af hier in deze kapel, en een van de belangrijkste gewaarwordingen is, net zoals in het echte leven, dat geen mens hetzelfde is, en ook de personificaties niet ook al zijn ze naar de mens geschapen. En ze steunen ons geloof dat de eeuwigheid van het bestaan mogelijk is.
(Klik op de plaatjes voor een vergroting) :
Noten en fotoverantwoording


Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties