goudzwaard1

Diffuus  1992
Kees Goudzwaard
Olieverf op doek 150 x 200 cm

De derde bijeenkomst is gewijd aan het oeuvre van Kees Goudzwaard. Het eerste werk dat getoond wordt is aanleiding voor veel vragen. Wat is er precies te zien? Kun je dit werk wel behandelen in een les waar het fotobeeld geprojecteerd wordt, zonder dat je de verf op het doek kunt inspecteren? Is het echt zo plat en vlak als het lijkt? Wat is er eigenlijk te zien?

goudzwaard2De tweede foto lijkt het geheim te ontsluieren van Goudzwaards werkwijze. Het heet Papiermodel voor Transit (2010) We zien een rechthoek van donkergrijze papieren, met splitpennen gemonteerd op een niet-zichtbare ondergrond. Waar de papieren tegen elkaar hangen, zijn ze extra bevestigd met witte tape. Op de donkergrijze papieren is een veelheid van losse bladen aangebracht, een aantal transparant en een enkele zwarte, met tape bevestigd, schots en scheef, bijna toevallig, achteloos slordig. Althans zo lijkt het. Het wordt nu bijna begrijpelijk hoe het werk Diffuus is ontstaan, als daar ook zo’n model voor is geweest.

 

 

 

goudzwaard3De eerste vergelijking die zich nu opdringt is die met een schilderij uit de 17de eeuw, van Cornelis van der Meulen, dat een brievenbord voorstelt. We zagen het tijdens ons bezoek aan het Dordrechts Museum. Brievenborden werden in die tijd gebruikt zoals wij onze e-mailmap hanteren, alles erin tot het soms werd opgeschoond. Van der Meulen schilderde er een heuse trompe l’oeuil van en benadrukte dezelfde schots en scheve, zogenaamd toevallige, ordening. Dit was dus onze eerste ontdekking (er zouden er nog meer volgen) over het werk van Goudzwaard: hij schildert trompe l’oeil, maar dan zonder voorstelling, of in dure woorden, niet als representatie. Met deze schilder gaan we ons nog vaker bezighouden.

1000 Resterende tekens