img 7050bwweb

 

 

Kunstwerk voor de bajes

Zonder titel
Coen Vernooij
Staal 240 x 40 x 40 cm
witte poedercoating

 

Coen Vernooij schenkt eigen sculptuur aan de  'Penitentiaire Inrichting' Vught

(Hier volgt de rede die ik - ongeveer - uitsprak toen Coen Vernooij zijn sculptuur aanbood aan de Penitentiaire Inrichting Vught)

Dames en Heren,

     

Dit werk heeft geen titel. Hoe zou het ook moeten heten? Het is veel te ingewikkeld om in één woord of één zin te vangen. Dat is wat ik hier zal proberen toe te lichten.
Wanneer je het beeld voor het eerst ziet, lijkt het gewoon te simpel voor woorden. Ik heb het al gezien. Ja, ja, een paar stangen en dat is het. Helemaal open. Kun je het eigenlijk wel een beeld noemen? Voor een beeld heeft het heel erg weinig body.
Laten we er eens voor gaan staan. Je ziet een vierkante zuil, die helemaal leeg is en alleen maar bestaat uit de randen van de hoek. Alsof de zuil tussen de randen vandaan is gehaald.
Dat is grappig. Je zou kunnen denken aan de standbeelden van vroeger, die van steen, en je dan voorstellen hoe de beeldhouwer heel voorzichtig alle steen tussen de randen had uitgehakt, zodat alleen de buitenste hoeken nog bleven staan. Mogelijke titel: Lege Steen. Oh, wat eng. Eén klapje te veel en het ding breekt. Nee dan is het maar goed dat deze van ijzer is.
Misschien is het geen ijzer. Dat laat ik even in het midden. Ik weet niet zo veel van ijzer en staal, behalve dan dat staal harder is, en beter grote overspanningen aan kan. En dat je het goed kunt lassen. Coen Vernooij noemt het staal, dus dan is het staal. En dat hij kan lassen kun je zien, want het materiaal is op de laspunten nauwelijks dikker dan de buis zelf. Daaraan herken je de goeie lasser: op de plekken waar het materiaal aan elkaar wordt gelast, smelt het materiaal zelf in elkaar en hoeft er maar weinig aan toegevoegd te worden.
Dat het gelast is, is belangrijk. Het wil zeggen dat Coen als een soort ingenieur van te voren heeft bedacht wat hij wilde doen, en dat vervolgens ambachtelijk perfect is gaan uitvoeren. Er is weinig aan het toeval overgelaten, dat wil zeggen, in de einduitvoering. Daarvoor, in het stadium van ontwerpen was eigenlijk nog alles mogelijk. Er was geen beperking van een steen waar iets uitgehaald moest worden. Er was de mogelijkheid om uit losse materialen iets op te bouwen. Alleen de hemel was de grens.

img 7042bwweb   Ik heb het hiermee al gezegd. Het is geen stenen beeld dat tot stand is gekomen door steen weg te hakken, maar een stalen beeld, dat tot stand is gekomen door metalen staven tegen elkaar te lassen.
Geen probleem: je legt twee lange staven op de grond, bovenaan een korte ertussen en onderaan ook, en hup, de brander erop. Resultaat, een mooi, rechthoekig open kader. Als de lange staven tenminste even lang waren, en de korte ook, en de hoeken zuiver haaks werden uitgezet. Als het eenmaal lukt, moet het leuk werk zijn om te doen.
Nu ontstaat er een klein probleem. Je wilt de hoek om. Dus dat er een korte staaf tegen de achterkant komt van de lange, boven en beneden, en dan weer een lange tegen die twee korte. En nu ontstaat er iets vreemds, wat alleen maar kan door te lassen. Omdat de staven niet tegen elkaar aan worden geschroefd is niet meer duidelijk, wie draagt. Ze zijn allemaal gelijk en het lijkt een lijn, zoals je die tekent op papier, maar nu in de ruimte getrokken. Als je voor de hoek gaat staan, die gemaakt is doordat er aan de achterkant van het eerste kader een nieuw kader is gelast, hoort de hoek opeens bij alle twee de kaders, zonder dat hij dikker wordt. Is nu de helft van de hoek van het ene, en de andere helft van het andere kader? Is nu de rand van het kader eigenlijk gehalveerd? Opeens kun je niet meer beslissen bij welk kader de hoek hoort: hij is van allebei tegelijk.
Het zegt nogal wat dat je niet gemakkelijk kunt beslissen wat er eerst was: de staande kaders of de liggende vierkante kaders die de top en de bodem vormen. Misschien zijn ze wel voortgaande werk ontstaan, maar dat is dan wel ontzettend nauwkeurig gebeurd, want het lijkt bijna machinaal tot stand gekomen. Dat lijkt zo maar is niet waar, want de hoekpunten waar gelast is, zijn telkens net even iets anders. Handwerk dus.
     
Wat opvalt is dat het beeld geplaatst is op een natuurstenen plaat, gewoon op de grond, en daarmee staat het dus in onze wereld. Bovendien is het daardoor van onderen dicht, maar boven is het open. De kunstenaar heeft het beeld niet echt een sokkel gegeven, maar een stabiliteit van onderen en een afsluiting. (dat had hij ook anders kunnen doen).
 

Was het maar zo eenvoudig dat we nu, met de beschrijving van vier staande kaders en twee liggende vierkante kaders, klaar waren. Maar dat is niet zo want er blijken nog meer kaders aanwezig te zijn. Als je zo ongeveer in het midden naar het beeld kijkt terwijl je schuin tegenover de hoek staat, zie je namelijk drie staven op gelijke afstanden van elkaar, aan weerszijden evenwijdig en op gelijke afstanden van de hoekstaaf. Daar is ook weer iets mee aan de hand: ze lopen niet helemaal door tot onder en boven, maar houden ergens, op een mooie afstand van de top en bodem op.

 
cv pi beeld 003   Om het overzichtelijk te houden kijken we eerst naar deze zijde. Laten we zeggen: dit is de voorkant. De voorkant omdat er binnen het bestaande kader een hangend kader is aangebracht, dat een eindje boven de bodem eindigt. Als je aan de zijkant gaat staan, zie je dat het hangende kader de hoek om gaat, tot precies in het tegenoverliggende kader. Het is dus niet een hangend vierkant maar een hangend rechthoek kader. Net zo open als het buitenste vierkante kader en net zo transparant.
     
cv pi beeld 002   Was het maar zo eenvoudig dat er binnen het staande vierkante kader een rechthoekig hangend kader aanwezig was. Maar zo eenvoudig is het niet, want als je aan de zijkant gaat staan zie je dat er een staand rechthoekig kader is gelast, even groot als het hangende, haaks ten opzichte van het hangende kader.
Dus binnen de eerste, open vierkante zuil zijn twee rechthoekige kaders haaks op elkaar aangebracht, waarvan de een afhangt uit de top van de vierkante zuil en de ander ontstaat uit de bodem van de vierkante zuil.
     

Dit is dus, in tegenstelling tot de schijnbare eenvoud, erg ingewikkeld. Er is een rechthoekig kader verdubbeld en om de hoek en naar boven toe gespiegeld door een tweede kader. Beide rechthoekige kaders bevinden zich precies binnen en op de rand van het omsluitende vierkante kader. Als je alleen maar woorden had om deze ingewikkelde constructie te beschrijven, en geen foto’s of video, en niet het beeld zelf, als je dit dus even telefonisch door moest geven, zag de ontvanger van het bericht waarschijnlijk iets heel anders voor zich, wat hier niet op lijkt.

 
Bovendien betrappen we Coen Vernooij, als we goed kijken, op een subtiel maar belangrijk verschil in de rechthoeken: van de staande rechthoek is op de bodem niet de hele omtrek gegeven, en van de hangende rechthoek evenmin de hele rechthoek in de top. Door het weglaten van de langskanten van beide horizontale rechthoeken wordt de vierkantheid van basis en top van het beeld benadrukt. Het midden krijgt een extra accent omdat daar op alle hoeken drie verticale staven evenwijdig aan elkaar lopen.
 

Ik heb nog steeds geen goede titel kunnen bedenken. 3 in 1 klopt niet, vierkant en rechthoek is te mager, de top is niet de basis, of de ene zijkant is de andere niet, werkt ook al niet. Dit beeld kan misschien niet zonder taal, maar de taal kan zeker niet zonder dit beeld.

Ook over de maatvoering is veel te zeggen. Wij meten een standbeeld altijd naar ons eigen lichaam. Dus vinden we een beeld groot als het boven ons uitsteekt en klein als wij er op neer kijken. Maar hier kijken we er recht tegenaan. Coen heeft het op de grond gezet, zodat het deel uitmaakt van onze eigen wereld, en niet op een sokkel. Het is wel 240 cm hoog, dat wil zeggen zo’n 60 cm hoger dan de gemiddelde mens, en daarom lijkt het hoog. Maar het is 40 cm in het vierkant en dat is weer krap vergeleken met onze eigen omvang.
Ons lichaam vertelt ons dat we er wel in zouden kunnen staan, in die 40 x 40 cm. We zouden dan even over de rand in het hangende kader moeten stappen, om te ontdekken dat die rechthoekig was, zeg zo’n 40 x 30 cm en het dan wel krap werd. Onze schouders zouden slechts in één richting passen. En of we er nu in zouden willen stappen of niet, ons lichaam vertelt ons toch wel wat de barrières zijn, of we dat nu willen of niet. Ons bewustzijn is niet tegen te houden.

 
Waarom ziet dit beeld er zo uit als het eruit ziet? Wat kan het voor ons betekenen? De Franse filosoof Roland Barthes is er van overtuigd dat wij niet alleen zien wat we zien, maar er ook meteen een extra, tweede betekenis aan hechten. Dat maakt ons tot mensen. Wij brengen altijd onze eigen interpretatie mee als we naar kunst kijken, ons eigen verhaal.
Ieder van ons ziet hier niet alleen gelaste kaders, maar ook een zuil, of een hek, of desnoods een kooi. Kortom, iets dat ruimte omsluit en die ruimte binnensluit, alsof het die ruimte binnen moet houden. Maar tegelijkertijd is het zo open en transparant dat het beeld ook de ruimte van buiten toelaat naar binnen, en van binnen naar buiten. Toch is dit beeld niet bedoeld om iemand of iets  binnen te sluiten, of te beschermen tegen gevaren van buitenaf. Het is niet geschikt als kooi.
 

Het beeld zet je in beweging, want je kunt het niet vanaf één kant goed overzien, dus je moet er om heen draaien om de verschillen te kunnen zien tussen de vier zijden en iets te snappen van de ingewikkelde ruimtes.

 
Als je er om heen draait merk je ook dat het beeld om afstand vraagt. Je gaat niet in de eigen ruimte van het beeld staan, want je hebt respect voor de ruimte die het beeld vraagt. De ruimte die het beeld inneemt, is groter dan het beeld zelf. Net zoals twee mensen die met elkaar praten niet op elkaars tenen gaan staan, maar hier in het westen al gouw een afstand van zo’n 60 centimeter ten opzichte van elkaar in acht houden, blijf je onwillekeurig op enige afstand. Die respect-afstand tot de ander is cultureel bepaald, in Japan is het meer dan een meter. Ook het beeld dwingt respect af en houdt ons op zekere afstand.
 

Maar het beeld gaat wel over binnen en buiten en over hangen en staan. Het gaat over dicht en open. Het is aan alle kanten evenwicht, zo zuiver, dat het verwarrend is om te zien. Je drentelt er wat om heen en bent nieuwsgierig naar wat daar binnen is, naar die ruimte die wel leeg lijkt, maar niet leeg is, want als die leeg was, hoefde die niet vastgehouden te worden binnen de gelaste kaders.
Een kader, haaks op een ander kader, binnen een gekaderde ruimte. Er is altijd uitwisseling tussen binnen en buiten, de een beïnvloedt de ander, en die heeft weer invloed op de volgende. Er is altijd de wens om er buiten te treden, en tegelijk om ‘buiten’ naar binnen te halen. Binnen kan geborgenheid zijn, maar ook beperking. “Dat wil ik wel met mijn beeld duidelijk maken” zei Coen tegen me, “die tweeslachtige tegenstrijdigheid die er altijd in de bajes is”. Hij zei het niet met die woorden precies, ik kan ze me niet goed meer herinneren, maar ik hoop dat ik dat goed van hem begrepen heb.

 
img 7046bwweb  

Dat zou je zo maar even niet zeggen, als je naar dit beeld kijkt. Dat het gemaakt is door een beeldhouwer die zó mensgericht is, dat hij niet als een Michelangelo een mooi lijf uit steen hakt, maar een stelsel van kaders bouwt waarin de ruimte wringt. Waarin het afgebroken verhaal van de mens centraal staat. Waarin veel meer menselijks te ervaren valt, dan in welke  lichamelijke nabootsing dan ook.

Coen Vernooij heeft er vandaag heel wat jaren opzitten in gevangenissen en gaat nu met pensioen. Hij werkte als docent beeldende vorming en muziek onder andere in Almelo, Zutphen, Tilburg en de laatste 13 jaar hier in Vught. Hij is in feite een mensen-mens. Hij bloeit op van het avontuur, dat mens zijn onder de mensen is. ‘Wat ik feitelijk geleerd heb in de bajes” zei hij tegen me, “is dat ieder mens uniek is, iedereen is anders. Er is geen afdoende recept om met mensen om te gaan, je moet het met ieder weer opnieuw uitvinden”.

Ik feliciteer op de eerste plaats Coen met zijn pensioen maar vooral met dit buitengewoon betekenisvolle beeld dat hij heeft weten te maken. En natuurlijk feliciteer ik de P.I. Vught met deze prachtige aanwinst.
Ik dank u wel.

 

 

 

1000 Resterende tekens