Angel1

Aan de 1e Constantijn Huygensstraat in Amsterdam ligt een nieuw gebouw. Wanneer je het vanaf enige afstand  ziet valt  op dat er iemand boven op een ladder staat, een eindje buiten de gevel, boven de straat.

 

Angel2

Dichterbij gekomen ontwaar je een opstelling van twee ladders, die samen een derde ladder vasthouden  waarop de figuur staat. In plaats van tegen het gebouw aan, zoals normaalgesproken ladders van glazenwassers of schilders tegen een gebouw aan leunen, beginnen beide ladders op een plint boven de entree en steken naar buiten, van het gebouw af. De derde ladder, die waarop de figuur staat, is korter en begint op het platte dak van het gebouw.

Angel7

Hij wordt aan weerskanten vastgehouden door beide lange ladders, die op hun beurt weer worden vastgehouden door korte  ladders die op verschillende plaatsen aan de gevel vastzitten. Twee lange steunen aan de binnenkanten van de beide lange ladders schragen de middelste hoge ladder, zodat die schuin omhoog de lucht in steekt.

Angel6

De hele samenstelling oogt ijl, maar is bij nader inzien opmerkelijk stevig door de strakke volumes die scherp afsteken tegen het gebouw en de lucht.

Angel5

De figuur die op de ladder staat houdt zich nergens aan vast, en staat met naar boven uitgestrekte handen boven de straat, alsof het geen enkele moeite kost om zo op een schuine ladder staan. Hij moet wel veel zelfvertrouwen hebben. De figuur, zo uit de verte waarschijnlijk een man, doet niets anders dan omhoog reiken.

fabre 002 W150

Hij is niet met iets bezig, zoals bijvoorbeeld Jan Fabres beeld een eindje verderop, die nog steeds de wolken aan het meten is.  Hij is ook niet zo glanzend, en niet zo gemakkelijk in evenwicht.

Angel3

Hij houdt zijn armen min of meer gereed om iets op te vangen, maar niet al te gretig, eerder afwachtend. Net als Fabres beeld is dit een gewone man, geen held of Griekse god, of symbolische Rodin, maar een gewoon mens uit onze eigen tijd, in onze eigen kleding, zoals wij allemaal zijn, we zouden hem kunnen zijn.
Dan waren we eerst op het dak geklommen, misschien via een trap binnen in de vide van het gebouw, en dan vanaf het dak  rechtoplopend op de ladder naar boven. Telkens een sport onder een voet, sport na sport, voet voorbij voet, tot de een na laatste sport. En dan hieven we onze handen op. Of we waren buiten langs de gevel op de plint geklommen, vanaf het zadel van onze fiets, en dan over de linkerladder omhoog, wat een grote afstanden tussen de sporten, tot de kruising met schuine ladder, en dan waren we daar op de middelste ladder overgestapt. En dan stonden we daar nu, aan het eind van de middelste ladder, met opgeheven handen. Met het gevoel van de oneindige ruimte om ons heen, de wind die langs onze oren raast, de regen bijtend in ons gezicht. Totale vrijheid. Niets hoeven. Niets doen. Alleen zijn in de ruimte.  Alleen zijn. Alleen met je eigen lichaam, zonder steun licht deinend op de aluminium tree. Wachtend op een uitgestoken hand van boven, of totdat er iets in je armen valt, dat om te leven belangrijk is.

Om zo te durven staan moet je vertrouwen hebben in de opbouw. De ladder onder je moet op het dak geborgd zijn, zodat het eind waarop je staat niet als het zwaarste eind van een hefboom naar beneden klapt. Want de twee lange steunen lijken precies onder het middelpunt te zitten van de ladderbomen, en je eigen gewicht werkt als zwaarste punt. Maar ook moet de ladder links en rechts zo bevestigd zijn, dat hij niet scheef zakt als je iets buiten het midden staat van de laddersport. Nu is het extra nut duidelijk van de twee opgaande lange ladders: ze voorzien in extra steunpunten achter de twee lange steunen waardoor ze de middelste behoeden tegen zijwaarts wegkantelen.
Om zo te durven staan moet je vertrouwen hebben in jezelf. In je voetzolen die je gewicht moeten dragen op de smalle sport. In je rug en schouders die je recht overeind houden en de spanning dragen van je opgeheven armen. In je evenwicht dat deze hele buitengewone stand mogelijk maakt.

Angel8

Om zo te durven staan moet je vertrouwen hebben. Dat er wel iets of iemand komt die je uitgestoken handen zal vastpakken of vullen, iets dat deze hele klim de moeite waard heeft gemaakt.

Alles in dit beeld gaat over balans. Evenwicht van de ladders, evenwicht van de figuur, evenwicht van het totaal tegenover het evenwicht van de twee bouwvolumes die aan elkaar verbonden  zijn door een glazen tussenbouw. Waarin precies in het midden een spiegelbeeld van het beeld. Het evenwicht van buiten naar binnen gekeerd. Symmetrie en balans, zo zegt het beeld, is belangrijk. Vertrouw op het evenwicht.

Er is al heel wat over het beeld geschreven. De angst dat het zelfmoord zou stimuleren wordt door velen niet onwaarschijnlijk geacht. Dat komt omdat het zich bevindt aan de nieuwbouw van een van de Mentrum klinieken. De website van mentrum zegt het volgende:

Mentrum is er voor volwassenen met langerdurende, complexe psychiatrische en verslavingsproblematiek. Daarbij bieden wij specialistische behandeling voor ouderen. Mentrum werkt vanuit een herstelvisie. Wij richten ons in de eerste plaats op medisch herstel: de afname van klachten en symptomen. Tevens ondersteunen we cliënten bij hun inzet om het leven opnieuw inhoud en richting te geven, met aandacht voor problemen op alle levensgebieden. Wij gaan uit van de mogelijkheden van de cliënt, met respect voor zijn of haar beperkingen. Mentrum helpt cliënten zichzelf te helpen. De naastbetrokkenen van onze cliënten zijn daarbij een belangrijke partner

en verderop, bij het adres van deze kliniek staat:

Welkom in Mentrum Kliniek 1e Constantijn Huygensstraat; Kliniek 1e Constantijn Huygensstraat is een psychiatrisch ziekenhuis voor mensen met ernstige psychiatrische problematiek. U kunt hier worden opgenomen als u door psychiatrische problemen tijdelijk extra hulp en/of ondersteuning nodig heeft. Het betreft hierbij in de meeste gevallen problemen van psychotische of depressieve aard. Er wordt gestreefd naar een opnameduur van enkele dagen tot maximaal 3 maanden.

Juist hier lijkt het beeld goed op zijn plaats. Want het roept niet op om naar beneden te springen, maar om balans te vinden door met overgave hulp te aanvaarden, ook al moet die vanuit de hemel komen. Hulp waarvan niet duidelijk is hoe die eruit ziet, of het de hand zal zijn van een engel, of een engel zelf, of een pakketje dat zomaar opgevangen wordt. Symboliek genoeg: de terugweg hoeft niet aanvaard te worden, de moed om de opgang vanuit de diepte in gang te zetten brengt als resultaat de hemel zelf.

1000 Resterende tekens