Als er ooit een briljante lezing over beeldhouwkunst is gehouden, dan is het wel die, welke Rainer Maria Rilke uitsprak over Rodin in Parijs in 1907. Hij schrijft er een voorwoord bij waaruit blijkt dat Rodin op dat moment nog helemaal niet de roem had die hij nu heeft. Er waren nog niet zoveel mensen die zijn werk kenden.

Rilke begint met een fantastische vondst: hij vertelt zijn publiek dat hij voorlopig niet gaat verklappen over wie de lezing gaat. Hij vraagt de luisteraars om zich hun jeugd te herinneren, en niet alleen hun eigen jeugd maar vooral alle dingen die bij de jeugd horen. Dat is belangrijk zegt hij omdat hij zich realiseert dat hij eigenlijk niet over mensen moet praten, maar over dingen.

"Een van die dingen zou een klein stukje hout geweest kunnen zijn, zo zegt Rilke, dat bereid was voor u alles te betekenen, het maakt u met duizend dingen vertrouwd, doordat het duizend rollen speelde, Dier was en Boom en Koning en Kind en toen het er niet meer was, was dat er allemaal. Dit iets, hoe waardeloos het ook was, heeft uw betrekkingen met de wereld voorbereid, het heeft u bij de gebeurtenissen betrokken en onder de mensen gebracht en meer nog: u heeft met dat ding, met zijn aanwezigheid, hoe het er ook uitzag, met zijn uiteindelijk stuk gaan of zijn raadselachtig om te glijden, al het menselijke meegemaakt, tot diep in de dood toe.

U herinnert het zich nauwelijks meer en u bent er zich zelden van bewust dat u ook nu nog dingen nodig heeft die, evenals die dingen uit de kinderjaren, op uw vertrouwen wachten, op uw liefde, op uw overgave."

In het vervolg van zijn lezing vertelt Rilke waarom dingen belangrijk zijn en hoe dat zou kunnen komen. Wij begrijpen intussen dat als hij ‘dingen’ zegt, dat hij spreekt over voorwerpen, drie dimensionale vormen in onze ruimtelijke werkelijkheid. Vanaf de oudste tijden, gaat hij verder, hebben mensen voorwerpen gemaakt als werktuigen en vaatwerk. Maar tijdens al dat maken is er ooit ook wel eens iets tevoorschijn gekomen dat geen functie had, maar waarvan de mens geen afscheid kon nemen en dat hij dus heeft laten bestaan. Opeens begreep men, zegt hij, dat er dingen gemaakt konden worden die alleen maar bestonden om te bestaan. Hij noemt het:

"Pogingen om uit het menselijke en dierlijke dat men zag, iets niet mee-stervends te vormen, iets duurzaams, iets hogers: een ding. Wat voor een ding? Iets moois? Nee. Wie zou geweten hebben wat schoonheid is? Iets dat op iets leek. Een ding waarin men herkende wat men liefhad en wat men vreesde, en het onbegrijpelijke in dat alles."

Dat ik hem hier zo uitgebreid citeer is omdat ik nooit een mooier omschrijving heb gevonden van het belang dat dingen voor ons hebben. In zijn betoog benadrukt Rilke verder, en dat is een logisch vervolg op het begin, dat schoonheid niet gemaakt kan worden. Niemand heeft ooit schoonheid gemaakt. Het is duidelijk dat hij dit betoog moet houden om de mensheid voor te bereiden op de beeldtaal van Rodin.

Rilke geeft vijf voorbeelden van dingen die Rodin gemaakt heeft, waarbij het om iets anders dan schoonheid gaat: man met de gebroken neus, jongeling, lopende man, burger met de sleutel, Eva, innerlijke stem. En vervolgens noemt hij er dan nog terloops een aantal, uit de honderden sculpturen die Rodin gemaakt heeft.

Het gaat Rodin niet om het individuele maar om het algemene: hij maakt geen portretten als zichtbare gelijkenis. Hij is zich ervan bewust dat alle individuele lichamen verschillend zijn. Geen hand is hetzelfde, geen oog, geen gezicht. En dus gaat hij op zoek naar alle lichamen, alle ogen, alle gezichten. En omdat te bereiken beseft hij dat er maar één mogelijkheid is: dingen moeten niet gemaakt worden, maar dingen moeten goed gemaakt worden.

Dat levert volgens Rilke de belangrijkste eigenschap op die kleeft aan alle beelden van Rodin: de dingen die hij maakt lijken nooit te zijn aangeraakt! “Licht en schaduw vlijen zich zachter om ze heen, als om heel verse vruchten, en levendiger, alsof ze er door de morgenwind heen geleid zijn.”

 (klik op de plaatjes voor een grotere afbeelding)

Rodin Gebroken neus totaal 329x522 L'Homme au nez cassé
Auguste Rodin (1840 -1917)
1864
Marbre
H. 44,8 cm ; L. 41,5 cm ; P. 23,9 cm

Rodin Gebroken neusvanlinks 399x598S.974
Marbre 1875
Praticien : Léon Fourquet
Daté et Signé : A. Rodin 1875

Dit werk kent een lange geschiedenis. Het is gemaakt rond 1863. Rodin probeerde het zonder succes te exposeren op de Salon van 1865. Maar het marmeren beeld, dat gedateerd wordt in de winter Rodin Gebroken neus484x5981874-1875, werd echter goed geaccepteerd op de Salon van 1875. Geïnspireerd door een oude huishoudster uit de wijk Saint-Marcel, bekend als "Bibi", begon de buste als een portret. Maar Rodin accentueerde bepaalde kenmerken, de gebroken neus, de diepe rimpels, de baard.De snit van de buste, zijn "filosofische" naaktheid en de antieke haardracht, versterken de indruk van een werk dat niet langer een individueel portret is. Op basis van bepaalde eigenschappen benadrukt het de verbeelding van een filosoof of kunstenaar. (Bron: Musée Rodin)

 

DdVolterra MangelogebrokenneusOverigens: ook Michelangelo, die uitvoerig is bestudeerd door Rodin, had een gebroken neus. Het is te zien op dit portret dat gemaakt werd door Daniele da Volterra, een leerling van Michelangelo. Het letsel was toegebracht door de beeldhouwer Pietro Torrigiano in reactie op een paar schampere opmerkingen van Michelangelo over zijn werk.  (Bron: Verhuyck, Luc (2009) Anekdotische reisgids voor Florence, A'dam.Atheneum-Polak & van Gennep)
Het lijkt me geen toeval dat Rodin het portret van Bibi omwerkte, niet naar een oude filosoof, maar naar een kunstenaar met een gebroken neus.

 

De Poort van de Hel waar Rodin zijn hele leven aan doorwerkte, is de achtergrond voor de bioscoopfilm "Rodin". Nieuwsgierig waarom hij een Hellepoort maakte en geen Hemeldeuren, ging ik op zoek naar de achtergrond van dit werk.  Daarover maakte ik een screencast die u kunt bekijken op Youtube.

1000 Resterende tekens