promotiemonument 008Monument voor het Woord is aan het Beeld
Performance tijdens de promotiereceptie
Hans Belleman en Jan Mors

De spullen voor de performance lagen in de auto, vierhonderd meter verderop. De stad was ondanks dit uur in de namiddag al stil en verlaten, door de zware regenval en de koude wind. Terwijl ze zwijgend naast de stationwagen hun witte overalls aantrokken begon het lichtjes te hagelen. Het Rapenburg kleurde asgrauw. Onder de achterklep haalden ze de kruiwagen tevoorschijn om alle panelen in te vervoeren. Jan begon met het laden en Hans monteerde intussen het mondstuk op zijn bugel, en blies hard in het koude instrument om het enigszins te verwarmen.
‘En toen kwam het cadeautje’, vertelde Hans later. ‘Jan zette de kruiwagen in beweging en een deel van het wiel bleek aan te lopen met een hoog en schril geluid. Ieeu,Ieeu, ieeu… Opeens kwam de hele kade  tot leven en ik zocht naar de juiste tonen om het geluid van de kruiwagen mee te omgeven. Zo kwamen we in het gedruis van de hagel, onder de tonen van wiel en bugel, de straat binnenlopen. Mooier kon het niet.'

 

 

 

 

 

 

Hans   'Toen we het grand-café De Koets binnenreden, was er geen doorkomen aan. Al die mensen voor de deur, ik moest me naar binnen worstelen, maar gelukkig had ik mijn trompet en die schept altijd ontzag. Op dat moment, toen de kruiwagen stil stond, kwam er ruimte om de  melodie in te brengen die daarvoor in het slijpen van het wiel al was aangegeven. Het ontwikkelde zich gewoon vanzelf. Fantastisch.'
     
Jan   Veel mensen hebben het vervolg gezien. Hoe Jan op de klanken van de trompet, als was het de fluit van een slangenbezweerder, met pontificale gebaren aan een stapeling begon te bouwen, van wat al gauw een zuil van boeken bleek te worden, als een toren van Babel wankelend tussen de gasten.
     
hansjeroenjan   Op deze foto is te zien hoe Hans speelt, Jan bouwt (beiden in witte overall) en Jeroen belangstellend toekijkt (in rokkostuum). Wie af en toe mijn blog leest, en de beschrijvingen kent van de performances van dit edele duo, ziet de moedwillige dubbelzinnigheid in de tegenstellingen: zwart tegenover wit, woord tegenover beeld, kunstenaar tegenover theoreticus, spel tegenover wetenschap, klank tegenover kleur.
     
Klaas   Alle boeken waren opengeslagen op een dubbele pagina waarop zich een beeldrijm bevond. Zo was er een foto van David Bades' beeld Anita, dat voorkomt in het proefschrift en net een prominente rol had gespeeld tijdens de promotiezitting zojuist, met daarnaast een trompet spelende cherubijn, die het beeld kennelijk de hemel in prijst. Het had niet toepasselijker gekund, alsof beide kunstenaars de happening tijdens de zitting hadden voorzien.
     
   

En zo ging het maar door, voor alle ingewijden een open boek, voor de nieuwsgierigen een woordeloos en opgewekt optreden, met humor en toch in gepaste ernst, volbracht. Dat het hier om kunst ging was iedereen wel duidelijk, maar wat deze woordeloze en drukke gebarentaal precies te betekenen had na de ingewikkelde woordenstroom van het promotieritueel zelf, kon alleen maar opgemaakt worden uit de stapeling van woorden en beelden. Toen ik Hans en Jan vroeg hoe ze op deze opvoering waren gekomen, was het antwoord: ‘toen we eenmaal de titel van je proefschrift hoorden, wisten we het meteen. Het woord is aan het beeld’. En zo zij het.

1000 Resterende tekens