2007 is een jaar met grote tentoonstellingen in West-Europa. Eerst bezoeken we de Documenta in Kassel (Duitsland). Daarna de beeldhouwtentoonstelling Skulptur-Projekte in Münster (ook al in Duitsland). En tot slot de Biënnale van Venetië (Italië).

Het is misschien toeval, dat alledrie deze tentoonstellingen precies in dit jaar vallen. Omdat ze met regelmatige intervallen worden gepland, staat hun datum al lang van te voren vast. Het zijn grootschalige evenementen, die lange voorbereidingen vragen. Maar je vraagt je af of de organiserende comités niet wat beter naar elkaars data hadden moeten kijken. Want nu lijkt het een beetje op een wedstrijdje tentoonstellingen organiseren.

 
Alledrie de tentoonstellingen prentenderen een brede kijk te geven op  eigentijdse kunst. Internationaal nog wel, of minstens uit alle westerse landen. Dat stelt hoge eisen aan de curatoren. Want wie heeft nu een goed overzicht van dat onmetelijke veld, dat eigentijdse -westerse- kunst heet? En vooral: hoe kom je aan de gewenste diversiteit, of zien we straks weer overal dezelfde namen en werken?

Wat is eigenlijk de zin van zulke tentoonstellingen? Is het alleen maar entertainment dat geld en prestige binnen moet brengen voor de organiserende steden of gaat het écht om de kunst? Het is interessant om door de catalogi te bladeren van de vorige edities, om te onderzoeken wat er gebeurd is met de kunstwerken die toen tentoongesteld werden. En om wat namen op te zoeken; eens kijken wat er van de kunstenaars geworden is. Daarnaast zijn er de thema's geweest. De onderwerpen die de vorige curatoren hoog in hun vaandel hadden en ons presenteerden als leidraad bij ons denken over kunst.

De Documenta in Kassel maakt dit jaar een hot item van kunst bemiddelen naar het publiek, met thema-artikelen in tal van internationaal gerenommeerde kunsttijdschriften, waarin de theorie een speciale plek krijgt. Zelfs organiseert ze rondleidingen met eigen personeel, met een letterlijke bespreek-ruimte tussen de kunst in, niet "als toevoeging, maar als integraal bestanddeel van de tentoonstelling", omdat ze voor haar "vormende opdracht" verantwoording wil nemen.

Ik nodig u uit om ons de komende paar maanden te verdiepen in de geschiedenis van de grote tentoonstellingen. Dat geeft onze bezoeken in juni en september wat extra achtergrond. Niet alleen bij het praten over de kunst, maar ook om ons te buigen over de vraag wat de organisatoren in hemelsnaam bezielt. Laten we ons voorbereiden!

1000 Resterende tekens