Zaalimpressie H’Art vanaf de overloop, foto Mandarte
Elf jaar geleden speelde het oeuvre van Constantin Brancusi een belangrijke rol in de tentoonstelling Framing Sculpture, in museum Boymans van Beuningen. Het bijzondere aan de tentoonstelling was het onderwerp: de fotografie die in het begin van de 20e eeuw nadrukkelijk werd gebruikt door 3 grote beeldhouwers. Constantin Brancusi, Medardo Rosso en Man Ray waren de beeldhouwers van wie beelden te zien waren, maar vooral veel foto’s.
Klik op de plaatjes voor een vergroting. |
Gemanipuleerde foto’s. Foto's die beelden inspireerden. Geen gewone registraties van de werkelijkheid, maar droom scenario's, meerdere malen bewerkt, tot vlakken vervaagd, over elkaar heen gedrukt in diverse lagen, de een nog duisterder, de ander nog schimmiger of transparanter, maar allemaal met hetzelfde doel: hoe kan mijn fotografie mijn beeldhouwkunst verrijken? Het opmerkelijke resultaat: foto’s als materiaal voor het werken in 3 dimensies. En zo werd een belangrijke overeenkomst niet de vorm maar het licht. Niet de massa, maar de atmosfeer. Het domein van het ding opengebroken om sporen toe te laten. Sporen van de verwondering die beeldhouwers brengt tot hun creaties. Sporen die nu vaak verward worden met het begrip ‘verhaal’. Maar beeldhouwers schrijven geen verhalen in de dingen die zij maken. Zij maken dingen uit de sporen van het licht, de sporen van een aanwezigheid, zomaar plotseling gezien of gevoeld in de aanraking van hun materiaal, sporen van wat zij ontdekken als zij door de zoeker van hun camera kijken, sporen die zij in honderdsten van seconden vastlegden om er daarna 1000 keer langer mee bezig te zijn. Sporen die in hun handen onvermijdelijk uitliepen op niet figuratieve, filosofische beelden, warmbloedig, onderzoekend, en altijd een verdraaiing van een levende werkelijkheid. Beeldhouwkunst niet als nabootsing van de wereld maar als een sprong in de diepte van het beeld, in de diepte van het licht, waar elke vlakke getuigenis oplost in een nieuwe aanwezigheid. Een aanwezigheid van ondenkbare vergezichten, per toeval gevonden en tot een onbenoembare ontstaan herleid. Analoge fotografie, barrietpapier in donkere kamers, ontsnapping aan gips, was en brons, onbedacht in deeltijden van een seconde, het nieuwe gereedschap. En lang voordat het belang van fotografie werd ingezien, iets wat wij ons nu niet meer kunnen indenken met ons altijd wakkere mobieltje op zak, voegden deze drie, opgewonden door de nieuwe uitvinding, hun gereedschapskist ermee, op zoek naar nieuwe en bijzondere vormen. Het leidde bijna logisch tot de typerende vereenvoudiging van Brancusi ’s vormen, wat men lange tijd ‘abstrahering’ noemde. Abstrahering in de zin van weglaten van afleidende details. Het is aannemelijk dat deze vereenvoudiging juist positief door de kunstenaar werd gevoeld. Door de eenvoudige hoofdvorm kreeg het licht meer kans om de intentie van het werk zichtbaar te maken. En bovendien leidt het niet naar de zogenaamde ‘kern’ van de betekenis, maar eerder tot een algemene betekenis die voor veel mensen geldt. Vermindering van individualiteit leidt tot brede geldigheid. |
|
![]() |
||
(Foto Framing sculpture niet geplaatst wegens auteursrecht) |
En is er nu de tentoonstelling Brancusi, The Birth of Modern Sculpture, een Roemeense kunstenaar, een tentoonstelling van een Nederlandse en Franse vrouwelijke curator, met een Engelse titel. “Zijn werk werd slechts één keer eerder in Nederland getoond, in Den Haag in 1970,” schrijft de website. Dat is dus niet helemaal waar. Foto’s van Gert-Jan de Rooij van de tentoonstelling Framing Sculpture in 2014 tonen dat duidelijk aan. (1) Trouwens toen ook al zo’ n Engelse titel. |
. |
Het is duidelijk te zien dat nu in H’Art Brancusi ’s beeldhouwwerk de hoofdrol speelt. De meeste foto’s die getoond worden zijn historisch, en gebruikt om de couleur locale te presenteren uit het Parijse kunstenaarsmilieu in die tijd, in het verhaal dat de tentoonstelling “de geboorte van de moderne beeldhouwkunst” noemt. Wat die geboorte precies inhoudt wordt niet beargumenteerd, Marcel Duchamp had er deel aan, Tzara en Man Ray, maar hun werken zijn onvergelijkbaar. En ik zou bij die geboorte ook zeker Picasso willen rekenen, en Umberto Boccioni en nog wel anderen die wij futuristen en surrealisten noemen. Maar het is beter dit soort vage termen te laten voor wat ze zijn, en niet al te veel kunsthistorische stromingen of benamingen te zoeken, maar vooral goed te kijken naar het werk. Want solotentoonstellingen als deze laten juist zo mooi zien waar de eigenheid van grote kunstenaars de typering van de zogenaamde stroming overtreft. De tentoonstelling is ingedeeld in een aantal onderwerpen van Brancusi, zoals portretten, dieren, vrouwen, kinderkopjes en zijn beroemde series kussen en eindeloze zuilen. En in al zijn onderwerpen de reductie van de vorm, zo sterk de boventoon voerend, dat je je afvraagt of het wel reductie van de vorm is, of juist de intensivering van een privaat zelf. |
||
Absoluut een van ontroerendste en intrigerende werken is La Princesse X. |
||
![]() Constantin Brancusi, (1876-1957); Princesse X (1915-1916); Nalatenschap van Constantin Brancusi in 1957. Collection Centre Pompidou, |
||
Gelukkig heeft deze tentoonstelling overal genoeg ruimte om de sculpturen heen, zodat je de meeste van alle kanten kunt bekijken. Dit beeld veroorzaakte een schandaal, omdat Picasso, of ook Matisse, uitriep: “Aha, daar is de fallus”. Als dat al zo gezegd werd was, het is een enorme misvatting. Neem de middelste foto, die je het meest in alle bronnen ziet. Alleen daarin is hij altijd iets meer gedraaid, zodat hij rechtop lijkt te staan. Maar nu is de verrassing dat de prinses een buitengewone, elegante draai maakt met haar iets neigende eivormige hoofd, boven haar wijkende, lange nek. De foto rechts laat zien dat zij geen ineenstortende fallus met maar een balzak is, maar in haar draaiing boven haar sterke, buigende hals die rug wordt, aan een zeker beschouwing ten prooi is. Waar het trappetje naar toe leidt is Brancusi ‘s geheim. En als we verder doorlopen naar de andere kant, en dat kan ik op de foto’s niet laten zien , begrijpen we dat de vorm nu pas voltooid is, door de verfijnde, subtiele draaiing in haar buiging, zoals alleen vrouwen dat in werkelijkheid kunnen. Bescheidenheid heeft plaats gemaakt voor een raadselachtige aanwezigheid, waar de prinses zichzelf over lijkt te verbazen. Haar houding zal ze niet lang volhouden. Er is een beweging gaande, niet ingegeven door een constructivistische, vaak intellectueel denkende beeldhouwer, maar als teder resultaat van een doorvoelde zoektocht. Picasso of Matisse of niet, de prinses mag zich gelukkig prijzen. En natuurlijk, de hele vorm in zijn totaliteit heeft verwantschap met de fallus, en misschien staat zij daarom op zo’n klein blokje te wankelen, maar meer dan een suggestie is het niet. Het doet eerder denken aan van die ballonnensculpturen van Jeff Koons, maar die was er toen nog niet en heeft zich misschien wel door deze prinses laten inspireren. |
||
Ga kijken. Er is nog zo ontzettend (letterlijk) veel te zien. Er is zo veel steen en gips en hout en robuustheid en tegenstelling tussen ingeving en uitvoering, alleen al het spel met de sokkels, met de beelden die sokkels worden en de sokkels die beelden blijken te zijn. Doe in ieder geval twee volle ronden. Laat jezelf tot verstilling brengen, tot het besef dat je hier niet naar zomaar beelden loopt te kijken, maar je bewust wordt van de onvermoede kracht van de echte kunst, van zo’n zeldzame maker die maakt wat hij is en is wat hij maakt. |
||
Brancusi, The Birth of Modern Sculpture, nog t/m 18 januari 2026 in H’Art Amsterdam | ||
Eindnoten en fotoverwijzing (1) Zie ook de website: https://artblart.com/2014/05/08/exhibition-brancusi-rosso-man-ray-framing-sculpture-at-museum-boijmans-van-beuningen-rotterdam/Alle foto’s © Mandarte (2025) tenzij anders vermeld. |
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties