(Leestijd: 2 - 4 minuten)
kano rechts achter   De rijkdom van Arte Povera,  heet de tentoonstelling in Museum Kröller-Müller, die nog duurt nog tot en met zondag 7 april 2013.
Vanaf de eerste zaal is die rijkdom pure beeldende schoonheid in spierwitte, van alle smetten gezuiverde ruimten. ‘Povera’ in de meest eigenlijke zin van het woord: zonder opsmuk en zonder verhullende symboliek. Elk beeld richt zich rechtstreeks tot de toeschouwer. Die ondergaat hoe het voelt om de vloer te delen met een beeld, hoe het beeld energie opwekt in zijn lichaam en de zaal een podium wordt waar hij  rond doolt, gedreven door het beeld.
Canoa di Otterlo
1986
Gilberto Zorio
triplex, hout, staal, verf,
lak, rubbers,
verkoperd staal, kopersulfaat,
glas
  Nooit eerder ontmoette ons lichaam zó treffend het materiële beeld als tijdens deze periode in de jaren 70 van de twintigste eeuw.De tijd waarin energie het toverwoord was voor de bezieling van ons lichaam als huis van de geest. Energie als synoniem voor geestkracht.
anselmo   Het Kröller-Müller Museum bezit een rijke collectie, intussen internationaal gewaardeerde Arte Povera kunstenaars: Giovanni
Anselmo, Luciano Fabro, Jannis Kounellis, Mario Merz, Giulio Paolini, Giuseppe Penone, Michelangelo Pistoletto en Gilberto Zorio. Deze laatste is misschien de meest onbekende, maar samen met zijn vriend Giovanni Anselmo ongetwijfeld de meest alchemistische.
Senzo titolo
(struttura che mangia)
Giovanni Anselmo
Graniet en sla
h = 80 cm
1968
(niet in de tentoonstelling)
  Dat uit zich in hun ‘bio-energetische’ werken, zoals Anselmo’s stenen met een krop sla en Zorio’s kano met geoliede speer. Onvergankelijke natuursteen opengebroken door de energie van groente in ontbinding en de ijle, snelle kano - op ooghoogte opgehangen aan staaldraden - in de vlucht ingehaald door een Olympische werpspeer.
     
oliefles detail 150w  

De alchemie van Anselmo’s trage krop sla vindt een antwoord in het retort met olie dat de supersnelle speer van Zorio met olie voedt.
De zaaltekst zegt: 

In Canoa di Otterlo (1986) symboliseren de kano en de speer het menselijke verlangen om vat te krijgen op het kosmische. Als een verlengstuk van het lichaam doorklieft de kano het water en de speer het luchtruim, met de grootst mogelijke snelheid op weg naar een denkbeeldig doel. Canoa di Otterlo is zo te lezen als een droom waarin je een glijvlucht maakt door tijd en ruimte, hangend in het luchtruim.

     
Mooie woorden. Maar laten we nog even met beide benen op de grond blijven en ons afvragen waar dat gevoel vandaan komt, die verstilling in onszelf die ons als heimwee omhult, die drukkende gewaarwording van ongerijmdheid, de oorzaak van ons talmen in dit getemperde licht. Wat in hemelsnaam heeft deze mens bewogen toen hij dit beeld maakte?

Wat stelde hem in staat een speer te voeren door een zelfgebouwde  kano, een glazen oliefles te laten uitmonden in een speer, een helmachtige zitting te lassen op een boord en een werpspies die trillend door de lucht klieft te vangen in een stilgezette beweging, die door de boot wordt vastgehouden. Waar vandaan komt onze ervaring van schoonheid bij het zien van dit wrede treffen? Waarom genieten wij van de absurditeit van deze ‘droom’?

Zorio:
‘Energy
is the possibility of filling an emptiness,
the possibility of emptying a fullness,
is the possibility of planning
past, present and future,
is the possibility of rendering operative
the conscious and unconscious
function of language.

 
kmm kanoindebomen 150w   Hier binnen in de tentoonstelling is de kano nog indrukwekkender dan tussen de bomen buiten waar hij voorheen hing. De speer is dichtbij en de ophangpunten van speer en boot benadrukken het wankele evenwicht: zonder deze kabels zou de boot noch in het water, noch in de lucht overeind blijven.
     
museumzaal 150w   De staalkabels verbinden dit beeld in de zaal met het gezeefdrukte grid op het beeld  Pericolo di morte (Levensgevaar) van Michelangelo Pistoletto, waarin we tegelijkertijd zijn Venere degli stracci (Venus van de vodden) weerspiegeld zien, terwijl het diagonale doet denken aan het stalen net van Luciano Fabro’s ‘dubbele gezicht van de hemel’, dat buiten in het bos hangt.
     
kmm fabro 01   La doppia faccia del cielo  1986
Luciano Fabro
Marmer, staalnet, rvs
Otterlo, Kröller-Müller
     
Het museum overtreft zichzelf, zaal na zaal, door de uitgewogen inrichting waarin deze oerbeelden een nieuwe relatie aangaan met elkaar. Museaal betekent hier: met ontzag en met gevoel. Ontzag voor de enorme kracht van elk beeld en gevoel in het samenbrengen van ongedachte, maar zinvolle samenhangen. En ja, je moet er heen, want schoonheid van ontzag en gevoel kun je alleen ervaren in de aanwezigheid van de sculptuur.
 
zaal4 540w
 
zaal2 540w
 
zaal3 540w

1000 Resterende tekens