Hoe kan ik weten wat ik denk, totdat ik zie wat ik zeg?
How can I tell what I think till I see what I say?
Een Aforisme is een term uit de genreleer voor een korte, heldere, puntige zin in proza. Kenmerkend zijn de originaliteit van gedachte en uitwerking, en het verrassend effect.[i] In tegenstelling tot het aforisme schrijft Richard Swedberg een essay van 19 pagina’s over de geschiedenis en de betekenis van het aforisme zelf. Hij noemt het “Een aforisme en zijn implicaties voor creatief theoretiseren”.[ii]
Er zijn meer dan 16 verschillende versies, waaronder
- How can I tell what I think till I know what I’ve said?
- I don’t know what I think until I hear what I say?
Ik kies voor de eerste versie van Forster, met name omdat die door Quote Investigator wordt teruggevonden over Paul Valéry:
1961, The Poetic Theory of Paul Valéry: Inspiration and Technique by W. N. Ince (Walter Newcombe Ince), Chapter 4: The stages of poetic creation, Section 3: Composition: The poet at work, Quote Page 140, Leicester University Press, Leicester, England. (Verified with scans)
https://quoteinvestigator.com/2019/12/11/know-say/
Ik wend het aforisme ‘How do I know what I think till I see what I say’ aan als argumentatie ten gunste van mijn interpretaties van kunstwerken, door beschouwing van het creatieve proces.
Paul Valéry zegt: “Alles wat universeel geacht wordt is het gevolg van iets bijzonders. Welk universum wij (dichters) ook vormgeven, het beantwoordt aan een uniek gezichtspunt en sluit ons in.”
En even later:
“dat de uitwerking van het Schone op iemand juist hierin bestaat, hem sprakeloos te maken”
Gedachtegang:
- Esthetica (bijvoorbeeld de Duitse filosoof Christof Menke ) vraagt zich af wat kunst is, in het algemeen, terwijl ik de vraag nuanceer bij het product: maar is het kunst?
- Theorie wordt volgens mij pas interessant bij het zien van het werk zelf.
- Heeft het werk van veel geprezen kunstenaars als Damien Hirst of Ai Weiwei de ‘Kracht' die Menke noemt en waarop de esthetica doelt?
- Een argument voor die 'Kracht' ligt in het ontstaan van een kunstwerk: de kunstenaar weet waar hij aan begint, maar nog niet hoe het eindigt. Ergens tijdens het maakproces verrast hij zichzelf. Deze verassing verrast ook de toeschouwer die plotseling aan een nieuwe visie gehouden is. De verrassing is een uitbraak uit het verwachtingspatroon dat zowel bij de kunstenaar als bij de toeschouwer aanwezig is.
- Werken van Ai Weiwei en Damien Hirst laten zien dat de uitvoering van het idee werd overgelaten aan vakmensen of anderen (dorpsgenoten) die een precies omschreven taak kregen. Voor verassingen is nauwelijks ruimte.
Forster schrijft onder meer:
Het creatieve proces: Daarin wordt een mens uit zichzelf gehaald. Hij laat als het ware een emmer in zijn onderbewustzijn zakken, en tekent iets op dat normaal gesproken buiten zijn bereik ligt. Hij mengt dit ding met zijn normale ervaringen, en uit de mix maakt hij een kunstwerk. Het kan een goed kunstwerk zijn of een slechte – we onderzoeken hier niet de kwestie van kwaliteit [n.b.] – maar of het goed is of slecht het zal samengesteld zijn op deze ongebruikelijke manier, en hij zal zich daarna nog steeds afvragen hoe hij het deed [n.b.]. Dat lijkt het creatieve proces te zijn. Er kan veel technisch werk in zitten vindingrijkheid en wereldse kennis, het kan profiteren van kritische maatstaven, maar er mee vermengd is dit spul uit de emmer, dit onbewuste spul, dat niet op afroep verkrijgbaar is [n.b.]. En als het proces voorbij is, als het beeld, de symfonie, de tekst of de roman (of wat het ook is) compleet is, zal de kunstenaar zich, terugkijkend, afvragen hoe hij het in vredesnaam heeft gedaan.
[n.b.]. (Forster geciteerd in Merton 1978b, 5)
[1] https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_00014.php;
[i]https://www.academia.edu/114708331/_How_do_I_know_what_I_think_till_I_see_what_I_say_An_aphorism_and_its_implications_for_creative_theorizing.
[ii] An aphorism and its implications for creative theorizing, Richard Swedberg, Department of Sociology, Cornell University, Ithaca, NY, USA