de witw150Staande ring 1998
Frans de Wit (1942-2004)
IJzer h = 196 cm

Zes en twintig ijzeren broodjes. Niet helemaal gelijk van vorm en niet helemaal gelijk van grootte. Zodanig aan elkaar gelast dat de lasnaad twee korte zijden met elkaar verbindt die in een kleine hoek ten opzichte van elkaar staan.

 

 

 

dewitdetailw150   Al die kleine hoeken samen vormen tenslotte een perfecte cirkel. En daar zit hem nu de kneep: het kunstwerk bestaat uit een schijnbare organische groei van grotere en kleinere segmenten, en tegelijk is de mathematisch zuivere, niet-organische samenstelling onmiskenbaar. Het is natuurlijk tegenover - en gelijk opgaand met - maaksel.  Allebei zijn gelijktijdig aanwezig en dat herhaal ik met nadruk, want beiden zijn onmiskenbaar met opzet. Daar ontmoeten we in het kunstwerk de kunstenaar. Hij wilde iets maken en ons laten zien dat voor hem van enorme betekenis was, en wel op zo’n manier alsof het ding dat hij maakte eigenlijk heel gewoon was, onopvallend maar altijd al aanwezig. De volmaaktheid van een cirkel die kan ontstaan ondanks de onvolmaaktheid van de samenstellende elementen en ondanks het vreemde aantal segmenten. Net doen alsof er geen kunstenaar aan te pas is gekomen. Net doen alsof niemand het gemaakt heeft. En toch laten geloven dat het kan bestaan: volmaaktheid heeft geen bovenliggende wetenschappelijke ordening nodig: ze ontstaat vanzelf.
     
carelvissergatw150   Het beeld doet in zijn opbouw denken aan Carel Vissers sculptuur Gat uit 1966. Het is gemaakt van geoxideerd ijzer en meet 52 x 52 cm en is 10 cm dik. (Deze in particuliere collectie, er is een grotere in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam). Door de zuiver eenvoudige vorm van het vierkant komt hier de nadruk te liggen op de manier waarop de delen aan elkaar zijn gevoegd: de gelaste naad. Tegelijk ontstaan op de hoekpunten vier ‘lege’ vierkanten, die het idee ‘vierkant’ herhalen en bevestigen. Zo is er een omschreven vierkant te zien, een ingesloten vierkant - het gat - en vier lege vierkanten. De titel ‘gat’ speelt natuurlijk ook met het idee dat wij ons meestal bij een gat een min of meer ronde holte voorstellen.
     
mandala1 detail   Minstens zo indringend als bij ons de cirkel wordt gebruikt als halo om het hoofd van de heilige, wordt de cirkel toegepast in het Tibetaanse boeddhisme. Daar heet hij Mandala en staat voor de kosmos. Zulke mandala’s combineren vaak geometrische patronen met natuurlijk afbeeldingen, zoals bloemen of zelfs paarden. In die cirkelpatronen gaat het altijd om de concentratie op het middelpunt als hulp bij het mediteren, maar ook om aan te geven dat wat zich in het middelpunt het allerbelangrijkst is.
     
borobudur   In de architectuur komt hetzelfde veelvuldig voor, en door zijn geometrische oorsprong doet elk cirkelbeeld altijd bouwkundig aan. De samenhang tussen vierkant en cirkel is mooi te zien in de plattegrond en opbouw van het Borobudur heiligdom op het eiland Java.
     
dewit3w150   De ring van Frans de Wit neemt ons zo mee de wereld rond, de natuur in, langs verschillende religies naar de bouwkunst. Het blijft bijzonder dat deze ring overeind staat. Dat bevestigt hem als symbool dat de mensheid altijd inspireert, met veel betekenissen: zon, kosmos, wiel, vooruitgang, beweging, eeuwigheid, verbondenheid, trouw. Vreemd genoeg staat de sokkel precies midden onder twee broodjes en verdeelt de cirkel in twee delen van elk 23 broodjes. 23 komt voor in de rij van Fibonacci en die heeft weer alles te maken met de gulden snede. Maar daarover spreken we een andere keer. Nu wenden we ons eerst om naar het volgende beeld: de hommage aan Donald Judd van Filip Jonker.
Opnieuw een beeld vol schijnbare eenvoud die bedriegt. Als we zo doorgaan krijgen we onze rondgang nooit af in de gestelde anderhalf uur. Waarom loopt het toch altijd uit?

1000 Resterende tekens