plensa1Yorkshire Soul I, 2010
Jaume Plensa
IJzer (?), meer dan levensgroot (h = ca.2 m.)

Een van de plekken die wij nooit overslaan tijdens ons bezoek aan Beaufort, ook al ligt het iets verder van de kust, is de kloosterruïne van Abdijmuseum Ten Duinen in Koksijde. Kunnen deze namen nog Vlaamser? We zijn nog steeds in de 'Westhoek' waar beeldhouwer/zanger Willem Vermandere het lied Blanche en zijn peird componeerde en zong. In dat lied wordt de Westhoekse tijd voelbaar. Blijf vooral even hangen op http://willem-vermandere.be/ en luister naar zijn liederen en zie de foto's van zijn werken: dit is de geest die we hier gaan ontmoeten.

plensa2

Van de ruïne van de Cisterciënzer abdij is niet veel meer over, op een paar lage muren na, naast de zijbeuk opzij van de voormalige, enorm grote kloosterkerk. Daar kom je wanneer je eerst de nieuwbouw van het museum hebt getrotseerd en daarachter in een korte laan het dagelijks leven van je hebt afgeschud. Nu ben je rijp voor echte mijmering. Daar houden de Cisterciënzers van. Lees maar wat er staat op de homepage van de abdij Sion bij Deventer: 'In de traditie van de cisterciënzer orde is veel geschreven. De cisterciënzer bibliotheek is van een onafzienbare grootte. Uit die overvloed aan wijsheid putten we hier enkele emmertjes.' Alleen al in die zinnen herken je de mengeling van trots op wat is voortgebracht en relativerende humor waarmee alles wordt bestreden, wat zich te groot voordoet. Intussen zijn we aan het begin van de oude kloostergang beland en ontwaren aan het eind een sculptuur. Onze stemming is sereen en met achting voor de historie betreden we het pad.

plensa3

Dichterbij gekomen zien we de contouren van een zittende figuur. Hij is geplaatst op een grote, ruwe, oude steen. De onderste contour loopt iets uit, alsof de figuur in een pij gehuld is, die afhangt op de steen. De armen zijn gevouwen om de opgetrokken knieën. Wacht, we gaan even kijken van opzij, dan wordt het beeld iets duidelijker.

plensa4

Deze doorschijnende figuur zonder gezicht is volledig opgebouwd uit platte tekens. Misschien zit hij te mediteren, of misschien zit hij te luisteren naar zijn geliefde muziek: ‘Yorkshire Soul’. We gaan nog dichterbij, maar dan wel met respect, aan de achterkant:

plensa5

Er zijn letters en symbolen uit allerlei talen en alfabetten. Die zijn aan elkaar gesoldeerd zonder leesbare woorden of teksten te vormen. Deze figuur is uit tekens opgetrokken die uit elkaar zijn gevallen en een nieuwe samenhang vormen. Juist dat is de 'betekenis' waaruit deze figuur opnieuw geboren wordt: . Een van de bronteksten van de Cisterciënzers luidt: ‘Vooral door hun lectio divina waaraan zij zich trouw op welbepaalde uren wijden, ontwaken monniken en monialen tot geloof in Gods aanwezigheid in hen en rondom hen. Op die manier wordt lectio die leidt tot meditatie, gebed en contemplatie, bron van voortdurend gebed en leerschool in de beschouwing.’ Hier blijkt dat dit aandachtig en indringend lezen niet alleen aan monniken is voorbehouden: ook wij lezen beschouwelijk dit beeld dat daarvoor gemaakt lijkt.

plensa6

Het is niet zo dat de kunstenaar religieuze beelden maakt, of deze Yorkshire Soul speciaal voor deze abdij heeft ontworpen. Maar soms vallen beelden en de materialen waaruit ze bestaan precies op hun plaats. Hier is dat het geval: de combinatie van de historische abdijgrond, een transparant lichaam, een niet-individueel gelaat, de werking van het licht en de mogelijkheid om talloze woorden en zinsconstructies te vormen, die combinatie is hier perfect neergestreken. We zetten ons nog even op een steen en genieten van de stilte. Ach, hoe heerlijk moet het zijn te leven als trappist. Mag ik nog zo’n glas Westmalle, alsjeblieft?

1000 Resterende tekens