(Leestijd: 2 - 3 minuten)

janfabre2011 124

We mochten de grootmeester zelf gadeslaan, tijdens een serie interviews voor de Vlaamse televisie. Het was niet eens met opzet, maar daar waar wij waren, dook hij telkens plotseling op met de hele filmcrew. Ik voelde me dus een beetje een indringer. Maar alla hè...

 

janfabre2009 239   We kenden zijn grootschalige werk intussen van de Biënnale van Venetië in 2009, waar hij een soort buitengast was in een eigen paviljoen aan de overkant van de Arsenale. 
     
janfabre2009 240   Ook daar was zijn thematiek opvallen verhalend. Is dat typisch Belgisch of typisch Fabre? Maar je zou hem ook een symbolist kunnen noemen, als je hem zo ziet spitten in zijn eigen hersenpan.
     
janfabre2011 105   In Kröller-Müller pakte hij niet zo groot uit als in Venetië, op dat ene koninklijke-paleis-plafond na, dat er toen ook was, en nu hier in de grote zaal ligt.
     
janfabre2011 035  

Dit beeld dat nu in de Kröller-Müller tuin staat opgesteld, heet 'De man die vuur geeft'.

Het is uitnodigend om daarover door te denken, aangezien Fabre zelf (want het is natuurlijk een zelfportret) geen peuk in zijn mond heeft, maar het vlammetje met zijn jas beschermt zodat de passant tegenover hem, die hier niet aanwezig is, zijn sigaret kan aansteken.

Overigens zagen wij, toen we hem opnieuw ontmoetten bij de rij 'hoofdstukken', dat hij zelf ook zeer behendig is met het aanmaken van zijn eigen sigaretten, die nog steeds in grote getalen onontbeerlijk voor hem zijn.

     
janfabre2011 128   Niet geheel van zelfspot ontbloot zien we hier een van zijn 'hoofdstukken'. Een zelfportret met ezelsoren. In hoogglans weliswaar, dat hem toch verbindt met Jef Koons. Het ontlokte een aardige lerares van een Mavoklas de opmerking: 'hij heeft in ieder geval geen hekel aan zichzelf'. Maar de leerlingen waren er gek mee, vertelde ze, met de tentoonstelling, opgetogen zelfs. Laten we daar alvast blij mee zijn, dat de jeugd nog plezier kan beleven aan standbeelden.
     
janfabre088   Maar zijn inventiviteit toont hij nog het meest in zijn kleine ironietjes, zoals bij deze vogelspin met vleugels. Megalomaan grote werken imponeren soms niet zo sterk als sommige van deze grimlachjes. Maar laat u niet weerhouden: er is vooralsnog veel te zien en te genieten, en anders wel genoeg om van te huiveren. En denk u dan eens in, in de taal van dat land, in Hugo Claus' Verdriet van Belgie, en u weet wat voor gast hier te gast is. Helaas, helaas hebben wij er geen van, van zulke.

 

 

 

 

 

1000 Resterende tekens